Samenvattingen diakonierekeningen Andel 1731-1740
(Andel, accounts of the deacons 1731-1740)

Deze transcriptie is gepubliceerd in GTMWB 2007, p.140-148 en p.192-198, en is ook beschikbaar op hogenda.nl.
(terug naar mijn bronnen pagina/back to my sources page)


Rekening, bewijs en reliqua, van 't geen Gerrit Corn. van den Andel heeft ontvangen en uijtgegeven t'zeedert den 1 janu[ari] 1731 tot den laatsten decemb[er] des zelvde jaars.
Ontvang in de kerk is dit naarvolgende:
-[januari 11-4-0, februari 10-18-0, maart 17-5-0, april 8-15-0, mei 9-12-0, juni 7-6-0, juli 15-19-0, augustus 6-15-0, september 8-16-0, oktober 17-12-0, november 7-6-0, december 23-0-0]
zodat de geheele ontvang in de kerke te samen bedraagt een somme van 144-8-0
Hier volgt nog anderen ontvang:
-uijt de bus in de Rib 15-8-0 -uijt de bus in de Swaen 7-14-0
-nog een beest verkogt van den armen voor 22-5-0
-17 [juni] ontvangen door W. Stam, dog eijgentlijk gegeven van Jeron. Borg voor boeten 2-10-0
-uijt het ervhuijs van Tweentjen Ariensen 0-13-0
-op het ervhuijs van Peeter Jansen den Dubbelden 7-6-0
-voor de kriesen uijt den armenshov 8-5-0
-van de turfton [2 maal 0-12-0]
-op 't ervhuijs van Peeter van der Plas 2-15-0
-voor het fruijt van den armen 8-0-0
Zodat dezen ontvang met die in de kerk te samen opgerekent bedraagt de somme van 220-8-0

Nu volgt den uijt[geef] van 't zelvde jaar 1731.
-aan passanten gegeven in het geheele jaar 0-8-0
-[de volgende "huijsarmen" kregen een aantal maal geld voor hun onderhoud:
-Peter van der Plas, 33 maal 0-12-0 (laatste maal 6 augustus),
-Maaj van Milt, 21 maal 0-8-0, 1 maal 0-9-0, 29 maal 0-10-0, 1 maal 0-12-0, 1 maal 0-18-0,
-Anneken Ariense, 3 maal 0-15-0, 1 maal 1-15-0]
-[23 januari] aan Steven van Vuuren 2 nootebomen betaelt, dezelvde geplant op de dijkstal van P. van der Plas 1-10-0
-7 [februari] van Ant. Corn. van den Andel hout gekogt en betaalt voor Maaj van Milt 1-2-0
-[6 maart] aan Jan Nieuwenhuijsen 0-10-0
-7 [maart] aan Corn. van Gammeren een vierendeel jaars kostgelt voor Judik van Vuuren 11-10-0
-9 [maart] aan Jan Nieuwenhuijsen 1-12-0
-10 [maart] van Evert Mellers branthout gekogt en betaelt voor Peter van der Plas 2-14-0
-14 [maart] voor Maaj van Milt 6 pond vlas gekogt bij Sweer Bouman 1-16-0
-16 [maart] voor Maaj van Milt een schort en een mantel gekocht te Workom bij Isebrand de Joden 4-12-4
-18 [maart] aan den zoon van Jan den Kennepboer betaalt op rekening voor den Dubbelden 6-0-0
-[19 maart] voor den Dubbelden een paar kouse gekogt 0-8-0
-23 [maart] aan Hardenberg voor 't maken van mantel en schort voor Maaj van Milt 0-11-0
-24 [maart] aan den nootlijdende 1-14-0, nog een rijs te vooren aan den zelvde 0-12-0 [en op 6 april nog 0-14-0, en op 26 april nog 0-6-0, en op 8 mei nog 0-12-0]
-1 [april] aan Govert Rooza 1/4 jaars kostgelt betaalt voor Judick van Vuuren 10-10-0
-8 [april] aan Govert Ariense voor arbeijdsloon in den armenshov gedaen 0-14-0
-15 [april] aan de vrouw van Jan de Kennipboer voor kostgelt van den Dubbelden op rekening 5-10-0

-[15 mei] nog aan asse voor Maajen 0-3-0
-[15 mei] aan Steven van Vuuren voor verdiende loon 0-7-0
-16 [mei] aan de kerke visitatores 5-0-0
-[22 mei] voor Geerike gekogt oorlappen, een hoed met de voejerij, klompe, een halsdoek, gare en sijet 1-9-0
-[22 mei] op het begraven van den Dubbelde aan drank 0-9-8, nog in zijn siek wezen aan bier 0-2-0
-[22 mei] nog voor Majen een halv pond vlas 0-3-0
-17 [juni] aan den weever voor arbeijdsloon 1-7-0
-26 [juni] aan Steven van Vuuren voor sloot graven en tuijnen aan den armenshov betaelt 1-16-0
-[26 juni] aan Jan den Kennepboer op rekening over het kostgeld van den Dubbelden gegeven 5-15-0
-[26 juni] aan Bastiaen Kuup voor tuijnrijs en staken die aan den armenshov zijn gebruijkt betaelt 0-8-8
-2 [juli] voor Geereke een paar kouse en grov linne 1-0-0
-[10 juli] aan de dochter van Govert Rooza voor het maken van 3 hemden en 2 mutsen voor Judik van Vuuren 0-15-0, nog voor Judik van Vuuren een reepje, en wit lint 0-4-0
-10 [juli] aan den Vroome voor het rijden van sant op den dijk en santpad, voor den armen, 0-12-0
-22 [juli] aan Jan den Kennipboer of zijnen zoon voor kostgelt van den Dubbelden, voor de laaste maal voldaen met 5-15-0
-1 [augustus] aan Ant. Govertse van Andel, naar Boksel gezonden voor Maaj van Milt, voor zijn verdient loon en verteering 1-8-8, en voor medicijnen betaalt 0-12-0
-26 [augustus] aan Hardenberg voor het maken van een rok, broek en hemdrok, en voor Geerike een linnen wammes, 0-12-0
-[11 september] nog voor Maaj van Milt een paar klompen 0-3-8
-[18 september] voor Peeter van der Plas een slaapmutz 0-4-8
-15 [oktober] aan Isebrand de Joden te Workom voor eene mantel en schort voor Geerike betaalt 5-11-8
-[15 oktober] nog voor Judik van Vuuren 2 reepjes 0-3-0
-[30 oktober] aan Jan Joosten Bouman voor het maken van de kist voor den Dubbelden 4-0-0
-aan Corn. Kuup voor het graven en bidde van 't lijk 1-2-0
-[20 november] aan de vrou van Govert Rooza betaalt een halv jaar kostgelt voor Judik van Vuuren 21-0-0, nog aan dezelvde voor het maken van mutze voor Judik van Vuuren 0-3-0
-26 [december] aan Hardenberg voor 't maken van mantel en schort voor Geerike betaalt 0-12-0
-aan Jan Antonise van Andel 1/4 jaars kostgeld voor Peter van der Plas 8-5-0
-aan Jeron. Borg voor een paar schoone [=schoenen] voor Geerike 1-2-0
-31 [december] aan de wed. van B. Krielaart voor het broot [tot] het avondmaal 3-0-0
-aan de wed. van Ds. Magaghen voor de wijn 6-0-0
-aan de schoolmeester voor 't leeren van de kinderen 10-0-0
Somma totalis van den geheelen uijtgaav bedraagt te samen de somme van 187-1-4.
Den geheele ontvang beloopt de zomme van 220-8-0, en den geheele uijtgaav bedraagt de somme van 187-1-4, zo blijkt dat den ontvang meerder bedraagt als uijtgaav de somme van 33-6-12. Bij 't slot van de laatste rekening blijkt dat in de armekist is berustende een somme van 916-8-4, dog op't versoek van mij als predikant hier gekomen zijnde, is dat voorn. cap[itaal] door mij predikant, de h[ee]r Anthonij Pus als ouderling, en Jan Janse van den Andel als diaken, nagesien of 't overeen quam. Zo is't dat wij bevonden hebben dat er 16-16-4 minder was en dg [=nog?] in de armenskist beruste 899-12-0. Hier nu bij gerekent 33-6-12 die den rendant meer ontvangen als uijtgegeven heeft, zo blijkt dat jegenswoordig in de armekist is berustende de somme van 932-18-12.
Aldus gedaen, gerekent en gesloten in de kerke van OpAndel, den 14 janua[ri] 1734.
-Leon. Joh. Beverlo, V.D.M.
-Jan Janse van den Andel als diake
-Steven van Vure als ouderl[ing]
-Harmen Corn. Cuep als diake
-A[nthonij] Pus, [ouderling]

Rekening, bewijs en reliqua van het geen Gerrit Corn. van den Andel heeft ontvangen en uijtgegeven, t'zedert den 1ste janua[ri] 1732 tot den laatsten decemb[er] des zelvden jaars.
Ontvang in de kerk is dit naarvolgende:
-[januari 8-14-0, februari 8-12-0, maart 14-7-0, april 16-4-0, mei 6-11-0, juni 17-14-0, juli 21-15-0, augustus 14-1-0, september 6-8-0, oktober 22-2-0, november 12-4-0, december 23-12-0]
zodat de geheele ontvang in de kerk te samen bedraagt een somme van 172-4-0
-1733, den 4 janua[ri], de bus geligt van 't jaar '32: de Swaan [7]-8-8
-dito, in de Rib 12-[11]-14
-voor de kriesen in den armenshof 7-5-0, voor 't fruijt in den armenshof 2-4-0
-voor de turfton ontvangen 0-12-0
-voor Pieternel Roosa voor 2 jaren huijshuur 2-0-0
-van de wed. Govert Ariense voor 2 jaren intrest dat verschenen was den 5 meij 1732, 8-0-0
-van Jan Niewenhuijsen een jaar intrest verschenen den 1 janua[ri] 1733, 2-10-0
-van Anthonij van Andel 3 jaren intrest verschenen den 8 maart 1730, 30-0-0
-een jaar intrest van Anthonij van Dijk verschenen in't jaar 1728, 12-0-0
zodat dezen ontvang, te samen met die in de kerk opgerekent, bedraagt een somme van 256-15-6.

Nu volgt den uijtgaav van 't zelvde jaar 1732.
-aan passanten en arme lieden door 't geheele jaar 2-1-0
-den 8 decemb[er] [1731?] aan een man in Babilonienbroek wiens huijs afgebrand was 2-0-0
-[de volgende "huijsarme" kreeg een aantal maal geld voor haar onderhoud:
-Maaj van Milt, 52 maal 0-8-0 ]
-[8 januari] voor Peter van der Plas swart en grauw linne, korsay en kousen gekogt 3-12-0
-[8 januari] brandhoud gekogt voor Maaj van Milt 3-10-0
-den 19 dito [januari] aan Hardenberg voor 't maken van kleeren voor P. van der Plas 0-16-0
-den 30 dito [januari] aan Govert Rooza een vierendeels jaars kostgelt voor J. van Vuuren 10-10-0
-[5 februari] aan Jan van Andel 1/4 jaars kostgelt voor P. van der Plas 8-5-0
-den 6 [februari] aan noodleijdende 0-12-0
-[6 februari] voor Peter van der Plas linde tot hemde gekogt 1-13-0
-den 6 dito [februari] nog voor Geerike eenen roojen rok, mouwen, kousen, mutse, lind en gaaren 4-11-8
-den 11 [februari] voor Geerike gekogt een roklijv, voederlinden en mouwen 3-0-0
-den 2 [maart] aan Handerske Janse tot Veen, voor 't maken van mutzen en hemden voor Geereke en P. van der Plas 0-12-0
-den 8 [maart] aan noodlijdende 1-18-0 [en op 18 juni 0-10-0, en op 12 september 1-10-0, en op 26 november 1-10-0]
-den 12 [april] eenen borstrok gekogt voor Judik van Vuuren 1-18-4
-den 13 [april] aan Dirk van Vuuren voor 't schoenlappen voor Geerike 0-10-0
-[13 april] aan den jonge Jan Gojertse voor 2 nooteboomen die aan den armenhof zijn geplant 1-7-0
-[6 mei] aan Jan Anthonisse van Andel een vierendeel jaars kostgelt voor P. van der Plas 8-5-0
-[6 mei] aan Govert Rooza 1/4 jaars kostgelt voor Judik van Vuuren 10-10-0
-[27 mei] aan de visitatores van de kerke 5-0-0
-30 [mei] aan J. Borg voor een paar schoenen voor Geereke 1-4-0
-[17 juni] voor P. van der Plas een hemd voor M. van Milt [en] een schortekleed voor J. van Vuuren [en] een reepje 2-8-0
-den 18 [juni] aan Jan Donkers dogter voor 't maken van een hemd voor P. van der Plas 0-5-8
-20 [juni] aan Peter van der Plas voor barbiersgelt 0-12-0
-[29 juni] aan Jan de Vromen voor het sandrijden op 't sandpad aan den armenshof 0-4-0
-13 [augustus] aan Govert Rooza 1/4 jaars kostgelt voor Judik van Vuuren 10-10-0
-18 [augustus] aan Jan van Andel 1/4 jaars kostgelt voor P. van der Plas 7-15-0
-16 [oktober] voor de jonge van Maaje een rok, broek, hemdrok en kousen gekogt, te samen 7-4-0
-[16 oktober] voor een formulierboek dat in de kerk van Andel van node was 2-8-0
-16 [november] voor Judik van Vuuren een paar mouwen gekogt in haar borstrok 0-16-0
-[26 november] aan Govert Rooza 1/4 jaars kostgelt voor Judik van Vuuren 10-10-0
-[26 november] aan Jacob van Helden 1/4 jaars kostgeld voor Peeter van der Plas 7-10-0
-28 [november] aan Hardenberg voor 't maken van de armen haar klederen 1-17-0
-[2 december] nog voor Maaje 5 tonne turf gekogt 2-0-0, aan Govert Roosa voor 't dragen 0-5-0
-10 [december] voor Maaje een rooje rok, een mantel, en een paar kousen,als ook op dito voor P. van der Plas eenen wolle hemdrok en linnebroek, is 10-6-0
-18 [december] aan Hardenberg voor 't maken der arme klederen 1-0-0
-[18 december] aan de wed. Govert Ariense 15 elle en 1/4 wit linnen, dat nodig was voor den arme, betaalt 8-0-0
-[23 december] aan Jenneke Sijmense voor 't maken van de hemden, nam[elijk] 2 voor Peter, 2 voor Maje, en 2 voor Maje jongen 1-3-8
-[23 december] voor P. van der Plas een hoed gekogt 0-16-8
-[30 december] voor Majen een paar muijlen betaelt 1-0-0
-aan Jan Govertse 2 paar klompe betaelt 0-8-0
-bij Sweer Bouman gehaalt een paar klompen, en garen, en lind, tesamen 0-4-12
-aan Jan Willemse Najen het molegelt van den armenshof, betaalt voor 2 jaren 0-10-6, ook het dijkgelt voor 2 jaren 1-3-0
-[in december] aan Jan Verzeijl 2 jaren verponding van den armenshov, en wegens de dijkstal van P. van der Plas van verscheijde verloope jaaren, tesamen 4-2-2
-aan meester de Rooij voldaen wegens het cureren van Maaj van Milt met 16-16-0
-aan den schoolmr. voor 't leeren van de armens kinderen 10-0-0
-aan de wed. Krielaar voor 't brood gebruikt tot des H. avondmaal 3-0-0
-aan A. Hoogland voor geleverde wijnen tot gebruijk van des H. avondmaal 8-11-0
Somma totalis van den geheelen uijtgaav dezes jaars bedraagt tesamen de somme van 217-2-0.
Den geheelen ontvang bedraagt de somme van 256-15-6 en den geheelen uijtgaav bedraagt de somme van 217-2-0. [doorgehaald: Zodat blijkt dat den ontvang meerder bedraagt als den uijtgaav de zomme van 217-2-0.] Zodat blijkt dat den ontvang meerder bedraagt als den uijtgaav de somme van 39-13-6. Bij 't slot van de laatste rekening blijkt dat in de arme kist is berustende een somme van 932-18-12. Hier nu bij gerekent de 39-13-6 die den rendant meerder ontvangen als uijtgegeven heeft, zo blijkt dat jegenswoordig in de armekist berust de somme van 972-12-2.
Aldus gedaen, gerekent en geslooten in de kerke van OpAndel den 14 janua[ri] 1734.
-Leon. Joh. Beverlo, V.D.M. -Steven van Vuren, als ouderl[ing]
-Jan Janz. van den Andel, als diake -Harmen Corn. Cuep, diaken

Rekening, bewijs en reliqua van het geene Jan Janse van den Andel heeft ontvangen en uijtgegeven, zedert den 1ste janua[ri] 1733, tot den laatste decemb[er] des zelvs jaars.
Ontvang in de kerk is dit naarvolgende:
-[januari 12-2-0, februari 11-15-0, maart 13-5-0, april 20-12-0, mei 16-1-0, juni 7-14-0, juli 20-15-0, augustus 13-2-0, september 11-1-0, oktober 17-2-0, november 11-16-0, december 21-17-0]
Zodat den geheelen ontvang in de kerke te samen bedraagt een somma van 177-2-0.
Hier volgt nog anderen ontvang:
-de bus in de Swaan geligt voor 't jaar 1733, 6-3-0
-dito in de Rib 13-1-0, dito bij den dominie 6-0-0
-voor de kriesen in den armenshof 5-10-0
-den 14 aug[ustus] van de turfton 0-11-0
-den 20 7b.[=september] voor d'appelen 4-10-0
-den 11 8b.[=oktober] van 't erfhuijs van Judik 35-9-0
-den 11 9b.[=november] van de turfton 0-11-0
-den 6 decemb[er] van de heer A. Pus, wegens 't trekgelt van 't land van Jan van Vuuren 3-0-0
-den 28 maart 1734 wegens de erf'nis van Judik van Vuuren uijt handen van den Cappiteijn J. van Vuuren 11-2-4
-drie jaren intrest van Anth. van Andel 30-0-0
-een jaar intrest van W. van Tiel 12-0-0
-Pitronella Roosa een jaar huijshuur 1-0-0
Dit nu bij den ontvang in de kerk te samen gerekent, bedraagt de zomme van 305-9-4

Nu volt den uijtgaav van 't zelvde jaar 1733:
-aan passanten voor 't geheele jaar 0-18-0
-6 [februari] aan Jacob van Helden een vierendeel jaars kostgelt voor Peeter van der Plas 7-10-0 [nogmaals 7-10-0 op 3 mei, 20 augustus en 8 november]
-8 [februari] aan Govert Roosa 1/4 jaar kostgelt voor Judik van Vuuren 10-10-0 [en 11-10-0 op 13 mei en 15 oktober, en nog 8-0-0 op 15 oktober]
-27 [februari] aan toebak voor P. van der Plas 0-5-0, dito aan klompe voor P. van der Plas 0-4-0
-22 [maart] aan een sloof en 1 paar kousse voor J. van Vuuren 0-15-0
-18 [april] aan Maaj van Milt 1 paar klompen 0-3-8
-26 [april] aan den tuijn van den armenshof 0-6-0
-[de volgende "huijsarme" kreeg een aantal maal geld voor haar onderhoud:
-Maaj van Milt, 52 maal 0-8-0 ]
-25 [mei] aan een keel voor P. van der Plas 1-9-0
-26 [mei] aan de visitatores der kerke 3-0-0
-31 [mei] aan de snijder, voor 't maken van de keel van P. v. P. 0-8-0
-27 [juli] aan hoose voor P. van der Plas 0-7-0
-3 [oktober] voor 't sand rijen en palen voor den armenshof 0-8-0
-8 [oktober] aan 't barbiere van P. van der Plas 0-12-0
-13 [oktober] een hoed voor B. van Milt 0-11-0
-7 [oktober] aan 't graft graven voor Judik van Vuuren 1-5-0
-15 [oktober] aan Hogeland voor J. van Vuuren in haar siekte 1-4-0
-18 [oktober] aan een hemd voor P. van der Plas 2-0-0
-aan kousen voor P. van der Plas 0-8-0
-aan Lijsbeth Roosa en Maaj van Milt voor 't uijttrekken en 't wassen van 't goet van J. van Vuure 1-16-0
-1 [november] voor de doodkist van Judick van Vuuren 4-0-0
-11 [november] voor Maaj van Milt aan turf 1-15-0
-24 [december] aan sluijk voor 't armenshuijsje 5-0-0, dito aan band, latten, legeerden en spijkers 1-3-0, dito aan tuperen en dekken 3-3-0, dito aan verponding 3-9-6
-dito [24 december] aan den huijsarmen 3-6-0
-dito [24 december] aan klompen voor P. van der Plas 0-4-0
-28 [december] aan molegelden 0-8-0
-31 [december] voor klompe aan Maaj van Milt 0-3-8, dito klompen voor Bastiaen van Milt 0-2-8, dito een rok, broek, en hemdrok voor B. van Milt 3-0-0, dito aan linnelaken voor B. van Milt 0-18-0, dito aan kouse voor B. van Milt 0-7-8, dito aan de snijers voor B. van Milt 1-0-0
-1 [januari 1734] aan den dominie voor leverantie van wijn tot gebruijk van 't H. avondmaal 7-0-0
-1 [januari 1734] aan J. Krielaart voor 't brood ten dienste van 't H. Avondmaal 2-16-0
-april 9 [1734] aan den schoolmeester P. Pols voor 't leeren van de arme kinderen 10-0-0
Somma totalis van den geheelen uijtgaav dezes jaars bedraagt te samen de zomme van 153-17-6.
Den geheelen ontvang bedraagt 305-9-4. Den geheelen uijtgaav bedraagt 153-17-6. Sulcx blijckt den ontfangh meerder bed[raag]t als den uijtgaeff een s[omm]a van 151-11-14.
Bij 't sloth van de laast gedane reeck[ening] blijckt dat in de armekist is berustende een somme van 972-12-2, daarbij gerekent de 151-11-14 die den rendant meerder heeft ontfange als uijtgegeve, soo blijckt dat jegenwoordigh in de armekist berust de somme van 1124-4-0.

Aldus gedaen en gereeckent en geslote in de kercke van OpAndel, den 1en decemb[er] 1734.
-Leon. Joh. Beverlo, 1734
-A. Pus -Harmen Corn. Cuep
-J. Versijll -Dirck van Andel

Rekening, bewijs en reliqua, van het geene Hermen Corn. Cuep heeft ontvangen en uijtgegeven, t'zedert den 1 januw[ari] 1700 vier en dertig, tot den laatsten decemb[er] des zelvden jaars.
Den ontvang in de kerk is dit naarvolgende:
-[januari 13-17-0, februari 8-1-0, maart 10-1-0, april 26-7-0, mei 11-15-0, juni 15-8-0, juli 9-18-0, augustus 9-6-0, september 8-18-0, oktober 9-15-0, november 6-9-0, december 10-17-0]
-[april] in de busse 9-3-0, [juli] in de busse 9-7-0
-[oktober] in de busse 9-1-0, [december] in de busse 8-16-0
Zodat den geheelen ontvang in de kerk tesamen bedraagt een somme van 176-13-0.
Hier volgt nu nog anderen ontvang:
-de bus in de Swaan geligt voor't jaar 1700 vier en dertig, en daarin gevonden 10-3-4
-dito in de Rib 10-14-0 -dito bij den dominie 3-5-0
-nog ontvangen van Ant. Schouten voor de kriesen 9-10-0
-nog van Corn. van Gammeren ontvangen 2-10-0
-nog van de turfton 0-8-0 -nog een voor de turfton 0-11-0
-nog bij accoord ontfangen van Hendrik Smits, voor't geen zijn vrouw voorheen van de diakonie armen alhier genoten had, een somme van 150-0-0
-nog de huijshuur van Petr. Roosa 1-0-0
Dit nu bij den ontfang in de kerk tesamen gerekent, bedraagt een somme van 364-14-4.

Nu volgt den uijtgaav van't zelvde jaar 1734:
-[de volgende "huijsarme" kreeg een aantal maal geld voor haar onderhoud:
-Maaj van Milt, 52 maal 0-8-0 ]
-27 [januari] aan Jacob van Helden voor 1/4 jaar kostgeld van Peter van der Plas 7-10-0
[en op 4 mei en 4 augustus en 20 december nogmaals 7-10-0, telkens voor 1/4 jaar kostgeld]
-den 9 [mei] een broek en een rok voor P. van der Plas 5-8-0
-den 2 [juni] aan Ds. Fok voor de nootlijdende kerke 3-0-0
-den 9 [juni] gekocht voor onzen armen 18 elle linnen, elke el gerekent tegen nege st[uivers] 12 pen[ningen], maakt 8-15-8
-nog voor't naajen van een rok, en broek 0-18-0, nog aan een paar schoenen 0-15-0
-nog voor't naajen van 6 hemden 1-4-0
-[in juli] aan het dijkgelt betaalt 0-7-8
-nog een paar klompen 0-3-0
-den 7 [november] aan Jan de Vroome voor't sand rijen 0-3-0
-den 10 [november] voor Maaj van Milt een mantel, schort en een paar kousen 5-14-12
-den 17 [november] voor een meijt hout van Huijbert Melse ten gebruijck van Maaj van Milt 2-0-0
-den 20 [november] een linne broek voor P. van der Plas 0-18-0
-den 3 [december] aan Corn. van Tiel het meulegelt betaalt 0-7-0
-den 12 [december] een paar klompen voor P. van der Plas 0-4-0
-den 20 [december] aan G. Herwijnen voor't maken van een mantel en schort 0-14-0
-den 1 [januari 1735] aan P. Pols voor't leeren der arme kinderen 10-0-0
-den 2 [januari 1735] aan Jan Crielaart voor't brood ten gebruijck van 't H. avondmaal 3-0-0
-dito [2 januari 1735] aan Ds. Beverlo voor leverantie van den wijn tot 't H. avondmaal gebruijckt 7-18-0
-den 21 [januari 1735] aan G. Crielaart betaalt de verponding 1-3-2
-den 3 [maart 1735] het dijkgelt betaalt 0-7-4
-aan passanten voor 't gehele jaar tesamen 1-4-0
-nog aan Jan Hendrik de Vroome voor 't sandrijen 0-2-8
-nog aan Jan Goojerse betaalt 2 paar klompen 0-5-0
-nog heeft A. Cuip gelevert aan 't armenshuijsje 5 bonnen tuijnrijs, 20 tuijnstaken, en voor't maken van den tuijn, tesamen 0-15-0
-nog een voejer sand voor Maaj van Milt 0-5-0
Den ontfang bedraagt 364-14-4. Den geheelen uijtgaav bedraagt 106-7-10, zodat blijkt dat den ontfang meer bedraagt als den uijtgaav een som van 258-6-10. Bij 't slot van de laatst gedaane rekening blijkt dat in de armekist is berustende een somme van 1124-4-0, daar bij gerekent 258-6-10 die den rendant meer heeft ontfangen als uijtgegeven, zo blijkt dat tegenwoordig in de armekist berust een somme van 1382-10-10.
Aldus gedaen en gesloten in de kerke van OpAndel den 29 junij 1700 vijf en dartig.
-Leon. Joh. Beverlo, 1735
-Dirc P?. van Andel -J. Versijll
-W. Stam -Joost Sterkenborg

Rekening, bewijs en reliqua van 't geene Dirk van Andel heeft ontvangen en uijtgegeven, t'zedert den 1ste januar[i] vijv en dartig, tot den laatste decemb[er] des selven jaars.
Den ontvang in de kerk is dit navolgende:
-[januari 11-14-0, februari 7-15-0, maart 9-10-0, april 20-6-0, mei 15-2-0, juni 18-11-0, juli 9-18-0, augustus 6-4-0, september 16-2-0, oktober 9-5-0, november 8-2-0, december 21-1-0]
Zodat den geheelen ontvang in de kerk bedraagt te samen een somme van 153-10-0.
Hier volgt nu nog den anderen ontvang:
-den 2 feb[ruari] van den Ds. wegens gekogte bomen in den armenshov ontvangen 7-0-0
-den 8 dito [februari] van Joost van Triest als boven 5-0-0
-den 12 junij ontvangen van 't trekgelt van Huybert de Veerman, de somme 6-15-0
-den 14 [juni] voor de kriesen in den armenshov 9-10-0
-den 28 7b [september] van Anth. Goverse wegens de appelen 6-0-0
-de kerkebus geligt en daaruijt gehaalt 6-18-0
-[uit] de bus bij den predikant 5-3-8, [uit de bus] in de Ribbe15-5-0, [uit de bus] in deSwaan 4-13-0
Dit nu bij den ontvang in de kerk tesamen gerekent bedraagt een somme van 209-14-8
[in cijfers staat hier foutief het totaal als 219-14-8 achter]

Nu volgt den uijtgaav van 't zelvde jaar 1735:
-[de volgende "huijsarme" kreeg een aantal maal geld voor haar onderhoud:
-Maaj van Milt, 40 maal 0-8-0, 1 maal 0-9-0, 1 maal 0-10-0, 1 maal 0-12-0, 12 maal 0-16-0 ]
-[aan 22 niet met name genoemde passanten in totaal 3-2-0]
-dito [18 januari] Bastiaan van Milt, klompen 0-2-8
-dito [3 februari] aan Jacob van Helden voor kostgelt van Peeter van der Plas, 1/4 jaar 7-10-0 [en op 4 mei, in augustus, en op 16 november 7-10-0 telkens voor 1/4 jaar]
-den 8 [april] aan Willem Stam betaalt voor 9 appelboomen, 4 st[uivers per] stuk 1-16-0
-Dirk van Andel 3 dagen gearbeijd 1-16-0
-24 [april] aan den huijsarmen 5-0-0 [en in oktober nog eens 2-0-0, en in november 1-0-0]
-31 [mei] aan de nootlijdende kerke 3-0-0
-[14 juni] aan Anth. Schouten voor een paar schoenen van Bast. van Milt 1-0-0
-aan een paar kousen voor B. van Milt 0-10-0
-[21 juni] aan P. van der Plas een broek ende hemtrok, 4 elle, d'el 8 st[uivers], en 't maken 8 st[uivers], komt t'samen 2-0-0
-[7 juli] een broek voor Bastiaan van Milt, 't linne 12 st[uivers] en 't maken 4 st[uivers], same 0-16-0
-19 [juli] aan een sieke passant 0-4-0
-2 [augustus] aan een voorgedigt voor B. van Milt 0-1-0
-[2 augustus] aan Jan de Vroomen voor den mist [=mest] op den armenshof betaalt 5-10-0
-23 [augustus] voor Maaj van Milt en haar zoon klompen 0-6-0
-een paar schoen voor P. van der Plas 1-16-0
-schoenlappen voor B. van Milt 0-4-0
-den 5 [oktober] aan Jan de Vroome voor 't sant rijden op de pad 0-4-0
-[11 oktober] een hemd voor P. van der Plas en B. van Milt, met het naajen samen 3-0-0
-22 [november] voor P. van der Plas een paar klompen 0-4-0
-den 27 [december] een hemtrok en broek voor B. van Milt 1-15-0
-den 28 [december] bij Korst de Groot een meijtje brandhout voor Maaj van Milt 2-5-0
-aan Jan de Vroome voor 't missie rijden betaalt 2-10-0
-een paar klompen en sokken voor B. van Milt 0-6-8
-aan de missie te laden en door den hof te kruijjen 4 dagen arbeijdsloon 2-8-0
-aan den predikant voor de wijn, die aan 't H. avondmaal gebruijkt was 8-4-0
-aan den schoolm[eeste]r voor 't leere van d'arme kinderen 't gewoone stipendium 10-0-0
-aan Jan Crielaart voor 't brood tot des H. avondmaal gebruijkt 3-0-0
-aan de verponding betaalt 1-14-12
Den geheelen ontvang bedraagt 219-14-8. Den geheelen uijtgaav bedraagt 122-17-12. Zodat blijkt dat den ontvang meer bedraagt als den uijtgaav een somme van 96-16-12.
[doorgehaald: bij 't slot van de laast gedane rekening blijkt, dat in de armenkist is berustende een somme van 1382-10-10. Hierbij gerekent]
Weshalve bij slot van deze rekening blijkt, dat den rendant Dirck van Andel, meerder ontvangen als uijtgegeven heeft een somme van 96-16-12, welke den rendant (die bij het doen van zijne rekening, schoon daarvan bewust, selver in persoon niet verscheenen is, maar des daags te vooren aan den ouderling Willem Stam gezegt heeft, die voorschreve somme die er overschoot niet te hebben om te kunnen betalen, gelijk voornoemde ouderl[ing] Willem Stam daarvan in de kerkenraat rapport gedaan heeft) nog oversulks schuldig blijft ten behoeven van deze diakonij armen van Andel.
Aldus gedaan en gesloote in de kerke van OpAndel, den 9 januar[i] 1700 seven en dartig.
-Leon. Joh. Beverlo, 1737 -Joost Sterkenborgh
-W. Stam -Govert van Andel
-Steven van Vuren

Rekening, bewijs en reliqua van 't geene Joost Sterkenburgh als diaken heeft ontvangen en uijtgegeven, t'zedert den eerste januar[i] 1736 tot den laatsten december des selven jaars.
Den ontvang in de kerk is dit naarvolgende:
-[januari 12-5-0, februari 8-18-0, maart 10-10-0, april 22-15-0, mei 15-1-0, juni 10-8-0, juli 19-4-0, augustus 8-10-0, september 11-7-0, oktober 18-4-0, november 8-14-0, december 19-2-0]
-[25 december] in de bussen [in de kerk] 8-10-0
Zodat den geheelen ontvang in de kerk tesamen bedraagt een somme van 173-8-0.
Hier volgt nu nog anderen ontvang:
-de bus in de Swaan geligt 13-8-2
-[uit de bus] in de Rib 15-3-8
-[uit de bus] bij den predikant 2-13-0
-van Anth. van Dijk wegens drie jaren intrest op rekening ontvangen ses en dartig gl. zodat op die 3 jaren intrest nog te kort komt vier gl. tien stuijvers, dus 36-0-0
-van Govert Janse van den Andel ontvangen wegens het fruijt in d'armens boogaartje twee gl. vijf st. dus 2-5-0
-van de wed. Maria Roosa voor de kriese in den armenshof 12-0-0
-voor de turfton 0-9-0
-de huijshuur van een jaar van Peternel Roosa 1-0-0
Dit nu bij den ontvang in de kerk tesamen gerekent, bedraagt een somme van 256-6-10.

Nu volgt den uijtgaav van't zelvde jaar 1737 [moet zijn 1736!!]:
-[de volgende "huijsarme" kreeg een aantal maal geld voor haar onderhoud:
-Maaj van Milt, 52 maal 0-8-0]
-[aan 8 niet met name genoemde passanten in totaal 1-13-0]
-[aan de huisarmen, 1 maal 1-16-0, 2 maal 2-0-0]
-23 [januari] voor Peter van der Plas een paar kousen 0-8-0
-den 1 [maart] aan dijkgelt 0-7-4
-10 [maart] aan den huijsgenoten 1-12-0
-14 [maart] aan de jonge van Maaj van Milt een hemd, en voor 't maken, tesamen 0-18-0
-den 1 [april] aan Jacob van Helden 1/4 jaars kostgeld voor Peter van der Plas 7-10-0 [en op 20 mei, 5 augustus telkens 7-10-0]
-28 [april] voor B. van Milt een paar kousen 0-12-0
-16 [mei] aan B. van Milt een paar schoenen, en een nieuwe hoed, tesamen 1-8-0
-30 [mei] voor de nootlijdende kerke 3-0-0
-18 [juni] een el wit linne voor P. van der Plas 0-10-0
-27 [juni] aan Peter van der Plas 0-9-0
-27 [augustus] aan B. van Milt een hemdrok en broek, t'samen 2-17-0
-[in september] aan Jan Goverse van Andel voor 't stoppe en vorste van den armenshuijsje 0-5-8
-[in september] aan Corn. van Gammeren voor sluijk 0-4-0
-[in september] voor B. van Milt een paar klompe 0-2-8
-26 [september] voor P. van der Plas een hemdrok en broek 1-6-0
-3 [oktober] voor P. van der Plas 2 hemde gekogt 3-5-0
-10 [oktober] voor den armen turf opgedaan 6-16-0
-17 [oktober] voor P. van der Plas de 2 hemde late maken 0-11-0
-26 [oktober] aan Jan de Vroome voor 't sand rijen op 't sandpad van den armenshofje 0-4-0
-27 [oktober] aan Ger. van den Andel wegens turf te rijen voor den armen 0-18-0
-7 [november] voor Maaj van Milt gekogt elf pond vlas van 6 st. [per pond] 3-6-0, nog van weeve gegeven 2-5-0
-6 [december] voor P. van der Plas een nieuwe deeke 4-0-0
-[6 december] nog aan de wed. B. van Besoojen 1-0-0 [nogmaals 1-0-0 op 12, 24 en 31 december]
-26 [december] voor Maaj van Milt een oude deeken 2-1-0
-voor B. van Milt een paar kouse 0-6-0
-den 28 [december] voor de wed. van Boud. van Besoojen een meijd houd gekogt van Willem de Veerman 4-5-0
-den 2 [januari 1737] aan Herdenburg du Clou gegeven wegens kleermaken voor den armen 1-8-0
-nog aan 2 luij, wier huijs te Sleeuwijk is afgebrand 0-15-0
-nog aan een vrouw, wiens beeste gestorven zijn 0-11-0
-nog aan een vrouw, die herwaars van Workom met een wagen gebragt was, zijnde hoog swanger, gegeven 0-11-0
-deselve weer met een wagen schielijk weg laten brengen, en aan vragt gegeven 1-10-0
-voor B. van Milt een paar klompe 0-2-8
-den 10 [januari 1737] aan P. Pols voor 't leere van de armen kinderen 7-10-0
-aan Jan Wilmse Najen wegens molegelden van den jaaren 1733 en 1734 van den armenshov 0-17-8
-aan den predikant, wegens wijn tot 't gebruijk van des H. Heijlig avondmaal en 1 gl. verschot voor de fons charitatis, tesamen 8-4-0
-nog aan den predikand volgens rekening voor verschot aan Jenneke Swarte 8-8-0
-volgens qq[=quitantie] nog aan Jan Crilaert wegens leverantie van brood tot 't gebruijk van des H. Heijlig avondmaal in den jaaren 1736, een somma van 3-0-0
-aan G. Crilaart wegens ordin[aire] verponding van 1735 over 180 roeden land in St. Romboutspolder, volgens qq. 1-3-2
Den ontvang bedraagt 256-6-10. Den geheelen uijtgaav bedraagt 130-11-6, zodat blijkt dat den ontvang meer bedraagt als den uijtgaav, een somme van 125-16-4. Bij 't slot van de op een na laatst gedaane rekening (also 't slot van de laatste rekening door de diaken Dirk van Andel, bij 't doen van de rekening in gebreken bleev, en als nog niet betaalt heeft) blijkt dat in de armekist is berustende een somme van 1382-10-10. Daarbij gerekent de 125-16-4 die den rendant meer heeft ontvangen als uijtgegeven, so blijkt dat tegenswoordig in de armekist berust een somme van 1508-6-14.
Aldus gedaan en gesloten in de kerke van OpAndel, den 22 meij 1700 seven en dartig.
-Leon. Joh. Beverlo, V.D.M. -Steven van Vuren
-Govert van Andel -J. T. Najen
-dit is het + merkteken van Jacob van Helden, verklaart niet te konnen schrijven.

Rekening, bewijs en reliqua van 't geen Govert Janse van Andel als diaken heeft ontvangen en uijtgegeven t' zedert den eerste januar[i] 1737 tot den laatste meij des zelven jaars:
-[januari 9-13-0, februari 7-12-0, maart 12-11-0, april 19-14-0, mei 9-12-0]
Zodat den ontvang in de kerk bedraagt tesamen een somme van 59-2-0
Hierna volgt nog anderen ontvang:
-den 8 april van appelboome takken 0-6-0
-den 20 meij van de kriesen in't hofke 5-10-0
-NB. nog eene post van hondert guldens, die in de rekening van Dirk Philipse van Andel vergeten is, als zijnde in sijnen tijd door de erfgenamen van de wed. van Govert Ariense van Andel afgelost,en aanstonds is in de armenskist gelegt 100-0-0
Dit nu bij den ontvang in de kerk tesamen gerekent bedraagt een somme van 164-18-0

Nu volgt den uijtgaav van deselvde maanden des jaar 1737:
-[de volgende "huijsarmen" kregen een aantal maal geld voor hun onderhoud:
-Jenneke Swarte, 1 maal 0-8-0, 3 maal 0-9-0, 11 maal 0-10-0, 5 maal 0-12-0, 1 maal 1-0-0,
-Maaj van Milt, 1 maal 0-4-0, 24 maal 0-8-0,
-de wed. van Boudewijn van Besoojen, 4 maal 0-10-0, 8 maal 1-0-0]
-[aan 4 niet met name genoemde passanten in totaal 0-5-8]
-12 dito [februari] aan eenen huijsarmen, die als hij kan het sal weergeven, gegeven 1-10-0
-den 20 dito [februari] een meijd houd voor Maaj van Milt 4-0-12
-den 22 dito [februari] een paar klompen voor B. van Milt 0-2-4
-den 1 maart aan Jan Nieuwenhuijsen een schepel tarw, en 2 st. voor 't maalen, tesamen 2-2-0
-den 6 dito [maart] aan dijkgelt 0-7-4
-den 22 dito [maart] nog aan Jan Nieuwenhuijsen een schepel tarw en 2 st. voor 't malen, tesamen 2-2-0
-aan 4 peerbomen en 2 appelbomen en eenen notenboom, in koop en vragt tesamen 2-6-0
-den 2 dito [april] 4 peerboomen en 2 pruijmbomen t'samen 1-14-0, aan arbeijdsloon van pooten, en inten etc. 1-4-0
-15 [april] twee entjes tuijn gezet aan den armenshof, voor de materialen en arbeijdsloon tesamen 1-8-0
-20 [april] aan Jan Nieuwenhuijsen een schepel tarw en nog 2 st. voor 't maalen 2-4-0
-[in mei] aan Jan Krielaart voor linnen tot een wammes en streepjesgoed voor een hemtrok, en knoopen en gaaren voor B. van Milt, tesamen 1-18-4
-voor 't maaken aan G. Herwijnen 0-12-0
-24 dito [mei] een peijse rok, en een karsaaje hemtrok voor P. van der Plas, tesamen 4-8-0
- 20 dito [juni] aan Hardenberg voor 't maken 1-2-0
-22 dito [juni] aan J. Krielaart voor knopen, garen en lind voor P. van der Plas 0-13-0
Den ontvang bedraagt te samen 164-18-0. Den uijtgaav bedraagt te samen 58-17-8 [met nog 2-3-0 van juni]. 't overschot is 104-0-8.
Bij 't slot van de laats gedaane rekening blijkt dat in de armenskist is berustende een somme van 1508-6-14, daarbij gerekent de 104-0-8 die den rendant meer heeft ontfangen als uijtgegeven, so blijkt dat in de armenskist tegenswoordig berust een somme van 1612-7-6.
Aldus gedaan en geslooten in de kerke van OpAndel den [niet ingevuld] januw[ari] 1700 agt en dartig.
-Leon. Joh. Beverlo, V.D.M. 1738
-dit is 't merk + van Jacob van Helden, verklaart niet te konnen schrijven.
-J. T. Najen
-Geerit Corn. van Andel

Rekening, bewijs en reliqua van 't geen Jacob van Helden als diaken heeft ontvangen en uijtgegeven, t'zedert den eersten julij 1700 seven en dartig, tot den laatsten decemb[er] des selven jaars. Ontvang in de kerk:
-[juni 22-6-0, juli 6-10-0, augustus 8-2-0, september 9-14-0, oktober 15-6-0, november 6-7-0, december 22-12-8]
Zodat den ontvang in de kerk tesamen bedraagt een somme van 90-17-8.
Hier volg nog anderen ontvang:
-de bussen geligt in de Swaan 5-1-8
-[de bus gelicht] in de Rib 2-7-8, [de bus gelicht] bij den predikant 2-7-8
-van Dirk Philipse van Andel ontvangen een geregte vierde part van 't capp[itaal]dat hij bij 't doen van zijne rekening aan de diakonie schuldig bleev, zijnde 24-9-4
-nog van Anth. Corn. van Andel ontvangen vier jaren intrest, welkers vierde jaar verschenen was den 8ste maart 1700 seven en dartig, zijnde een somme van 40-0-0
-nog van Geertruij van Pelt ontvangen ses jaren intrest, welkers sesde jaar verscheenen was den 3de aug[ustus] 1700 vijv en dartig, zijnde een somme van 30-0-0
-nog voor 't fruijt in den armenshov 6-15-0
-nog ontvangen drie rijsen voor de turfton, tesamen 1-14-0
Den geheelen ontvang tesamen bedraagt 210-14-12.

Nu volgt den uijtgaav van de selvde maanden des jaars 1737:
-[de volgende "huijsarmen" kregen een aantal maal geld voor hun onderhoud:
-Maaj van Milt, 5 maal 0-8-0, 25 maal 0-12-0,
-Jenneke Swarte, 30 maal 0-12-0]
-den 16 dito [juni] een broek, en 't maken, voor B. van Milt, t'samen 0-11-0
-18 dito [juni] aan de heeren kerke visitatoren voor de nootlijdende kerken 3-0-0
-den 21 dito [juli] voor 't water besien van Maaj van Milt 0-6-0
-dito [21 juli] voor P. van der Plas aan klompen 0-4-0
-30 dito [juli] aan een huijsarmen 0-15-0
-den 5 dito [augustus] voor P. van der Plas een paar kousen 0-8-0
-den 12 dito [september] aan turf voor den armen van Andel 8-4-0
-dito aan G. Corn. van Andel voor den turf te rijden 0-12-0
-[in november] nog voor B. van Milt een wolle broek met haar toebehoren en 't maakloon, tesamen 2-5-8
-[in november] voor P. van der Plas een linnebroek, met 't maken, t'samen 0-17-8
-aan een huijsarmen 0-16-0
-[4, 11, 18 en 25 december] aan Jan Nieuwenhuijsen 2 rijsen 12 st., en 2 rijsen 16 st., dus 2-16-0
-nog aan Jan de Vroomen voor sant en aarde te rijden op den armen sandpad, en straat 0-8-0
-den 27 [december] voor B. van Milt een linne hemdrok met 't maakloon 0-16-0
-aan Gijsb. Crielaart gegeven wegens verponding van den jaare 1736 en 1737 volgens qq. [=quitantie] 1-14-12
-aan J. Crielaar wegens leverantie van broot tot 't H. avondmaal gebruijckt, volgens qq. 3-0-0
-aan Corn. van Tiel wegens molegeld 1735, volgens qq. 0-9-6
-aan Corn. van Schaik, schoolmr., voor 't leere van de armenskinderen volgens qq. 10-0-0
-aan den predikant wegens verschot aan de fons charitatis, en geleverde wijn tot 't gebruijk van 't H. avondmaal, te samen volgens qq. 8-4-0
-aan Jan Goverse van Andel wegens houd voor den armen 2-10-0
-aan Anth. Corn. van Andel voor anderhalv jaar kostgelt, verscheenen den 1 feb[ruari] 1738, van P. van der Plas, volgens qq. 48-0-0
-nog aan Geertruij van Pelt, wegens twee jaaren huijshuur voor de wed. van B. van Besooijen dat verscheijnen sal den 1 meij 1738, gegeven volgens qq. 30-0-0
-den 6 junij aan een passant 0-0-8
-den 26 julij aan een vrouw die baren wilde 1-13-0
-den 25 aug[ustus] aan een passant 0-2-0
Den geheelen ontvang bedraagt 210-4-12. Den geheelen uijtgaav bedraagt 162-12-10. Zodat blijkt dat den geheelen ontvang meer bedraagt als den uijtgaav een somme van 48-2-2.
Bij 't slot van laats gedaane rekening blijkt dat in de armenskist is berustende een somme van 1612-7-6. Daarbij gerekent de 48-2-2 die den rendant meer heeft ontvangen als uijtgegeven, so blijkt dat in de armekist tegenwoordig berust een somme [van] 1660-9-8.
Aldus gedaan en geslooten in de kerke van OpAndel, den 12 maart 1700 agt en dartig.
-Leon. Joh. Beverlo, V.D.M.
-J. T. Najen
-Geerit Corn. van Andel

Rekening, bewijs en reliqua van 't geene Jacob van Helden als diaken heeft ontvangen, ende uijtgegeven t'sedert den 1ste januar[i] 1700 agt en dartig, tot den laatsten decemb[er] des selven jaars. Den ontvang in de kerk is dit volgende:
-[januari 10-9-0, februari 8-5-0, maart 13-8-0, april 10-2-0, mei 11-19-0, juni 10-19-0, juli 10-4-0, augustus 9-6-0, september 9-1-0, oktober 8-10-0, november 9-10-0, december 15-5-0]
-[5 maart] nog uijt de bus in de kerk 0-9-0, [6 april] in de bussen 8-9-0, [13 juli] in de bussen 9-1-0, [12 oktober] in de bussen 9-3-0, [25 december] in de bussen 8-19-0.
-[10 september] bij gelegenth[eid] van trouwe 11-11-0
Zodat den ontvang in de kerk tesamen bedraagt een somme van 174-10-0.

Hier volgd nu nog anderen ontvang:
-de bussen geligt, en daarin gevonden bij den predikand 10-4-0
-[uit de bus] in de Rib 10-6-8, [uit de bus] in de Swaan 3-0-0, [uit de bus] in de kerk 0-13-0
-op het ervhuijs bij Jenneke Swarte gemaakt 39-7-0
-den 19 april van Anth. van Dijk ontvangen twee jaren intrest, welkers laatste jaar verschenen is den 28 feb[ruari] 1735, zijnde een somme van 24-0-0
-van de kriesen in den armenshov 2-11-0
-tweemaal voor de turv-ton, ider rijs 12 st[uivers], dus 1-4-0
-van 't fruijt in den armenshov 4-7-0
-[doorgehaald:] uijt de bus in de kerk gehaalt 0-13-0
-nog eens voor de turv-ton ontvangen 0-12-0
-van Anth. Corn. van Andel een haalv jaar intrest ontvangen, dat verschenen was den 8 septemb[er] 1737, 5-0-0
-nog van Anth. van Dijk ontvangen twee jaren intrest, welkers laatste verschenen is den 28 feb[ruari] 1737, sijnde een somme van vier en twintig gl., dus 24-0-0
-nog twee jaren huijshuur van Pieternel Roosa, 2-0-0
Dit nu bij den ontvang in de kerk tesamen gerekent, bedraagt een somme van 301-14-8

Nu volgt den uijtgaav van 't selvde jaar:
-[de volgende "huijsarmen" kregen een aantal maal geld voor hun onderhoud:
-Maaj van Milt, 52 maal 0-12-0,
-Jan Nieuwenhuijsen, 20 maal 0-12-0, 5 maal 0-14-0, 15 maal 0-16-0,
-Jesijna, wed. van B. van Besoojen, 1 maal 0-10-0, 2 maal 0-12-0, 1 maal 0-14-0, 9 maal 0-16-0 (laatste maal op 31 maart)]
-[in januari] aan drank op de begravenis van Jenneke Swarte 0-7-0
-voor uijttrekken van dezelve 1-10-0
-nog aan Corn. van Tiffelen over schult van dezelve betaalt 0-10-0
-voor 't begraven en nodigen ter begravenis 1-2-0, voor de doodkist 3-15-0, aan port van eenen briev 0-1-0
-[in februari] voor P. van der Plas, een hemd gekogt, en voor 't maken en de knoopen, tesamen 1-19-0
-voor Bastiaan van Milt een paar klompen 0-2-8
-nog voor den selven een kleermakers schaar 0-14-0
-aan dijkgeld in 't jaar 1737 betaalt 0-7-0
-[in april] aan Gijsbert Herwijnen betaalt voor kostgelt als B. van Milt van 't kleermaken scheijden 1-6-0
-voor 't maken van een keel voor B. van Milt 0-8-0
-nog voor linnen en knoopen aan den keel voor Bast. van Milt gekogt 0-10-8
-nog aan Sijna van Besooijen 0-8-0
-[in mei] nog voor P. van der Plas een paar kousen gekogt 0-14-0
-nog aan Jan Nieuwenhuijsen voor 't maajen in den armenshov 0-8-0
-[in juni] nog voor de nootlijdende kerken aan de H. H. visitatores 3-0-0
-[in juli] een vierde jaar kostgeld aan Anth. Corn. van Andel voor P. van der Plas, bedraagt een somme volgens qq [=quitantie] 8-0-0
-[in augustus] nog aan turf voor den armen 8-2-0
-nog aan Gerrit Corn. van Andel voor aarde te rijden op de straat van den armenshov, en de turv voor den armen 0-18-0
-nog voor een vierde [doorgehaald: halv] jaar kostgeld aan Anth. Corn. van Andel voor P. van der Plas, bedraagt een somme van 8-0-0, volgens qq.
-[in september] aan Peeter van der Plas, voor toebakx-gelt 0-2-0
-[in oktober] voor P. van der Plas een hoed gekogt 0-17-0
-voor den selve linnen tot een broek en hemdrok gekogt 1-10-6
-nog voor 't maken aan Gijsbert Herwijnen 0-9-0
-nog aan Gerrit Corn. van Andel voor sand te rijden op den armens straat 0-6-0
-[in december] nog voor P. van der Plas gekogt een hemd, een paar koussen en een paar klompen tesamen 2-6-8
-nog aan P. van der Plas gegeven voor toebakxgeld 0-12-0
-dijkgeld betaald van den armenshov van 't jaar 1737, 0-7-0, moolegeld voor 't jaar 1736, 0-5-2, verponding 1737, 1-3-2
-aan Corn. van Schaik voor 't leeren van de armenskinderen 10-0-0
-aan Jan Crielaart voor leverantie van brood tot het gebruijk van 't H. avondmaal 3-0-0
-aan den predikand voor leverantie van wijn tot gebruijk van 't H. avondmaal en 1 gl. verschot voor de fons charit[atis] 8-4-0
-een halv jaar kostgeld aan J. van Helden voor P. van der Plas, dat verscheenen is geweest den 1 feb[ruari] 1739, 16-0-0
-aan Steven van Vuuren voor 't scheeren van P. van der Plas 0-12-0
-nog aan dijkgelt voor 't [jaar] 1737 betaald 0-3-4
-den 13 maart 1738 aan een vrouw, die sijde haar huijs en vee af- en verbrand te sijn, en haar man gestorven, zij met 7 kinderen was overgebleven, sonder middelen 1-8-0
-den 12 dito [maart 1738] aan een vrou en man 0-1-0
-nog aan drie mensen, die bij de Algiers gevangen geweest waren, en hunne tongen afgesneden waren, etc. 2-15-0
-nog aan [doorgehaald: een arme wed.] passant 0-2-0
Den geheelen ontvang bedraagt 301-14-8. Den geheelen uijtgaav daar en tegen bedraagt 161-3-6. Zodat blijkt dat den geheelen ontvang meer bedraagt als den uijtgaav, een somme van 140-11-2. Bij 't slot van de laatst gedane rekening, blijkt dat in de armenskist is berustende een somme van 1660-9-8. Daarbij nu [bij] gerekent de 140-11-2 die den rendant meer heeft ontvangen als uijtgegeven, so blijkt dat in de armenskist tegenwoordig berust een somme van 1801-0-10.
Aldus gedaan en geslooten in de kerke van OpAndel den agtienden maart 1700 negen en dartig.
-Leon. Joh. Beverlo, V.D.M.
-G. [of J.?] v. Andel
-J. v. Vuren
-Teunis Nieuwenhuijse
-dit is 't merk + van Corn. Verwijs, verklaart niet te konnen schrijven

Rekening, bewijs en reliqua van het geen Teunis Nieuwenhuisen als diaken heeft ontvangen en uitgegeven t'sedert den 1ste januarij 1700 negen en dertig, tot den laatsten decemb[er] des selven jaars. Ontvangst in de kerk:
-[januari 9-17-0, februari 10-2-0, maart 19-16-0, april 7-19-0, mei 14-2-0, juni 7-18-0, juli 7-14-0, augustus 11-2-0, september 6-8-0, oktober 13-7-0, november 7-4-0, december 16-12-0]
-[in maart] in de bussen 7-8-0, [in juni] in de bussen 9-5-0
So dat den ontvangst in de kerk samen bedraagt een somma van 148-14-0.
Den andre ontvangst:
-bij het ligten van de bussen ontvangen:
-bij mejuffr. de wed. Beverlo 0-11-0
-in de Swaan 3-0-8
-in de Rib 15-6-8
-in de kerk 2-5-0
-op het erffhuis van de wed. van B. van Besoijen gemaakt 57-13-8
-van Cornelis Vos, wegens verdienst van Joost van Besoijen 2-0-0
-voor twee goude stukken en twee oorringen van de wed. van Besoijen gemaakt 14-7-0
-van Anthonij Hooglant wegens koop van het houdt in het bogaartje 8-10-0
-van de kriesen in den armenshoff 4-0-0
-van de appelen en peeren uit den bogaart 17-0-0
-van de turffton 0-14-0
-van twee silvere knoopjes uit de armekist gemaakt 0-5-8
Deesen ontvangst gerekent bij den ontvangst in de kerk, soo bedraagt het samen de somma van 274-7-0.

Nu den uitgaav van het selfde jaar:
-[de volgende "huijsarmen" kregen een aantal maal geld voor hun onderhoud:
-Maieke van Milt, 52 maal 0-12-0,
-Jan Nieuwenhuizen, 1 maal 0-12-0, 19 maal 0-16-0, 1 maal 0-18-0, 1 maal 1-8-0 (laatste maal op 22 juni)]
-nog aan Maije van Milt een meijt houdt gegeven, gekogt voor vijff gl. volgens qq. [=quitantie], voor 't thuis brengen 6 stuij[vers], dus samen 5-6-0
-nog voor deselve 6 en een 1/2 ell hembt linnen, de ell XI stui[ver], gekogt, bedraagt met het maken 8 stuij[vers], gaarn en snit 2 stuij[vers] 4-1-8
-ten behoeve van Peter van der Plas gegeven, voor twee vierendeel jaars kostgeld aan Jacob van Helden, den 1 may en laatste july gegeven 16-0-0
-voor een paar zolen onder sijn schoenen aan Anth. van Dam 0-8-0
-voor 6 en een halff ell hembtlaken tegen 9 stuij[ver] de ell, 2-18-8, en nog 10 stuij[vers] voor het maken en voor gaarn en knopen 3-11-8
-voor een paar kousen en slaapmuts 0-16-0
-voor 5 ellen bruin saije, 12 stuij[ver] de ell, 3-0-0
-4 ellen Vlaams linnen, 8 stuij[ver] de ell, 1-12-0
-2 ellen bruin linnen, 6 stuij[ver] de ell, en een dosijn knopen voor 1 stuij[ver] en 8 penn[ingen], 0-13-8
-voor het maken aan Gijsbert Herwijnen 1-0-0
-voor toeback aan Peter van der Plas 1-4-0
-voor de klederen van de weeskinderen van Boudewijn van Besoijen betaalt 19-14-0
-nog ten behoeve van de weeskinderen gegeven:
-aan Anneke, de wed. Besoijen 1-10-0
-aan Jan den Bakker 0-9-0
-aan Jan van Andel 0-2-0
-aan Sweer Bouman 0-1-0
-aan Herman Kuip 0-2-0
-aan Geertruij van Pelt voor broot en boter 1-3-8
-voor het maken van de doodtkist aan Jan Straver gegeven 4-0-0
-voor het groeff bidden en graft graven 1-10-0
-aan Geertruij van Pelt voor geleent gelt aan de overledene weduwe gegeven 2-7-0
-voor het maken van de klederen der weeskinderen, aan Hardenberg du Clou, qq. 5-14-0
-voor drie weken kostgelt van Jacomijntje van Besoijen aan desselfs grootmoeder 2-3-0
-nog aan deselve voor het oppassen van de weeskinderen 1-10-0
-ten behoeve van de weeskinderen gegeven: voor 4 slaapmutsen en 2 paar schoen 2-7-0, voor elff ellen hembtslinnen, 9 stuij[ver] de ell, 5-3-8, voor het maken en garen en knopen 1-6-0, voor 6 en een halff ell bruin saye, 12 st. [de] ell, 3-18-0, voor andre behoeftigheden volgens qq. 4-10-0, voor het maken volgens qq. 2-12-0
-aan Anth. van Vuren voor het oppassen van B. van Besoijen, toen hij siek was 2-10-0
-aan Corn. Kuip voor gelevert goedt bij het leven van de weduwe, volgens qq. 3-0-0
-aan de wed. van Besoijen, voor gehaalde winkelwaren bij het leven van deselve weduwe, volgens qq. 3-6-0
-aan Jan Crielaart ook voor gehaalt goedt 1-13-0, nog aan denselve voor gehaalde winkelwaren voor de weeskinderen, volgens qq. 6-18-14
-aan Anth. van Dam voor schoenlappen 0-14-0
-aan de schoolmeester voor het leren van de arme kinderen 10-0-0, nog aan deselve van boeken 0-8-0
-aan Jan Crielaart voor het broodt bij het H. avontmaal 3-0-0
-aan juffr. de wed. Beverlo voor de wijn 7-4-0
-aan de heeren visitatoren 1-0-0, nog aan deselve voor de noodtlijdende kerken 4-10-0
-aan een nieuw formulierboek 2-0-0
-voor een korff bij het avontmaal gebruijct wordende 0-18-0
-voor een noteboom om op het arme boomgaartje te planten 0-10-0
-aan Anth. van Vuren voor arbeidtsloon in den boomgaart 3-6-0
-voor het maken van het santpadt 0-4-0
-voor dijkgelt van den bogaart 0-7-4
-aan verscheidene noodtlijdende huisarmens gegeven, samen gerekent sijnde 22-18-0
-aan verscheidene passanten samen gerekent sijnde gegeven 2-7-0
Den gehelen ontvangst bedraagt 274-7-0. Den uitgaaff bedraagt 223-13-10. Dus blijkt dat den ontvangst meer bedraagt als den uitgaaff, een somma van 50-13-6. Bij het slot van de voorgaande rekening blijkt dat in de armenskist is berustende een somma van 1801-10-0, waarbij nu gerekent de 50-13-6 die den rendant meer ontvangen als uitgegeven heeft, soo blijkt dat tegenwoordig in de armenskist berust een somma [van] 1851-14-0
Aldus gedaan en gesloten in de kerk van OpAndel, den vijfftienden febr[uari] 1700 twee en veertig:
-J. van Vuren, ouderlingh
-Petrus Goldbach, V.D.M.
-Evert Meelesees [=Melssen]
-dit is + het merk van Cornelis Verweijs, als diakon
-Anthonij Naijen
Rekening, bewijs en reliqua van het geen Teunis Nieuwenhuisen als diaken heeft ontvangen en uitgegeven, t'sedert den 1sten jan[uari] 1740, tot den laatsten decemb[er] desselven jaars.
Ontvangst in de kerk:
-[januari 7-2-0, februari 6-4-0, maart 10-13-0, april 14-9-0, mei 8-7-0, juni 6-18-0, juli 14-19-0, augustus 7-6-0, september 5-13-0, oktober 39-11-0, november 7-12-0, december 18-7-0]
Soo dat den gehelen ontvangst in de kerk samen bedraagt een somma van 147-1-0.
Dan anderen ontvangst:
-van het fruit in den armensbongaart 5-0-0
-van het uitgeroiede hout 2-10-0
-uit de bussen, samen een somma van 23-4-10
-van een geregte part der weeskinderen van B. van Besoijen uit den boedel van A. v. Pelt 4-19-0
-van de kriesen in den boomgaart 9-10-0
-van de wed. Rosa wegens een jaar huishuur 1-0-0
-van de turffton 1-8-8
-uit de kist van de diakonije 57-0-0, nog uit deselve kist 30-0-0, nog uit deselve kist 8-13-0
-van de wed. van Dirk Philipse op het geen haar man bij slott van rekening is schuldig gebleven 36-0-0
-van Anth. van Dijk wegens twee jaren interest over 1738, 1739, 24-0-0
Deese ontvangst gerekent bij de ontvangst in de kerk, soo bedraagt het te samen de somma van 350-11-8.

Nu den uitgaaff van het selfde jaar:
-[de volgende "huijsarmen" kregen een aantal maal geld voor hun onderhoud:
-Maaj van Milt, 53 maal 0-12-0, 1 maal 0-19-0,
-Jan Nieuwenhuise, 1 maal 0-14-0, 15 maal 0-16-0, 6 maal 1-0-0,
-Jan de Vroomen, 1 maal 0-6-0, 2 maal 1-0-0, 1 maal 1-5-0, 1 maal 1-8-0]
-den 1 [augustus] aan een schort, mantel en borstrock, voor haar [=Maij van Milt] gekogt, gegeven [bij] qq [=quitantie] 4-3-0
-den 10 [augustus] voor linnen om lakens aff te maken 2-0-4, voor maken qq 0-16-0
-den 5, [en] 30 [oktober] aan de wed. van Aart Herwijnen gegeven, eens 14 en eens 11 st[uivers], samen 1-5-0
-den 6, 11, 19 [december] aan Wouter Lievaart, driemaal gegeven, eens 2 gl. en tweemaal 1-10-0, samen 5-0-0
-aan Cornelis van Gameren en Anth. van Andel gegeven, elk voor een jaar kostgelt van Arien en Joost van Besoijen, samen qq. f. 57-0-0
-voor een jaar kostgelt van P. van der Plas gegeven 36-0-0
-aan de wed. van Dirk Philipse voor een jaar kostgeld van B. van Besoijen, dit verrekent tegen de bovenstaande ontvan[g]st 36-0-0
-aan Willem Kok voor sargie, saij, linne en diemet 17-18-4 gegeven qq
-voor de weeskinderen van B. van Besoijen voor kousen, schoenen etc. gegeven, samen 4-13-0
-aan A. van Dam voor lappe aan schoenen 0-8-0
-aan 13 ellen linnen voor de kinderen van B. van Besoijen 5-14-4
-nog voor eenige behoeftigheden voor deselve kinderen gegeven 6-16-10
-aan Hardenberg gegeven voor het maken van klederen, samen qq 3-4-0
-aan Evert Mellars voor boter en melk ten behoeve van een kraamvrouw gegeven qq 0-17-0
-aan Jan W. Najen voor molengeld over den jaren 1738, 1739, qq 0-15-8
-aan dijkgelt voor 't jaar 1740 qq 0-9-0
-voor kleeren en schoenen voor Joost van Besojen 6-4-0
-aan Jan Crielaart voor het leveren van eenige winkelwaren, samen qq 4-2-0
-aan deselve nog voor het leveren van broot bij 's Heeren avontmaal qq 3-0-0
-aan kousen en klompen voor P. v.d. Plas gegeven 1-2-0
-aan P. v.d. Plas voor taback, in't geheel 1-12-0
-aan Joost van Triest voor messing 5-0-0
-aan J. de Vroome voor het rijden van desel[f]s 3-0-0, aan het laden van deselve 1-4-0
-aan C. van Gameren voor arbeidtsloon in de boomgaart qq 1-5-0
-voor 51 ton turff, de ton 9-8-0 [moet zijn 0-9-8 !, JK], samen 24-4-8
-aan W. Stam voor verponding van den armens boomgaart over 1738, 1739, 2-6-4
-aan E. Poortermans, wed. Steen, voor een vierendeel jaars kostgeld van B. van Besoijen qq 8-10-0
-aan de wed. juffr. Beverlo, voor 't leveren van twee rijse wijn aan 't H. avontm[aal] 3-12-0
-aan den predikant voor het leveren van een reijs wijn bij 't H. avontm[aal] 1-16-0
-aan A. van Dijk voor een winter kaarsen 6-0-0
-aan den schoolmeester voor een jaar leergelt en verschot aan boeken 11-3-8
-aan Jan de Smit voor een nieuwe sleutel en 't verandere van het slott aan de armenskist 0-12-0
-aan G. Krielaart voor 2 perebomen 1-4-0
-aan D[s]. Tok voor de noodtlijdende kerken 3-0-0
-aan twee passanten die van de Turk gevangen waren geweest, volgens onse naburen, gegeven 3-0-0
-aan twee leeden van de kerk van Dusseldorp voor hunne kerk, sijnde door het hemelvuur affgebrant, nevens onse naburen, gegeven 2-0-0
-ten behoeve van een kraamvrouw gegeven 1-19-0
-aan twee vrouwe die met een brantbrieff uit Duitslant gesonden waren 1-0-0
-aan twee turk gevangenen 2-0-0
-aan twee collectanten voor een affgebrande kerk in de Pals gegeven, volgens onse naburen 2-0-0
-aan D[s]. Coetsier voor de fons charitatis 1-0-0
-aan verscheidene passanten samen 1-19-0
-aan verscheidene nootlijdende huisarmens 10-12-0
Den gehelen ontvangst bedraagt 350-11-8. Den gehelen uitgaaff bedraagt 347-3-2. Sodat den ontvangst meer bedraagt als den uitgaaff, den somma van 3-8-6.
Bij het slot van de voorgaande rekening blijkt dat er in de armenskist is berustende een somma van 1851-14-0, waarbij gerekent de 3-8-2 die den rendant meer ontvangen als uitgegeven heeft, soud' er in de armenskist nu berusten de somma van 1855-2-6.
Maar vermits den rendant heeft verrekent 95-13-0 die hij uit de armenskist heeft ontvangen, soo blijkt dat deese somma van 95-13-0 van de bovenstaande 1855-2-6 affgetrokken sijnde, er nu in de armenskist is berustende een somma van 1759-9-6.
NB. hieronder sijn bevonden mede begreepen te sijn de schepenbrieven in de armekist bij de specie berustende.
Aldus gedaan en gesloten in de kerke van OpAndel den vijfftienden febr[uari] 1700 twee en veertig.
-Petrus Goldbach, V.D.M.
-J. v. Vuren
-Evert Meleses
-dit is + het merk van Cornelis Verweijs
-Anthonij Naijen

[dit is het einde van dit boek, en het einde van mijn reeks bewerkingen van de diakonie rekeningen van Andel.Hierna volgt een hiaat in de rekeningen tot en met 1783, het eerstvolgende boek met rekeningen begint met 1784.
J. de Kloe, Hoveniersland 12, 5301 VA, Zaltbommel, februari 2004]

( Transcriptie door: Jos de Kloe. )
(terug naar mijn bronnen pagina/back to my sources page)