Collectie Rijksarchief, inv.nr.17, Leenboek Altena



Leenboeken van Altena
Collectie van het Rijksarchief Noord Brabant, inv. nr. 17
157 scans, gehad van Ben van Rijswijk.

-----------
scan p001
-----------
Rijksarchief in Noord-Brabant
Collectie Rijksarchief
17
-----------
scan p002
-----------
Register vande denombremten van de
leenen van Althena, bij de vasallen
inde rekencamere ende leenhove van
Hollandt aengebracht inden jare
XVc.LXIX volgende die placaeten
vande Ma[jestei]t daer van zijnde.

derde deel.
-----------
scan p003
-----------
Inventaris gemaect bij Mr. Cornelis Oem als griffier van de register
camere ende leenhove van Hollandt vande registers ende leenboecken
gehouden vande leenen van de Heerschappie van Althena bij fijt?te van
confiscatie voor eenen tijt berijt ende besteet geweest hebbende inde
voorsz. register camere als van de jare XVc.LXIX tot den jare LXXIX 
toe, in welcken inventaris bevonden worden gespecificeert alle die
voorsz. leenen mit expressoe vande denombremente, heure naemen
ende heergewade. Item d'eerste uijtgevinge ende eerste opdrachten
derselver leenen. Item die annotatie van heure namen, als sommige
tot vrij en eijgen gemaect wesende. Noch wordt hierinne gedaen ver-
claringe ende bewijs wat leenen tot noch toe continuelijck verheven
ende wat leenen in zeer langen tijden niet verheven en sijn geweest,
die overslucx off in [leeg stuk] gevallen sijn. Off sal men den possesseurs
van dien tot nieuwe verheffingh mogen [zin niet afgemaakt].

Nota allen die nae beschreven perceelen van leenen, sijn bij den voorn.
griffier genoemt, ende hier bij inventaris gestelt uytten register
van den leenboeck van Althena mitte Gespe, ende elck perceel heeft
int hooft ofte in capite bij cijssie aengeteijckent ende bewesen in
wat bladt ende plaetse die selve staen ende gevonden mogen worden
inden voorsz. leenboeck ende sijnder oock eenige inde voorsz. re-
gister camere opde beschrijvinge ende annotatie van de denombremente
van de selve leenen aengebracht, die inden voorsz. leenboeck mette
gespe niet bevonden en sijn, als blijcken sal, bij de annotatie hier
nae opden voorsz. inventaris gedaen.
-----------
scan p004
-----------
Taeffel vanden inventaris vande
leenen van Althena

folio
1.   Andel, Zwartendam, Emmekenesveer, Koewaert, Worp.
8.   Ghiecen, Weenaert, Isschit, Worp, Sinte Romboutspolder
19.  Rijswijck, Hanicxstege, Hontswijck
24.  Woudrichem, Broeckijt, die Campen, Wilde Woutershove
29.  Sleewijck, Snellinge, Roode Banwinge, Boelcam, Weijborgh
34.  Wercken, Essche, Smaelweer, Wolfshouve, Postelslant
43.  Almkercke, Doorn, Zandtwijck, Hodenpijlswaert, 
     Uppel, Wijele
50.  Emmickhoven, Spijck, Ganswijck
53.  Weerthuijsen, Craandonck, Brescae
60.  Bablionienborgh
58.  Uytwijck
64.  Buytenleenen.
-----------
scan p005
-----------
Verclaringe ende specificatie van de hoffrechten
staende tot de verheffinge vande leenen van Althena
gedaen ende [zin niet verder afgemaakt]
Drossaert ende stadthouder vande voorsz. leenen,
ende landen van Althena inde voorsz. registercamere
omgesonden.

Copie

Ick Henrick Bentijnck, drossaert ende dijckgraeff 's lants van
Althenae, attestere mits desen bij den eede die ick Co. Ma[jestei]t heb gedaan, dat
ick geweest ben stadthouder vande leenen vanden voorsz. landen van
Althena, ende dat ick ontfangen hebbe voor dat versouck van een
sleght leen, hoe groot van margentalen 't selve was, int geheel negen
guldens, waeraff mijn vrouwe van Hoorn, als vrouwe van den lande
van Althena mij als stadthouder lijet genieten twee guldens XV st[uive]rs
ende elck leenmannen tot tween toe IIII st[uive]rs den griffier off secretaris
van de leenen voor 't registreren ende den brieff te scrijven XII st[uive]rs, ende
die reste te weeten vijff guldens 5 st[uive]rs voor mijn vrouwe voornt.
daer ick mijn vrouwe reeckeningh van plach te doen.

Item van een Heerlijck leen noch eens soo veel, ende nijet meer, ende 't selve
gedistribueert doubbelt als vooren.

Voorts es bij mijnen tijden deur mijnen consent, als Stadthouder een
leen beswaert met seeckere somme van penn[ingen] waervan den selven met
mij heeft geaccordeert, nijet wetende wat gerechticheijt daertoe staende
was, vorder en es bij mijnen tijden voor mij als Stadthouder nijet gepas-
seert, sulcx dat ick van testamenten, splijsingen, dubleren, huwelijxe-
voorwaerden, ofte andersints van enige zeeckere rechten daertoe staende
geen kennisse en hebbe, ende des t'oirconde van desen mijn handt hier onder
gescreven, den XXVIII decembris a[nn]o XVc ende 't seventigh [1570]. Onderstont
geteijckent H. Bentijnck.
-----------
scan p006
-----------
Inventaris vande perceelen van leenen
die geh[o]uden werden vanden huyse ende
heerlicheijt van Althena, gestelt in
zeeckere quartieren, nae uytwijsens het out
leenregister der voorsz. leenen

Eerst Andel.

Eene hoffstede tot Andel, daer Heijnrick van Andel
Dirckz. vader op te woenen plagh XX roijen breet, ende
XX roijen lanck, ende alsulcke huysinge als daerop staet.

Eene hoeve lants, gelegen int gerechte van Andel, geheeten
Daems houve.
-----------
scan p007
-----------
Een stuck lants gelegen tot Andel, mit boomgaerden ende
hoffstede daertoe behoerende.

[marge: ten rechten leen]
I. Alsulcken grienden ende waerden, als Heijnrick van Andel
liggende hadde buytendijcx tegens die voorsz. erven binnendijcx
tot Vastrijt lande van Ghiecen toe.

-----------
scan p008
-----------
II.

2. Vier mergen lants ende twee hont, gelegen int gerechte van Andel,
streckende van de halver straete Afterdijck toe, neffens die
Uuyt Andelse stege.

Dit leen schijnt verduystert ofte verhandelt te wesen, ende sijn
inde plaetse van desen opgedragen.

Twee mergen lants ende vijff hont lants gelegen in Andel, daer aff
oostwaerts es gelegen Rijcart Willemsz. erve, ende westwaerts Jacob
Hermansz. streckende van jonge Jan Hermansz. landt totten
afterdijck toe.

Verlijt Glijmer van Rijswijck a[nn]o XVc.LVI pz. lb. b. abbo Althena
fol. XXXIII.

Idem compruit pz. upten reg[iste[r vande denombremente fol. X.

3. Die visscherije ende zegenworp inde Maze tot Andel.
-----------
scan p009
-----------
3. [marge: erffleen]
Een middelwaert gelegen inde Maze inden Gheer tot Andel, roerende
die hoffstadt tot Althenae.

3. Eenen Zegenworp ende [niet verder ingevuld]

[marge: tot eenen rechte erffleen]
Embert van Loosen
Eenen uuyterwaert gelegen inden gerechte van Andel, groot omtrent
vijff margen lants, gelegen buyten dijcx genaempt Zuytoorten waert,
hem verlijt bij opdrachte van Joncheer Johan van Parijs van Zuyt-
oort als speciale procuratie hebbende van Jr. Lubbert van Parijs
van Zuytoort, sijnen vader, den Ve december 1596 ut patet lib. hoge
Ot. C. fol. LIverso.

Verlijt Jan de Ruyter, als man ende vooght van Elisabeth van
Baerle bij opdrachte van Adriaen Lesera, als speciale procuratie hebbende
van Mathijs van Loosen, den XIIII aprilis 1598. lib. hoge Ot. C. fol. Ic.XXXIX.
-----------
scan p010
-----------
3. et 174. [marge: ten rechten erffleen]
Een visscherij gelegen inde Mazen aengaende vande Zwartendamme bij den
huyse van Pouderoyen, streckende tot Emmekens veer toe.

Verlijt Jan van Rossum, bij doode van Martijn van Rossum zijnen broeder,
a[nn]o XVc.LVIII pz. reg[ist]ro b alba Althena fol. XXII et XXIX.

Verlijt Jonckr. Steffen van Rossum, bij opdrachte van sijn vader.
Idem comparuit opten reg[iste]r vande denombremente fol. IIII verso.

Verlijt Johan Melander bij opdrachte van Johan vander Reviere, als
geordonneerde curateur van Jouffr. Odilia van Rossum, wed. van
wijlen Heijnrick van Appelteren, den XVe july 1598. p. lib. hoge ot.
C. fol. Ic.LVIII.

Verlijt Jouffr. Emilia Philippina Melander, bij doode van Johan Melander
haer vader, den XIIe aprilis 1622. p. l[br]o Ho. Ot. F. Cap[itul]o Althena fol. VI verso.

4. [marge: tot eenen rechten erffleen]
Alsulcken drie uuyterwaerden, als hier naer gescreven ende bepaelt staen,
daer den eenen uuyterwaert af geheeten es die Koijewaert, nevens den
hoogendijck, ende daer den anderen uyterwaert af geheeten en der
bergerwaerdt, ende daer den derden waert aff gelegen es inden gerechte van
Andel, belent die drie waerden nae uuytwijsen het voorsz. register.

Verlijt Goedenant van Zuytoort, bij dode van Joncv. Joose Ariensdr. van
Weijburgh sijn moeder, a[nn]o XIIIIcLXXV [1475] patet registro metten gesp Althena
fol. IIII.

Verlijt Adriaen van Zuytoort bij dode van Godenant zijn oem, anno
XVc.XXXI [1531] patet registro eodem litera sequenti.

Comparut ende verlijt Jan Prijs van Zuytoort, woonende tot Wijck te Duurstede
patet opten register vande denombremente fol. XI.
Idem verlijt bij dode van Adriaen van Zuytoort, sijnen vader, den XVII martij
a[nn]o XVc.LXVIII. [1568] stilo curie. patet registro

Verlijt Joncheer Lubbert van Parijs van Zuytoort bij opdrachte van Jacob Dircxse
van Backenburgh, als speciale procuratie hebbende van Jo[nke]r Johan Prijs van Parijs,
van Zuytoort, den IIIIe december 1596. patet libro hoge Ot. C. fol. XLIIII verso.

Verlijt Joncker Jan van Parijs van Zuytoort, bij den overlijden van Jr. Lubbert
van Parijs van Zuytoort voorsz., sijn vader, den XXV aprilis 1608. patet libro
hoge Ot. D. fol. 368 verso.

Verlijt Jon[ker] Thijman van Zuytoort bij opdrachte van Joncker Jan van Paris van
Zuytoort voorsz., sijn vader, den XXVIII meij 1612. patet libro trfues articulo
Althena.

Verlijt Jouffrou Johanna van Galen, abdisse van Oudtwijck, bij opdrachte van
mr. Pieter Gillis, griffier van den raedt van Brabant, als procuratie hebbende
van den voorsz. Jr. Thijman van Parijs van Zuytoort, den XXVIe meij 1618.
patet libro trefues B. Ca[pitu]lo Althena fol. XII verso.

Verlijt Wilboort Philipse, burgemr. van Woudrichem, bij opdrachte van
Arent van Eck, als procuratie hebbende van vrouw Johanna van Galen,
abdisse van Oudtwijck, den XIX martij 1620. patet Lo. Hoge Ot. F. capitulo
Althena, folio I.
-----------
scan p011
-----------
IIII.

5. Sestehalve hont lants inden gerechte van Andel, indie Bijvinck gelegen
oostwaerts mit Maerten die Haijen, ende westwaerts Zeger van
Herwijnen.

Comparut Willem Pietersz., woonende tot Ael opte Ribbe. Patet
opden register vande denombremente fol. XXI.

6. [marge: tot eenen rechten erffleen]
Vierdehalve mergen lants gelegen tot Andel opdie oostsijde gelegen
Jacob Trot ende Jacob Woutersz. kinderen, westwaerts streckende
van de straete tot der kamere toe.

Verlijt Lijsbeth Pietersdr. bij opdrachte van Philips Pietersz. a[nn]o 1559.
patet registro B. albo Althena fol. XXXIIII.

Idem comparut patet opten register vande denombremente fol. XXVIII.
Verlijt Willem Willemsz. bij dode van Joost Willemsz. sijn soon die
dat was aenbestorven bij doode van Lijsbeth Pietersdr. sijn moeder,
den IIIIe septembris XVc.XVI [1516]. patet registro infe.

Verlijt Lijstien Pieters Anthonisdr. bij den overlijden van Lijsbeth Pietersdr.
haer grootmoeder, den IIe meij 1611. patet libro hoge Ot. E. fol. 379.

Verlijt Jo[nkvrouw] Adriana Welij bij doode van Job Pietersz. van
Ruyven haer grootvader, den XIXe november 1616. patet libro
trefues B. capitulo Althena. fol. VIII.

-----------
scan p012
-----------
[zie: GTMWB 1995, p.261, leen 104]
Twee hont lants gelegen tot Andel, Willem Jacobsz. aen die eene zijde
ende Gerrit Stegemansz. aen die ander sijde.

Lest verlijt Gijsbrecht Woutersz., anno XIIIIc LXXI (1471)

[zie: GTMWB 1996, p.105, leen 139]
Eenen waert gelegen inden gerechte van Ghiecen ende van Andel, zuijt-
waert aff van de Dijckavelinge, ende noortwaert totter Mase toe,
oostwaert Arent van Ghiecen ende westwaert Dirck Ghijsbrechtsz.

-----------
scan p013
-----------
V?.

[zie ook: GTMWB 1995, p.254, leen 90]
Veerthien schilden 's jaers, geldende aen de veer van Andel ende van
Ghiecen.

Dat veer tot Andel, tusschen Verne Grave ende die kerck tot
Rijswijck.
-----------
scan p014
-----------
[zie GTMWB 1995, p.256, leen 93]
[marge: 8.9. tot eenen rechten erffleen]

Eenen waert gelegen inden gerechte van Andel in den landen van Althena
op de Maze geheeten den Middelwaert, alsoo groot ende alsoo kleijn als die
daer mit sijnen affval ende aenwassen gelegen es, niet uuijtgesondert, erffge-
legen aen de Heerlicheijt van Poudroijen, aen die eene sijde zuijtoostwaerts
aen Marthijns Kornwaerdt van Poudroijen, ende aen de noordtsijde aen
Heijnricxwaert van Andel plach te wesen.

Verlijt Mathijs van Loosen uuijten naem van de Cathuijsers buijten Wese[l]
anno XVc XLIII (1543) patet registro A. rubro Althena fol. LXXXIII
Idem A[nn]o XVcLIX (1559) patet registro B albo Althena fol. XXIIII

Verlijt Anthoenis Vorsterman uuijten [naam] van het voorsz. Clooster a[nn]o 1566
patet libro B albo Althena fol. XXXV.

Idem comparut.

Verlijt Jonch[ee]r Steffen van Rossum bij opdrachte van den [empty]

Verlijt Johan Melander bij opdrachte van Jan vander Reviere, als geo[r]-
donneerde curateur van juffr. Odilia van Rossum, wed. van wijlen Heijnrick
van Uppelteren, den XVe junij 1598. patet lib. hoge ot. C fol. 158

Verlijt Juffr. Emilia Philippina Melander bij doode van Johan Melander,
haer vader, den XII aprilis 1622. patet libro Hoge ot. f. capitulo Althena
fol. VI verso
-----------
scan p015
-----------
VI.

[zie GTMWB 1995, p.254, leen 90]
[marge: 8 vide hier II fol. XIII]

Dat veer gelegen tot Pouderoijen geheeten dat veer tot Andel, met
allen sijnen gerechticheijt.

Verlijt Jan van Rossum bij doode van Martijn van Rossem sijn broeder
a[nn]o 1558. patet registro B. albo Althena fol. XXXIII

Verlijt Steffen van Rossum bij opdrachte van Jan van Rossum, sijnen
vader, anno 1566. patet libro B. albo Althena fol. XXXIII

Idem comparuit patet op den register van de denombrementen fol. III verso

Verlijt Johan Melander bij opdrachte als vooren den den XVe julij 1598
libet. fol. 59.

Verlijt Juffr. Emilia Philppina alsvooren.
-----------
scan p016
-----------
[zie: GTMWB 1996, p.103, leen 136]
[marge 9.11.20]
Eenen waert geheten den Worp, gelegen tusschen Ghiecen en Andel
vide O. fol. XII

[zie GTMWB 1995, p.260, leen 102]
Twee morgen lants gelegen inden gerechte van Andel, oostwaert aen die
gemeene stege van OpAndel ende westwaerts [empty]

+ Comprint Willem Pietersz., woonende tot Ael opte Ribbe. patet opten
+ register van de denombrementen fol. XXverso

Verlijt Jacob Mathijsz. bij opdrachte van Willem Pietersz. voorsz.
anno 1593 den XXVIIe augustij libro hoge Ot. B. fol. 180 verso. E.
de hier onder te staen

Verlijt Job Pietersz. van Ruijven, bij opdrachte van Mathijs Jansz.
als procuratie hebbende van Jacob Mathijsz, sijn soon, den XVIIe
december 1593. patet lib. hoge ot. cap. fol. 258 verso

+ Verlijt Engelbrecht Jansz. bij't overlijden van Alijdt Aert
+ Brienendr. sijn moeder, den XXVIe augustij 1610, patet lib. hoge AE.
+ fol. 259verso

Verlijt Juffr. Adriana Welij bij doode van Job Pietersz. van
Ruijven, haer grootvader, den XIXe november 1616. patet libro
Trefus B. Capitulo Althena fol. VIII.

Verlijt Heijltgen Jans Engelbrechtsdr. bij doode van Engelbrecht
Jansz., haer broeder, den XXIXe november 1628. patet libro hoge
ot. H. Capitulo Althena fol. V verso
-----------
scan p017
-----------
VII
Eenen mergen van de voorsz. twee margen

Comparut ende verlijt Alijt Aert Brienensdr. bij doode van Aert Brienen,
haeren vader, patet opten register van de denombremente, fol. XVIII.
Is verlijt den XXIIII martij XV LXVIII. patet registro infuora feuda fol. I

-----------
scan p018
-----------
Ghiecen   VIII

Een huijs ende hoffstede met sijnen toebehooren, gelegen tot Ghiecen inden
lande van Althena.
Verlijt Maria van Outheusden
Comparut patet opten register vande denombremente fol. XLV.

[marge: 15. 16. vide I fol. X. daer dit staet mette verdere verlijen.]

Dat dagelijcx gerichte tot Ghiecen, mit sijnen toebehooren tot X
scellingen toe, ende daer beneden.
Verlijt Joncv[rouw]e Hadewijck van Goor, a[nn]o XVc.XLIII. patet registro A
rubro Althena fol. XX.

Verlijt et comparut Jonvh[ee]r Johan Pieck, bij doode van Anna van
Goor, sijn moeder, patet opten register vande denombrementen fol.
XXXIX.

Verlijt Henrick Pieck, bij doode van Jan Pieck sijnen vader, den XVIIe martij
a[nn]o XVc.LXXII stilo curie patet lib. infeura feuda Hollandia capitulo Althena
fol. LXXVI verso.

Verlijt Jr. Johan van Mathenesse Nicolaes zoon, ambachtsheere tot Lisse, bij
brieven van decrete van den Hove van Hollant den XXe aprilis 1611. Patet
lib. hoge Ot. E. fol. IIIc.LXXIII.

Verlijt Jr. Henrick Pieck, bij doode van Jr. Johan van Mathenesse voorsz.,
sijn cousijn germain, den XXIIe julij 1624. Patet libro hooge Ot. G. capitulo Althena,
fol. II.

Verlijt meer vrouw Johanna Pieck, abdisse van St. Servaes tot Uijtrecht,
bij doode van Jr. Johan van Matenesse, haer neeff, den Ve october 1624.
Patet libro hooge Ot. G. capitulo Althena, fol. V.

Verlijt Jr. Amelis van Mathenesse, bij doode van vrouw Johanna Pieck,
sijne oude moeije maternel, den VIe januarij 1628. Patet libro hoge Ot. H.
Capitulo Althena fol. Iv.

-----------
scan p019
-----------
[marge: 15.16. ten erffleen]
Tien margen lants luttel min ofte meer, met een boomgaerdt, gelegen
inden gerechte van Ghiecen.

Item een hoffstadt geheten dat Zandt, gelegen inden gerechte van
Ghiecen, tusschen Jan van Goor Danielsz. aen die eene sijde, ende die gemeene
strate aen die andere sijde.

Verlijt Joncvr. Hadewick van Goor als vooren.
Comparut Jan Pieck als vooren.
Verlijt Heijnrick Pieck als vooren.
Vide.

Verlijdt Jr. Henrick Pieck als vooren.
Verlijdt meer vrouw Johanna Pieck als vooren.
Verlijdt Jr. Amelis van Mathenesse als vooren.

-----------
scan p020
-----------
Willem Claesse van Sorgen.           IX

Een perceel landts van de IJeschiet gelegen tot Ghiecen, te weeten
den zuijdtwesten houck ter halver Alm toe, noordtwestwaert van den dam
aff, soo verre ten IJeschet waert inne als 't selve nu geteeckent is, groot om-
trent vier off vijff margen, sonder precise mate, off soo groot ende kleijnt
't selve aldaer gelegen is.
[marge: vide hier nae, fol. X boven aen daer Elisbeth van Goor 't geheele
 goet van den IJeschiet verlijt wordt]

Verlijt Jacob Ghijsbrechtsz. bij doode van Elisabeth de Goor sijn moeder,
ende bij opdrachte van den selve Jacob Ghijsbrechtsz. ten behoeve van
Ghijsbert Thonisse Botterman, den lesten Martij 1599. Ut patet libro
hooge Ot. E. fol. IIc.XI verso.

Verlijt Willem Claesz. van Sorgen bij Claes Pietersz. als speciale procuratie
hebbende van Ghijsbert Thonisz. Botterman, den VIIe januarij 1600.
Patet libro hooge Ot. G. II fol. IIIIc. XII.

Verlijt Joncheer Johan van Matenesse Nicolaesz., ambachtsheer
tot Lisse, Giesse, etc. bij opdrachte van de voorsz. Claesse van Sorgen,
den XXIXe meij 1604. Patet libro hooge Ot. II fol. IIIc.LXI.

Verlijt Jr. Henrick Pieck als vooren.
Verlijt mede vrouw Johanna Pieck als vooren.
Verlijt Jr. Amelis als vooren.

-----------
scan p021
-----------
15. Derhalve margen lants geheeten den achtersten Gheer, mit sijnen toebehooren,
gelegen inden gerechte van Ghiecen, oostwaert aen de papelicke provene, west
waert aen de Ghiece stege.
Nota dit lant es verkoght bij consent van den leenhove voor eijgen goet.

15. Den Weennaert ter halver Almen toe, met allen dat daer toe behoort,
in gerechte vrijen erffleen, mit sijnen vrijen heerlicheijt, soo die aldaer
gelegen es. thiende vrij, schatvrij ende dijckvrij.

Verlijt Joncvr. Hadewick van Ghoor als vooren.
Comparut Jan Pieck als vooren.

[marge: acte van approbatie op seker accort ende schultbrieff, gepasseert bij
 Henrick Pieck, ten behoeve van ?Lernare? van Lancvelt, den Xe martij 1600.]

Verlijt Jr. Henrick Pieck als vooren.
Verlijt mede vrouw Johanna Pieck als vooren.
Verlijt Jr. Amelis van Mathenesse als vooren.

-----------
scan p022
-----------
16.17. Het geheele goet van den Ischit
Verlijt  Jan van Ghoor Jansz. nae dode sijns vaders a[nn]o XVc XLII (1542) patet Reg[ist]ro
A. rubro Althena fol. XV.
Verlijt Elisabeth van Goor Jansen a[nn]o XVc LIIII (1554) patet registro A. rubro
Althena fol. XVI. XVII.

XXX.
XX. Rijns gul[den] 's jaers opten voorsz. Ischit
vide dese belastinge a[nn]o XVc LIX (1559) libro B. albo Althena fol. XXIIII.XXV.
Comparut ende verlijt Gillis Schellaert, bij opdrachte van Balthasar
van Goor XXX h. 's jaers. patet opten register van de denombrementen
folio IIII
-----------
scan p023
-----------
18. Een perceel lants van desen Ischit te weeten van't lant aff dat Gijsbrecht
van Braeckel,als man en kerckelicke vooght, ontfangen heeft mitten
schorsten [of: sekersten?] heuvel, ende dwersacker mitter kersboomgaert opten schorstenheuvel
staende totten sloot toe. Oock al ter halver Alm toe, westwaert totten
Pennincxwaert toe.

Verlijt Ottho van Goor Jansz. a[nn]o XVc LIIII (1554) patet registro A. rubro Althena
fol. XVII.

Verlijt Jonch[ee]r Jan Pieck a[nn]o XVc LXIII (1563) patet registro B. albo Althena
fol. XXVI.

Idem comparuit als vooren.
Verlijt Henrick Pieck als vooren.

Verlijt Jo[nkhee]r Johan van Mathenesse Nicolaes zoon, bij brieven van
decreet van den Hove van Hollandt, den XXe aprilis 1611, patet libro
hoge Ot. E. fol. IIIc LXXV.

Verlijt Jo[nkhee]r Henrick Pieck uts.
Verlijt mede vrouw Johanna Pieck uts.
Verlijt Jo[nkhee]r Amelis van Matenesse als vooren.

Joncheer Henrick Pieck heeft opgedragen ten behoeve van
Cornelis van Mierop, ontfanger generael, twee hondert guldens jaerl[ijks]
uijt alle sijne leengoederen a[nn]o XVc. XCIX (1599) den XXVe meij patet lib.
hoge Ot. 6 fol. IIc. VII.
-----------
scan p024
-----------
18. Een perceel lants van desen Ischit, te weten den Pennincxwaert tot
nu ten hogen Pennincxwaert toe, mitte X hont daer nu die hop op leijt, strec=
kende van de Pennincxwaert ter stege toe, beneden den Wijntacker, mitten
willigen staende opten weijntacker, over die sloot.

Verlijt Anna van Goor Jansdr. bij doode van Jan van Goor, haren vader
a[nn]o XVc LIIII (1554) patet registro A. rubro Althena fol. XVII verso.

Verlijt Jan Pieck bij opdrachte van Anna van Goor a[nn]o XVc LXVI (1566) patet
registro B. albo Althena fol. XXXI.

Idem comparuit alsvoo[r]en.
Verlijt Heijnrick Pieck alsvooren.

Verlijt den voorn. Jo[nkhee]r Johan van Mathenesse bij brieven als vooren
den XXe aprilis 1611. patet libro hoge Ot. E. fol. IIIc.LXXV.

Verlijt Jo[nkhee]r Henrick Pieck alsvooren.
Verlijt mede vrouwe Johanna Pieck alsvooren.

Verlijt Jo[nkhee]r Amelis van Matenesse als vooren.
-----------
scan p025
-----------
18. Een huijs ende hoffstede mit alle de timmeringe daeropstaende, mitsgaders
alle 't landt dat daer achter aen gelegen is, uijtgescheijden die parceel landen
hier vooren gespecificeert, ende oock die Almen totter halff Alm toe, van
Lijs Willems Alm off erff aff, mitter koije, tot den dam toe, daermen vanden
Ischit nae Rijswijck rijdt.

Verlijt Baltasar van Goor bij dodde van Jan van Goor, sijnen vader,
a[nn]o XVc LIIII (1554) patet libro A. rubro Althena fol. XVII verso.

Verlijt Jan Pieck a[nn]o XVc.LXI (1561) patet registro B. albo Althena, fol. XXVI.
Idem comparuit.

Verlijt Heijnrick alsvooren.

Verlijt Jo[nkhee]r Johan van Mathenesse Nicolaes zoon bij decrete van den
Hove van Hollant, den XXe aprilis 1611. lib. hoge Ot. E. fol. 375.

Verlijt Jo[nkhee]r Henrick Pieck als vooren.
Verlijt mede vrouwe Johanna Pieck alsvooren.
Verlijt Jo[nkhee]r Amelis van Matenesse als vooren.
-----------
scan p026
-----------
Een perceel lants gelegen inden Ischit groot VII mergen lants mitten Alm van den
bruggedam aff, tot Jan Piecken Alm toe, ende van de scharsten heuvel aff tot
den dam toe.
Nota dit perceel en staet in den register van Althena niet.

Comparuit ende verlijt Wouter Ghijsbrechtsz. tot Worcom bij opdrachte
van Elsken Jan van Goordr. patet opden register van de denombremente
fol. XXXVII verso.
-----------
scan p027
-----------
[marge: 19. ten erfleen.]
Een gezaet mit huijsinge, hofstadt ende erve, gelegen tot Ghiecen, etc.
Smit Pieters roerende die hoffstadt van Hollandt.

19.27.177 Die hoffstadt daer 't huijs te Ghiecen op plach te staen, mit sijnen
graften.
Verlijt Godscalc, heer van Oudtheusden, a[nn]o XVc XVIII (1518) patet regro.
A. rubro Althena fol. XV.

Verlijt Floris van Outheusden, bij dode van Godscalc voorsz. sijnen
oom, patet lib. eodem litra. segs?.

Verlijt Jonc[hee]r Maria van Outheusden a[nn]o XVc LXIII (1563) patet
registro B. albo Althena fol. XXIX. XXVIII.

Idem comparuit patet opten reg[iste]r van de denombrementen fol. XLV.
Verlijt Juffr. Johanna Marie Doublet, bij dode van Jouffr.
Maria van Outheusden, haer grootmoeder maternel, den XIIe octob[er]
1612. patet lib. Trefues. Cap.o. Althena fol. V verso.
-----------
scan p028
-----------
19. vide fol. VI.
Dat veer tot Andel tusschen Vernegrave ende die kerck van
Rijswijck.

19.27.137.177.
Item dat gerichte hooge ende lage van Poudroijen.
Verlijt Godschalck, Heer van Outheusden als vooren.
Idem Maria van Outheusden comparuit als vooren.
-----------
scan p029
-----------
Allen uijterdijcken ende uijterwaerden inden gerechte van Ghiecen
ende van Andel, die van buijtendijcx aengevallen sijn, ende oock aen-
vallen sullen, uijtgesondert voor op den weert, streckende vanden
Vernegrave aff totten wijel toe, gelegen inden gerechte van Andel,
recht uijtgaende inder Maze.

Verlijt Godschalck van Outheusden als vooren.
Verleijt Floris van Outheusden als vooren.
Verlijt Jan van Outheusden, bij dode van Floris van Outheusden,
sijn vader, den XXIIII augustii 1593. lib. hoge Ot. B. fol. 175 verso.

Die zijdwinde op Ghiecene velt.
-----------
scan p030
-----------
19. Een uijtlant gelegen tot Ghiecen, geheeten die Alm.

[marge: 19. ten erffleen]
Vier margen lants die Arent van Ghiecen te houden plach vanden
Heere van Arckel op Scheijdewijck.

[marge: 19. vide 5. vide hier aff op Godscalc van Outheusden,
patet reg[istr]o A. rubro Althena fol. XV]
Heijnricxwaert van Andel, die gelegen es aende Middelwaert.
Den middelwaert, ende den waert voor Ghiecen.
-----------
scan p031
-----------
19.27. Heeren Ghijsbrechts worp van den Zande.
Eenen uijterwaert geheten den Worp.

Verlijt die kinderen van Numans, bij doode van Joncv[rouwe] Ursela Numans,
haerluijder moeder, a[nn]o XVc LII (1552). patet registro A. rubro Althena fol.
XXIII. Tot eenen onversterffelijcken erffleen.

Verlijt Sebastiaan Wouters bij dode van Pieter Wouters, sijnen
vader, a[nn]o XVc LXIII (1563). patet registro B. albo Althena fol. XXVII.
Vide ibidem die belastinge van dit voorsz. leengoet A. fol. 31.32.

Comparut ende verleijt Mr. Gerrit van Kelst, woonende tot
's Hertogenbosche, patet opten register van de denombrementen,
fol. VIII verso.

Verlijt Nicolaes Jan Hendricksz. bij opdracht van Sebastiaen
Woutersz. den XXIIIe junij a[nn]o XVc LXXIII (1573). patet libro inferiora feuda
Hollandia cap. Althena fol. XCI verso.

Verlijt Juffr. Johanna Maria Doubleth, bij doode van Juffr.
Margriete van Warendorp geseijt Numan, haer moeder, die dat
aengecomen was bij afflijvigheijt van Sebastiaen Wouters geseijt
Numan, haer vader, den XIIe octobris 1612. patet lib. Trefues
Capitulo Althena fol. V.
-----------
scan p032
-----------
Een rente van seshondert guldens hooftsoms, mitten renten vandien
den penninck XVI. Op den voorsz. uijtterwaert genoempt den Worp.

Verlijt Joncv[rouw] Maria Steenwijcks bij constitutie ende opdrachte
van Sebastiaen Wouters a[nn]o XVc LXIII. (1563) patet registro B. albo Althena
fol. XXVII.

Verlijt Heijnricx Jansz. van Amsterdam uijtten naem van de erffgen.
van Joncv[rouw] Maria Steenwijcks bij opdrachte van de selve Marie
a[nn]o XVc.LXXIIII (1574) den XVI septembris. patet libro inferiora feuda Holl[andia]
Capitulo Althena fol. CIIII.

Verlijt Wouter van Outheusden, bij doode van Joncv[rouw] Maria
Steenwijcks, den XIII novembris XVc.LXXIIII (1574). patet reg. inferiora
feuda fol. CVII.
-----------
scan p033
-----------
[marge: 19. vide infra]
Eenen waert ontrent vijff margen groot, gelegen int middel van de voorsz.
waerden, ende daertoe die manschappen van twee waerden, den eenen gelegen
boven den voorsz. waert, geheeten den hoogen waert, ter Maazewaert aen,
ende den anderen geheeten den Wijelen waert, gelegen ter dijckwaert aen.

Verlijt Jan van Rossum bij doode van Maerten van Rossum, sijn broeder,
anno 1558. patet libro B. Albo Althena fol. XXII.

Verlijt Joncheer Steffen van Rossum, bij opdrachte van de voorsz. Jan
sijn vader a[nn]o XVc.LXIII (1563). patet registro B. albo Althena fol. XXX.
Idem compruit patet opten register van de denombremente fol. III verso.

Verlijt Vranck van Cuijl Adriaensz. bij opdrachte gedaen door gemach-
tichde van Jonch[ee]r Henrick van Appelteren, Heere tot Pouderoijen, een
uijterweerdt, gelegen tot Ghiecen inden lande van Althenae, genaemt
den Ruijterwaert, den XXVe november 1587. patet libro B. albo Althena
fol. XXXVIII verso.

Verlijt Maerten van Cuijl, bij doode van Franco van Cuijl sijn vader,
den VIII december 1618. patet libro trefues B. cap. Althena fol. XVI.

Vide vestenisse van Duarie voor Claesijntge Dierouts, huijsvrouw van
Maerten van Cuijl, den 23e october 1624. patet libro hipothecatien
fol. IIc.XIIII.

-----------
scan p034
-----------
Den Middelwaert ende
een waert gelegen tot Ghiecen buijtensdijcx genaempt den struijckwaert
mit allen sijnen toebehooren.

Verlijt Godschalck van Outheusden a[nn]o 1542. patet registro A. rubro
Althena fol. XV.
Verlijt Floris van Outheusden uts.

Verlijt Floris van Outheusden bij den overlijden van Johan van
Outheusden, sijnen vader, die 't selve aengecomen was bij doode van
Floris van Outheusden, mede sijn vader, den XIX november 1610. patet
libro hoge Ot. E. fol. 285 verso.

Vier margen lants ende een hont lants gelegen tot Ghiecen, boven die
kercke in Barent Michielsz. kinderen lant.

[marge: 26. erffleen]
Eenen margen lants gelegen inden banne van Ghiecen inde hoeve van
Herpt, ende belegen hebben Jacob Jansz. aen de bovenste sijde ende Mr.
Odolphaerts erfgenamen aen de nederste sijde.
-----------
scan p035
-----------
Eenen margen lants gelegen inden gerechte van Ghiecen over den
Hooftgrave, daer Ariaen Ariaen Govertsz. erfgenamen mit eenen
mergen lants sijn gelegen, ten naesten oostwaerts, ende Aert
Gerritsz. erffgenamen ten naesten westwaerts.

Item westwaert Janslandt van Ophoven, ende oostwaerts
Lambrecht Arentsz. lant.

Verlijt Emmeken Adriaen Adriaen Govertsz. ende bij doode
haers vaders a[nn]o 1555 patet registro A. rubro Althena fol. 24
Idem comparuit patet opden register vande denombremente fol.
XXIIII verso.

[marge: 21. erfleen]
Eenen margen lants gelegen inde banne van Ghiecen in de Henge-
menge, ende belegen hebben Jacob Jansz. aen de oostsijde, ende Dirck
Ghijsbrechtsz. aende westsijde.

Ses margen lants inden ambachte van Ghiecen gelegen, mit Arent
Heijnricxz. lant aende oostsijde ende Jan Roeloffsz. lant aende
westsijde, streckende aende Heerestraet.
Verlijt Willem Willemsz. woonende tot Ghiecen a[nn]o 1543. patet
libro A. rubro Althena fol. XVIII.
Idem comparuit patet opden register vande denombremente fol. XXI

Verlijt Anthonia van Emmighhoven, bij doode van Loij Zegers van
Emmighhoven, haer vader den XXIIII augustij 1593. Libro Hooge At. B.
fol. CLXXIIII.
-----------
scan p036
-----------
Een hoeve lants gelegen in Ghiecen geheten Godert Maessen hoeve, groot
thien margen, die vijff margen in Romboutspolder, ende die andere vijff margen
inden Eijndevelt.

Verlijt Nicolaes Heer van Assendelft a[nn]o XVc.LIX (1559) patet registro B. albo
Althena fol. XXVI.
Idem comparuit patet opten register van de verclaringe off denombrenten
fol. XXV verso.

Verlijt Jonch[ee]r Floris van Assendelft, bij dode ende maeckinge van de voorsz.
heer van Assendelft, sijnen neve, den XIIIe septembris a[nn]o XVc.LXX (1570). patet lib[ro]
inferiora feuda Hollandia Capt. Althena, fol. XVII verso.

Verlijt Jonch[ee]r Johan van Assendelft, bij dode ende maeckinge van heer
Gerrit van Assendelft, den XXIII septembris XVc.LXX (1570). patet registro
inferiora feuda capitulo Althena fol. XIIII verso.

Verlijt Joncheer Gerard van Assendelft bij doode van Jonch[ee]r Johan
van Assendelft, sijn vader, den XXVI junij 1621, patet libro hoge Ot. f.
Capitulo Noorthollant, fol. XXVIII verso.

Twee margen lants liggende in Ghiecen, onderdeelt mit Zander Vrederijcxz.,
gemeen mitten Heijligen Gheest in Weerthuijsen, inde Olde Weije voorde donck.
-----------
scan p037
-----------
Eenen mergen lants in Ghiecen opte weije daer oostwaert aff geerft ligget
Jan Arentsz. die Hopcooper, west die vrouwe tot Ghiecen, streckende
van den Rietdijck totten Hooghlant toe.

Verlijt Adriaen Jansz. van Braeckel, wonende in Sleuwijck a[nn]o XVc.LIX (1559)
patet registro B. albo Althena fol. XXIII.
Idem comparuit patet opden register vande denombremente, fol. XIX.

Drie margen lants gelegen inden gerechte van Ghiecen, daer Willem
Willemsz. aff gelegen es oostwaerts, ende westwaerts dat convent
van Rosmael boven den Bosch, streckende vande stede aff die
comt van de Rijedijck totter Nieuwe Kaije toe.

Verlijt 't convent tot Rosmael bij 's Hertogenbosche a[nn]o XVc.XLIIII (1544)
patet lib[ro] A. rubro Althena fol. XXI.

Verlijt Dirck Sluijmer, bij opdrachte van 't voorsz. convent a[nn]o
XVc. XLVII (1547) patet ibidem litera seq.r.

Verlijt Lucia Sluijmers, bij doode van Dirck, haeren vader, a[nn]o
XVc.LIIII (1554). patet ibidem litera seq.r.

Verlijt Anna Sluijmers bij dode van Lucia, haer moeder a[nn]o XVc.LXVI (1566)
patet libro B. Albo Althena fol. XXX.
Idem comparut patet opten register van de denombrementen fol. XVI.

Verlijt Willem Beeck, achtervolgende de brieven van decreet van't
Hoff van Hollant den III octobris 1624. patet libro hoge Ot. G.
Cap[itul]o Althena fol. II verso.
-----------
scan p038
-----------
Seven mergen lants gelegen in Ghiecenebrouck daer Huijbrecht Haberensz.
ende die erffgenamen van Jan van Clootwijcks landt aff es gelegen ten
naesten oostwaert, ende Alartsdijck ten naesten westwaert, streckende
van't closster van Rosmale lant aff, tot Willem van Rietbeeckers lant
toe.

Verlijt Jan van Clootwijck, woonende tot Almkerck, den XVIIIe meij
a[nn]o 1536 patet libro metten gesp? fol. XXIX.
Idem comparut patet opten register van de denombremente fol. XXIIII.

Eenstuckje lant gelegen in Ghiecen, genaemt dat Molen Waertken,
steckende int oosten aenden Maasdijck, ende west streckende aen
Jan Pieck erve.

Comparut ende verlijt Jan van Goor, bij dode van Geertken Aert Jacobsdr.,
sijn moeder, patet register van de denombremente fol. XLII.

Verlijt Juffr. Johanna Pieck, bij dode van Juffr. Vastrecht van Goor, haer
moeder, die 't selve aenquam bij den overlijden van Jan van Goor, haeren
broeder, ende bij opdrachte van de voorsz. Juffr. Johanna Pieck, Jo[nkhee]r Johan
van Mathenesse Nicolaes zoon, ambachtsheer tot Lisse. Den XXe
aprilis 1611. patet lib[ra] hoge O.t. E. fol. IIIc.LXXII.

Verlijt Jo[nkhee]r Henrick Pieck, bij doode van Jo[nkhee]r Johan van Mathenesse
Niclasse voorsz., sijn cousijn germain, den XXIIe julij 1624. Patet libro
Hooge O.t. G. Cap[itul]o Althena fol. VI.

Verlijt mede, vrouw Johanna Pieck, abdisse van St. Servaes tot
Utrecht, bij doode van Jo[nkhee]r Johan van Mathenesse voorsz. haer neeff
den Ve octobris 1624. Patet libro hooge O.t. G. Althena fol. V.

Verlijt Joncheer Amelis van Mathenesse, bij doode van vrouw
Johanna Pieck, sijne oude moeije van 's moeders sijde, den VIe januarij
1628. Patet libro hoge O.t. H. Cao. Althena fol. Ic.
-----------
scan p039
-----------
Rijswijck

Een huijs ende gesaet met allen sijnen toebehooren inden ambachte van
Rijswijck ende belegen aende suijt oostsijde beneden van Rijswijck, ende
aende westsijde die gemeene stege in Rijswijck.

Comparuit ende verlijt Bartholomeus van Eck, bij dode van Zaecklen Volcarts,
sijn moeder. Patet opden register van de denombrementen fol. VII.
Vide uijtstel bij acte vande lesten septembris LXXV ([15]75). Registro infeuere feuda
fol. CX verso.

Verlijt Jan Spiegel Hermansz. bij opdrachte van den voorsz. Bartholomeus
van Eck, den IXe november 1612. Patet libro trefues capitulo Althena
fol. VI.

Verlijt Jan Philipsz. bij opdrachte gedaen inden name, ende door gemach-
tighde van Jan Spiegel Hermansz., den XVIIIe october 1613. Patet libro
Trefues A. capitulo Althena fol. XIIII.

Twee margen lants gelegen inden ambachte van Rijswijck opten Enge
ende belegen hebben aende zuijtsijde den Heerenlandt van Raeren, ende
Jan van Rijswijck aen de westsijde.

Comparuit ende verlijt den voorn. Bartholomeus van Eck uts. hem
verlijt uts.
-----------
scan p040
-----------
Willem uijten Enge

Een jaerlicxe losrente van CXXV guldens specialijck gehipothequeert
op een huijs ende gezaet inden ambachte van Rijswijck, noch op
twee margen landts inden selven am[b]achte, ende nich op thien margen
lants mede tot Rijswijck gelegen.

Hem verlijt bij opdrachte van Jo[nkhee]r Bartholomeus van Eck, den
VIIe december 1609. patet libro hoge O.t. E. fol. CLXXIIII.

[marge: 30. dese thien margen lants werden genoempt die vrouw camp]
Thien margen landts gelegen inden ambachte van Rijswijck, op die eene
sijde gelegen die gemeente van Rijswijck, ende heer Aernt landt van
Heucklom op die andere sijde.

Comparuit ende verlijt de voorsz. Bartholomeus uts.
hem verlijt utsupra.
Verlijt Adriaen Spranck bij opdrachte van Jan Spiegel Hermansz. den
naestlesten meij 1613. Patet libro trefues A. Ca[pitu]lo Althena fol. X.

Verlijt Everhard van IJlen bij opdrachte van Adriaen Spronck voorsz.
den XVIe meij 1629. Patet libro hoge O.t. H. Capitulo Althena fol. IX.
-----------
scan p041
-----------
XX

[marge: vide hiernae fol. XXIII dese vijff margen lants ...kens]

Drie margen lants gelegen inden am[b]achte van Rijswijck geheeten den Hoogencamp
Item twee mergen lants gelegen inden ambachte van Rijswijck ge[he]ten Coenraetscamken
maeckende te samen vijff margen.

Verlijt Cornelis Vincken tot Gorcom bij opdracht van Joncker Gerrit van
Haestrecht, Heer tot Drunen a[nn]o 1558. patet registro B. albo Althena
fol. XV.
Idem comparuit patet registro van de denombremente fol. XVII.

Die smalthiende inden ambachte van Rijswijck.
Verlijt ende comparuit die voorsz. Bartholomeus van Eck
Verlijt Johan Spiegel Hermansz. bij opdrachte van Bartholomeus van
Eck den IX november 1612 patet libro trefues A. Cap[itul]o Althena fol. VI.
Verlijt Jan Philipsz. bij opdrachte van Heijman Foppensz. Deurwaerder
van den Hove van Hollant, als speciale procuratie hebbende van
Johan Spiegel Hermansz. den XVIII october 1613. patet libro trefues
A. Cap[itul]o Althena fol. XIII.

Elff margen lants gelegen tot Honswijck inden Gerechte van Rijswijck.
Dit es ten eijgen gegeven, ende inde plaetse vandien sijn opgedragen drie
margen lants in Almkercke, vide; fol.
-----------
scan p042
-----------
33, 34 v[er]so, 35
Derthien mergen lants gelegen inden Lande van Althena inden banne van
Rijswijck in den banne van Honswijck.

Verlijt Jan van Dorp, bij doode van Joncvr[ouwe] Johanna van Weijborgh, sijn
moeder, a[nn]o 1554. patet registro A. rubro Althena fol. XXX
Vide dubberne, sijne huijsvrouwe Joncv[rouwe] Barbara van Wassenhove, patet
registro B. albo Althena fol. XVI.

Verlijt Philips van Dorp, bij doode van Jan, sijnen broeder a[nn]o 1565
patet reg[ist]r[o] B. albo Althena fol. XVIII.

Verlijt Arent van Dorp bij opdrachte van Philips, sijnen broeder, a[nn]o 1566,
patet reg[ist]r[o] B. albo Althena fol. XCII XCIII.
Idem comparuit patet opden register van de denombremente fol. XLVI
Verlijt Josina van Dorp, bij doode van Jo[nke]r Arent van Dorp, voorsz.,
haeren vader, den XXe januarij 1601. patet lib. hooge Ot. 11 fol. 152.

Verlijt Cornelis Cornelisz. Vroegh (achtervolgende de apostille van de
Ed. Groot Mog. Heeren Staten van den XIe julij 1622 op de requeste
van Dirck de Vlamingh, burger binnen Amsterdam, geg., wiens vader
de voorsz. XIII margen lants a[nn]o 1591 bij decrete vanden Hove van 
Hollandr gecoft gebbende, hadde de voorsz. Dirck de Vlamingh 't selve
landt weder vercoft aen Henrick Pietersz. van der Werve, van
wiens wed. de voorsz. Cornelis Cornelisz. Vroegh 't selve bij coope heeft
verkregen) den Ve octobris 1622. patet libro hoge Ot. T. Cap[itul]o Althena
fol. VIII.

Verlijt Cuijndertge Barentsdr., wed. van Cornelis Cornelisz. Vroegh, uijt
crachte van uijtcoop mette vooghden van haere kinderen bijden
selven Cornelis Cornelisz. Vroegh geprocreert, gemaect den XXVe november
1628. patet libro hooge Ot. H. Althena fol. V v[er]so

't voorsz. verlij op Cuijndertge Barents als abusivelijck genomen, is
geannulleert, ende is eerst mette voorsz. XIII mergen landts verlijt,
Cornelis Cornelisz. Vroegh de jonge, bij doode van Cornelis Cornelisz. Vroegh
sijn vader, en daer naer bij opdrachte deur gemachtighde gedaen, verlijdt [op] de
voorn. Cuijndertge. Patet lib. et Cap[itul]o uts. fol. XX v[er]so et ultra.

Twee en veertigh margen lants gelegen inden lande van Althena inden
gerechte van Rijswijck.

Die helft vanden voorsz. leen van XLII margen.
-----------
scan p043
-----------
XXI

[marge: ten rechten erffleen]
Vijff margen lants gelegen inden lande van Althena, inden gerechte van
Rijswijck, daer vier margen aff liggen opte Linge over Spijck, ende Jan
van Rijswijck Florisz. naest gelegen es aen die oostsijde,  ende die abt
van Baerne aen de westsijde, ende die eene margen es gelegen inder
Bempten.

Een gesaat gelegen in Rijswijck belegen mit 's Papenhuijse aen die eene
sijde, ende die Hanricxsche stege aendie andersijde, streckende vande
stege tot den stroom toe.

Verlijt Adriaen van Rijswijck, bij dode van Jan van Rijswijck sijnen vader
anno XVc LIX (1559). patet registro B. albo Althena fol. XV.
Idem comparut patet opden register vande denombrementen fol. XXXVI.

Verlijt Gerardt Sprunck bij opdrachte van Adriaen van Rijswijck voorsz.
actum den XIXe september 1595. libro hoge Ot. B. fol. IIIc LVIII.

Verlijt Adriaen Sprunck bij dode van Gerard Spranck voorsz. sijn vader,
den XIIe december 1615. libro trefues A. Capitulo Althena fol. XV.

Verlijt Willeboort Philipsz. van Nederveen, bij opdrachte van Adriaen
Sprunck voorsz., den XVIIIe aprilis 1628. patet libro hoge Ot. H. Capitulo
Althena fol. IIII.
-----------
scan p044
-----------
Een hoffstede met XI margen lants daerbij gelegen in Rijswijckerban,
daer een huijsinge op staet geheeten die Scholtiene?, mette drift van
twee oude swaenen.
Dit is ten eijgen gegeven, ende sijn wederom opgedragen XI margen
lants in Uijtwijck. patet I fol. 52 verso.

Dat dagelijcxe gerechte van Rijswijck tot X schell[ingen] toe van allen
vervallen, dat onder gerechte van Rijswijck vervallen boven X schell[ingen].
Verlijt Sweer van Rijswijck Gerritsz. bij doode sijns vaders a[nn]o XVc XLIII (1543)
patet libro A. rubro Althena fol. XXVI.

Verlijt Cornelis van Rijswijck Sweersz. bij doode van Sweer voorsz. sijn
vader a[nn]o XVc XLIII (1543). patet libra seq.

Verlijt Cornelis van Cloetwijck bij doode van Florentina Sweers van 
Rijswijckdr.  sijn moeder, a[nn]o XVcLX (1560). patet registro B. albo Althena
fol. XVI patet libro seq.
Idem comparuit patet opten reg[iste]r vande denombrementen fol. XXXIIII.

Verlijt Cap[itij]n Gerardt Sprunck bij opdrachte van Asuerits van
Cloetwijck, den XXVI november 1593. patet libro hoge Ot. B. fol. IIc XIIverso.

Verlijt Adriaen Sprunck bij doode van Gerardt Sprunck voorsz. sijn vader,
den XII december XVIc XV (1615). patet libro trefues capitulo Althena, fol. XV.

Verlijt Willoboort Philipsz. Nederveen, bij opdrachte van Adriaen
Sprunck, den XVIII aprilis 1628. patet libro hoge Ot. Cap[itul]o Althena
fol. IIII.

-----------
scan p045
-----------
XII

Noch dat huijs tot Rijswijck met ses margen landts inden Gerscamp.
Verlijt Sweer van Rijswijck als vooren.
Verlijt Cornelis van Rijswijck als vooren.
Verlijt Cornelis van Cloetwijck als vooren.
Idem comparuit uts.
Verlijt Capiteijn Gerardt Sprunck utsupra.
Verlijt Adriaen Sprunck als vooren
Verlijt Willeboordt Philipsz. als vooren.

Noch vijf margen lants geheten die ...

Noch vijf margen lants gelegen in Vredericxcamp, dat is ten eijgen gegeven
ende in plaetse van dese thien margen, sijn wederom opgedragen vijff
margen een hont lants, gelegen in Rijswijck, achter aen dat huijs van
Rijswijck.
Verlijt Sweer als voorsz.
Verlijt Cornelis als vooren.
Verlijt Cornelis als vooren.
Comparuit idem alsvooren.
Verlijt Capiteijn Gerardt Sprunck uts.
Verlijt Adriaen Sprunck als vooren.
Verlijt Willeboort Philipsz. als vooren.
-----------
scan p046
-----------
39. Item twee margen lants in Rijswijck geheten den Almdijck
Comparuit ende verlijt Cornelis van Cloetwijck uts.

41. Een stucxken thienden gelegen in Rijswickerbrouck, tusschen die Vaert-
stege oostwaert, ende die Bloemen stege westwaert.
Verlijt Jan van Riebeeck, woonende tot Utrecht, bij doode van Willem
van Rietbeeck, sijn vader, patet opten register vande denombrente
fol. VIII verso.
[marge: vide hiernae fol. XXIII verso. dese thienden als blijct bij 't geene
        libro hoge Ot. E. fol. 233 is genoteert. ]
-----------
scan p047
-----------
XXIII

36. Thien hont lants gelegen in Rijswijck, alsoo groot ende kleijn als al-
daer gelegen sijn, daer oostwaert aff belent leijt Aernt van Vart
ende westwaert die Abdije ende Godtshuijs van Bern, streckende vande
Weenaert aff tot Coudenberch toe.

Verlijt Lijbert Dircxz. tot Rijswijck bij doode van Dirck Aertsz. sijn
vader a[nn]o XVc.XLVIII [1548] patet registro A. rubro Althena fol. XXVII.
Idem comparut patet opten register vande denombrementen fol. XXXIX.

Verlijt Leuntgen Claes Liebertsdr.  bijden overlijden van Liebert Dircxsz.
haer vader, den XVIe februarij 1604. patet libro hoge Ot. 11 fol. 470 verso.

Verlijt Thonis Adriaensz. bij dode van Leuntgen voorsz. sijn nichte
den XXVIe aprilis 1623. patet libro ho. overicheijt Fc. cap[itul]o Althena
fol. X verso.

Verlijt Cornelis Adriaensz. bij opdrachtte van Thonis Adriaensz. voorsz.
den XIII aprilis 1628. patet libro hoge Ot. H. Capitulo Althena fol. II verso.

Vijff margen lants gelegen inden gerechte van Rijswijck geheeten die
Hooskampen, daer van die twee margen lants St. Antonisgilde tot
Woudrichem lant aff is gelegen ten naesten oostwaert, ende Jan van
Rijswijcx lant ten naesten westwaert. Ende daervan drie margen
lants Aert van Weijborchs erffgenamen, ende den Schoeriems lant is
ten naesten noortwaert, ende des Carthuijserslant buijten
St. Geertruijdenbergh zuijdtwaert.
[marge: dese vijff mergen lants staen hoer vooren fol. XX noch eens]

Verlijt Govert van Haestrecht tot Drijnen bij doode van Willem van
Haestrecht sijn broeder, a[nn]o XVc. LII [1552]. patet registro A. rubro Althena
fol. XXIX.
-----------
scan p048
-----------
Verlijt Jo[nkhee]r Coenraedt de Grobbendonck bij opdrachte van Anna de Fontenis, den
lesten junij 1610. patet libro hoge Ot. E. fol. 232.

Anna de Fonthenis, wed. van Pieter van Berghen.

De thienden van den banne van Hontswijck uijt CXXIII margen
ende noch een thiende gelegen tot Uppel, in LXXVII margen, die beijde
genaempt sijn van oude tijden die thienden van Rijswijckerbrouck.
[marge: vide hier vooren fol. XXII verso is voorgende verlij van dese thiende]

Verlijt vermogens de brieven van decreete van den Hooge Rade in Hollant
den 1 junij 1619.patet libro Trefues B. Capitulo Althena fol. XIX.

Verlijt Maerten van Berghem, als executeur van den testamente van de
voorsz. Anna de Fontenis, mits haer afflijvicheijt, in den name ende ten
behoeve van haere geinstitueerde erffgenamen den XIIIe meij 1621? lib.
hoge Ot. F. Capitulo Althena fol. II verso et ultra.

Verlijt Abraham Mot, alsmede geinstitueerde erffgenaem van
wijlen Anna de Fontenis, sijn grootmoeder, ten behoeve soo van hem
selven als van sijne mede erffgenamen den XXIIIe februarij 1623. patet
Libro hoge Ot. F. Capitulo Althena fol. X.
-----------
scan p049
-----------
XXIIII

Woudrichem

42. Vierdehalve margen lants gelegen inden gerichte van Woudrichem.

42-43verso Een huijse ende hoffstede gelegen binnen Worckum bij de Molenpoort.
[marge: ?Jr. Jan van Rietbeeck.]

-----------
scan p050
-----------
42. Drie margen lants gelegen in den banne van Worckem, ende geheeten sijn die
brootkist.
Comparut ende verlijt Jan van Rietbeeck, woonende tot Utrecht, bij doode van
Willem van Rietbeeck, sijn vader. patet opden register van de denombremente
fol. VII.

Verlijt Jo[nkhee]r Guido de Gistelles bij dode van Jan van Rietbeeck, sijn oom, den
naestleden october 1612. patet libro Trefues A. Capitulo Althena fol. VII.

Verlijt Joost van Rijswijck bij opdrachte van Dirck Noordingen, als
speciale procuratie hebbende van de voorsz. Jo[nkhee]r Guido de Gistelles den
naestleden octobris 1613. patet libro Trefues A. Capitulo Althena fol. XV.

Verlijt Johan van Rijswijck, soo ten behoeve van hem, als van Maria
van Rijswijck, sijn suster, bij doode ende maeckinge van Joost van Rijswijck.
voorsz. huerl[iede]r vader, den XXe julij 1616. patet libro Trefues B. Capitulo
Althena fol. V verso.

43. Een hophoff gelegen inder stadt van Woudrichem, streckende van de
stadt mueren westwaeert, ende die bagijnen hophoff suijtwaert.
Verlijt Joncv[rouwe] Marie Jan Scellaertsdr. bij overgifte van Jan Schellaerdt
haeren vader, a[nn]o XVc.VIII [1508]. patet libro A. rubro Althena fol. VI.
Comparuit Jacob van Rijswijck nomine uxoris. patet opten register
vande denombremente fol. XXIII verso.
-----------
scan p051
-----------
XXV

Joncheer Balth[a]sar de Gistelles ten behouve soo van hem
selfs als van sijn broeder, ende suster Jo. Guido ende Huffr. Geertruijt
de Gistelles.

Een losrente van XXV pond, van XL grooten Vlaams het pont, 's jaers op III
mergen landts, gelegen inden banne van Worckum, geheeten de brootkist,
hem verlijt bij Mr. Dirck de Cocq, advocaet 's Hoffs van Hollandt, als
gemachtighde bij Maria Jansdr., wedr. ende boedelhoutster van Joost
van Rijswijck den Ve julij 1619. patet lib[r]o hipothecatien fol. XCI.

Verlijt Jan van Dael bij opdrachte van wegen Joncheer Balthasar de
Gistellis den VIIIe meij 1620. patet libro hipothecatien fol. CXV verso
et ultra.

43. Noch een hophoff inder stadt van Woudrichem op't Zant.
Verlijt Marie Jan Schellaertsdr. uts.
[marge: Lo. Anthonis Jansz. Schout of sijnen erffgenamen]

Een hofstadt mitter huijsinge daer op s[t]aende gelegen binnen
Worckum.
-----------
scan p052
-----------
44. Vier margen lants gelegen inden ambachte van Worckum inde
Hengemenge.

44.49. Drie morgen lants gelegen inden Ambachte van Worchum inde
Hengemenge.
Verlijt Govert Mr. Antoenis Govertsz. bij doode van Adriaena
Willem Reijers van Bruggendr. sijn moeder, sonder date. patet
registro B. albo Althena fol. 4.

Verlijt Emmerick de Rover tot Gorcom bij opdrachte van Govert
Antonisz. a[nn]o XVc.LXVI [1566]. patet registro B. albo Althena fol. II
Idem comparuit patet opten register vande denombrementen fol. XXIII.

Verlijt Jan de Romer bij dode van Emmerick sijn vader, a[nn]o XVc.LXX [1570],
den XVe januarij. patet lib. inferiora feuda Holl. Capitulo Althena
fol. X?VI verso.

Verlijt Cornelis de Romer, bij opdrachte van Jan de Romer, sijnen
broeder, den XIIIIe october 1590. libro hoge Ot. C. fol. XL verso.

Verlijt Gillis Aertsz. bij opdrachte van Cornelis de Romer, burgem[eeste]r
der stadt Woudrichem den XXIIII november 1607. patet libro Trefues
B. Capitulo Althenae fol. X.
-----------
scan p053
-----------
XXVI

44. Een huij en gesaet mitter hoffstadt gelegen binnen Worckum
op die poort graft.
Nota dit hoort toe den heere selver, ende es sijnen hoff.

44. Derthien margen lants gelegen indie Hengemenge inden ban van
Worckom achter Jans saete was van de Campe.
-----------
scan p054
-----------
45. Een huijs mette hoffstadt gelegen binnen Worckom ende belegen
heeft aen de oostsijde Severijn Willemsz. mit sijnen erve, ende die
gemeene stege aen die ander sijde.

45. Vijff margen lants gelegen inden gerechte van Worchem.
-----------
scan p055
-----------
XXVII

45.48 Die Campen alsoo die gelegen sijn inden lande van Althena, eenen
camp lants geheeten die Campen inden ban van Worchem, gelegen oost-
waert die Vaert stege.
Nota hic zevendehalve margen lants.
Comparuit ende verlijt Glaude de [...] als vooght van
Elisabeth van Weijborgh. patet registro van de denombrementen fol. XII.

Verlijt Mr. Cornelis van Mierop, ontfanger generael van Hollant,
den XIIe october 1593 ut. patet lib. hoge Ot. B. fol. CXCVI verso

Verlijt Jochem van Mierop bij doode ende maeckinge van
Cornelis van Mierop voorsz. sijn vader, den Xe september 1609.
lib. hoge Ot. E. fol. CXLV.

Verlijt Abraham ten Hage, bij opdrachte van Dirck vander
Grave, ende Sebastiaen van de Ketel, als procuratie hebbende
van Jochem van Mierop, den IXe julij 1612. patet libro Trefues A.
Capitulo Althena fol. IIII.

45. Eenen waert gelegen bijden Moolen tot Worchum, dit is bijden
Moolen Schordijck.

45. Eenen waert gelegen beneden Worchum aen den dijck buijten
langhs die Merwede.
[marge: Lo. Outheusden]
-----------
scan p056
-----------
45. Een huijs in de kerckstra[a]t binnen Worckum

45.177. Eenen waert gelegen beneden Woudrichem, genoemd den Uijtterwaert,
streckende van de Molepoort totte Sleuwijcxsche waert toe, van de spou
op den dijck totter dorp [=diep?] van der Merwe toe.

Verlijt Godschalck, Heer van Outheusden a[nn]o XVc XLII (1542) registro A rubro
Althena fol. XV.

Verlijt Floris van Outheusden, bij doode van Godschalck voorsz. sijn
oom, patet Lib[ro] eodem litra seq.
-----------
scan p057
-----------
XXVIII

A.50 Acht margen lants gelegen inden ban van Woudrichem, tegens dat
Creijevelt over, genaempt die groote Bontherije, oft wilde Woutershoeve.
Verlijt Cornelis Hauwelijn, bij decreet, uijtte goeden van Jan Adriaensz.
Kemp.
Verlijt Maria Cornelis Hauwelijnsdr. bij doode van haren vader den XVIIe
julij a[nn]o XVc.LXXVI [1576] patet lib. infeuora feuda Hollandia opten Althena
fol. XXXVI v[er]so.

Comparut Cornelis van Hauwelinghe bij copie van decreet uijte goeden
[van] Adam Jansz. Kemp, patet opden register van de denombrementen fol. 36.

Idem verlijt den XVe aprilis a[nn]o XVc.LXIX [1569] patet lib. infeuora feuda,
fol. I verso et II.

Verlijt Maria Cornelis Hauwelingsdr. bij doode van haer vader den
XVII julij XVc.LXXVI [1576] patet registro infeuora feuda cap[itul]o Althena
fol. XXXVI verso.

Een XIIe deel inde thienden in Woudrichem ende Sleeuwijck.
Verlijt heer Gerrit van Assendelft a[nn]o XVc.LII [1552]. patet registro A.
rubro Althena fol. IIII
Nota dit is een leen van de hoffstadt van de Wercken.

Comparut ende verlijt Nicolaes, Heere van Assendelft a[nn]o XVc.LIX [1559]. patet
registro B. albo Althena fol. XXVI.
Idem comparuit patet op den register van de denombrementen fol.
XXV verso.


Verlijt Johan van Assendelft bij doode ende maeckinge van Gerrit van
Assendelft den XXIIII septembris XVc.LXX [1570]. patet R[eg]istro infeuora feuda
fol. XLIIII.

Verlijt Jonch[ee]r Floris van Assendelft bij doode ende maeckinge van Nicolaes van
Assendelft, den XIIIe septembris XVc.LXX [1570]. patet registro infeuora
feuda fol. VI verso.

Verlijt Jonch[ee]r Gerard van Assendelft bij doode van Jonch[ee]r Johan van
Assendelft sijn vader den XXVIe junij 1621. patet libro hoge Ot. T.
Capitulo Noordt Hollandia fol. XXVIII verso.
-----------
scan p058
-----------
46. Een huijsken omgraft genaempt Blanckenborgh mit sijnen toebehooren
van twee morgen lants soo groot ende kleijn als dat gelegen es, buijten die
Brughpoorte der Stede van Worcom.
Verlijt Mr. Ghillis Schellaert bij opdrachte van Jan Schellardt sijn vader
a[nn]o XVc.LIII [1553] patet registro A. rubri Althena fol. V.VI.
Idem comparuit patet opten register van de denombremente fol. XXIX.

Verlijt Joncv[rouw] Maria van Wijck, bij doode ende maeckinge van Mr.
Gillis Schellardt haer man, den naestlesten meij a[nn]o XVc.LXX [1570] patet
R[eg]istro infeuora feuda capitulo Althena fol. XIII.

[marge (scan 059):] Dit huijs is geruineert ende dese twee margen lants sijn
bij 't gemeene lant gecoft, gelijck bij naevolgende annotatie te sien is.
De Heeren [-Staten-] gecommitteerde raden van[de] Heeren Staten van Holl[and]
bij mij Griffier schrift[e]lijck 
onderrecht sijnde van de gelegentheijt ende natuijre van dit leen,
ende dat 't selve nae 't overlijden van Juffr. Maria van 
Wijck, (die al over eenige jaren deser werelt is overleden)
niet bevonden en wordt verheven te sijn, hebben daer op doen
stellen, ende mij doen toe senden schriftelijck en dat beslooten
't geene hier naer volght.
Heer Griffier de voorsz. twee margen lants sijn bij 't gemeene
landt gecoft, ende sulcx sal moeten werden aangeteijckent
op 't register van de Leenen, dat die de graeffelijckheijt toe
komen, ende dat daermede voorden investitune comt te
cesseren, inde Camer den XXVII februarij 1635. Onder stont
ter ordonnantie van de gecommitteerde raden, ende
was ondertekent C. van der Wolff.
-----------
scan p059
-----------
[zie marge op p.058]
-----------
scan p060
-----------
XXIX

Sleewijck

54. Dat veer van Sleewijck.

Seven margenlants miet den huijse, ende gerechte daerop staende
gelegen tot Sleeuwijck, daer Heijnrick van Essche naest gelegen es
oostwaert.

54. [marge: erfleen]
Ses margen lants inden ambachte van Sleewijck, ende belent
hebben Jonckvrouw Machtelt Willemdr. van Camp aen die eene
sijde, ende Zeverijn Willemsz. aen die andere sijde.
-----------
scan p061
-----------
55. Een wooninge met ses margen lants gelegen inden ambachte van Sleewijck.

55. 't gesaet tot Weijborgh, huijs ende hofstad, ende boomgaert mit sijnen
toebehooren mit seven margen lants gelegen besijden die wooninge inden
ambachte van Sleewijck.
[marge: vide hiernaer fol. XXX seven mergen geheeten die kleijne Weijburgh]

55. Vijftien margen lants in Sleewijck uijt XLII margen, daer van die
andere leggen in Woudrichem, Rijswijck, ende Uijtwijck.
-----------
scan p062
-----------
XXX

55. Die hoffstadt tot Weijborch groot twee margen lants in Sleewijck.
Verlijt Jan van Dorp bij doode van Joncv[rouwe] Johanna van Weijborch,
sijn moeder, a[nn]o XVc.LIIII [1554] patet registro A. rubro Althena fol. XXX.

Verlijt Philips van Dorp bij doode van Jan van Dorp sijn broeder
a[nn]o XVc.LXV [1565]. patet registro B. albo Althena fol. XVIII.

Verlijt Aernt van Dorp, bij opdrachte van Philips van Dorp, sijnen
broeder, a[nn]o XVc.LXVI [1566] patet registro B. albo Althena fol. XCII.
Comparuit idem patet opten reg[ist]ro van de denombremente fol. XLVII.

Verlijt jouffrouw Josinte van Dorp bij den overlijden van Jo[nkhee]r Aerent van
Dorp voorsz., haeren vader, den XXIIe januarij 1601. patet lib. hoge Ot. II
fol. CLII verso.

58 recto et verso. Seven margen lants geheten die kleijne Weijborch.
Comparuit ende verlijt Willemkens Gijsbrechtsdr. tot Worcum. patet
registro de nombrement fol. XXV.
[marge: vide hier vooren fol. XXIX verso het gezaet tot Weijborgh]
-----------
scan p063
-----------
50.60.69. Eenen waert gelegen in Slewijck.
Eenen waert buijtendijcx voor Sleewijck gelegen met sijnen anwerpen, ende
sijnen toebehooren.
Verlijt Anthonia Huijbrecht van Hauwelinge, bij doode haers vaders a[nn]o XVc.XLII
patet registro A. rubro Althena fol. XLII.
Vide ibidem litra seq. octroij omme te mogen testeren.

Verlijt Gillis Schellaert bij opdrachte van Gillis Schellaert a[nn]i XVLXII [1562]
patet lib. B. albo Althena fol. XCI.
Idem comparuit patet opden reg. van de denombremente fol. I.

Verlijt Jouffrouw Judith Schellaert den IIe junij 1609. libro hoge Ot. E.
fol. 116.

Verlijt Jo[nkhee]r Thomas van Staeckenbroeck, hem aengekomen bij accord,
als hier naer datum voorsz.
-----------
scan p064
-----------
XXXI

59.60 Dat gerechte van Slewijck mit sijnen toebehooren tot X schell[ingen] toe ende
daer boven dat derdendeel mitter drift van drie paer swaenen.
Verlijt Adriaen Jansz. van der Stael, bij doode sijns vaders, a[nn]o XVc.LIIII [1554] patet
registro A. rubro Althena fol. XLI.

Verlijt Jan Schellaert bij opdrachte van Adriaen Jansz. voorsz. a[nn]o XVc.LVII.
patet registro B. albo Althena fol. LXXXIX.

Verlijt Gillis Schellaert, woonende tot Woudrichem, bij doode van Jan Schellaert
sijn vader, a[nn]o XVc.LXI [1561]. patet registro B. Albo Althena fol. XC.

Verlijt Gillis Schellaert bij opdrachte van Gillis Schellaerdt sijn
broeders soon voorsz., a[nn]o XVc.LXI [1561]. patet ibidem litra seq.
Item comparuit patet opten register van de denombrement fol. I.

Verlijt juffr. Judith Schellaert, bij overlijden van Johan Schellaert,
haeren vader, den IIe junij 1609. patet libro hoge Ot. E. fol. 116.

Verlijt Jonch[ee]r Thomas van Staeckenbrouck van Croij, a[ls?] hem aengevomen
bij accordt tuschen Adriaen de Deckere, als procuratie hebbende van
Jonch[ee]r Joseph de Deckere sijn vader, die 't selve aengecomen in bij testament
van zal[ige]r Jouffrouw Catharina Mareels, sijne huijsvrouwe, die haer recht
verkregen hadde bij doode van Jo[nkhee]r Johan Schellaert den Jongen, haer soon.
ende aen den selven Jo[nkhee]r Johan Schellaert gecomen bij den overlijden van
Jo[nkhee[r Gillis Schellaert, sijn vader, den VIII januarij 1613. patet lib. Trefues
fol. VIII Ca[pitu]lo Althena.

Verlijt Arent Sweerts, als actie ende cessie hebbende van Johan Sweerts,
sijn broeder, die 't selve aenbestorven is bij doode van Jouffr[ouw] Catarina
Mareels, sijn moeije, wien 't selve aengecomen is door 't overlijden van Jo[nkhee]r
Johan Schellaert, haer zoon, ende die dat aen quam bij doode van Jo[nkhee]r Gillis
Schellaert, sijn vader, den XVIII aprilis 1616. patet libro Trefues B. Ca[pitu]lo
Althena fol. I.
-----------
scan p065
-----------
59. Den uuijterwaert van de Molen van de hoffstede neder streckende tot
Nijeuwe zande toe, mit sijnen anworpen ende mit sijnen toebehooren.

59. Den waert in Dalem, daer Roeloffs waert van Daelhem affgaet, van den 
dijck ten schoore toe, nederwaerts streckende tot Willems goet vab der
Zalm toe.

Ses margen lants gelegen binnen den ambachte van Slewijck ende
belegen hebben mit erve die vrouwe van Haestrecht aen die outste sijde,
ende dat Gasthuijs van Barne aen die nederste sijde.
-----------
scan p066
-----------
XXXII

60.61. Een en vijftigh margen lants, inden gerechte van Slewijck, geheten die quellinge
mit een huijs, hoffstadt ende Etel??
Verlijt Huygh Quekel Jacobsz. na doode van Jacob Quekel sijnen vader
het voorsz. goet, genaemt die Quellinge, neffens andere leenen, den XVe
meert a[nn]o 1528.

Verlijt Mathijs van Losen, bij opdrachte van Huygh Quekel den XII
aprilis 1537.
Verlijt Henrick van Losen, bij dode van Mathijs, sijnen
vader, a[nn]o XVc.LX (1560). patet registro B. albo Althena fol. LXXXIX.

Nota. Comparuit idem, ende is hem verlijt, een hoeve lants geheten die Quellinge
gelegen in Sleewijck, ende verclaert die groot te sijn XXXII margen binnensdijcx
met een kleijn griendeken. patet opden reg[iste]r van de denombrementen. fol. IIII v[er]so.

Verlijt Mr. Adriaen van Weresteijn bij doode van Hendrick van Loosen, sijnen
oom, den III junij? 1598. patet hoge Ot. C. fol. LV.

Verlijt Roeloff Vrancken, soo ten behoeve van de erffgen. van zal[ige]r Mr. Adriaen
Weresteijn, als van d' erffgen. van zal[ige]r Jouffr. Magdalena Montens sijne huijsv.
bij doode vande voorsz. Mr. Adriaen Weresteijn, ende bij opdrachte van de selve
Roeloff Vrancken, Willem van Dashorst den XXIe augustij 1615. Libro trefues A.
Ca[pitu]lo Althena fol. XIIII.

Verlijt Willem van Dashorst den jongen, bij doode van Dashorst sijn vader,
den eersten Meij 1625. patet libro hooge Ot. G. Capitulo Althena fol. VI.

60 v[er]so Verlijt Gijsbrecht Quekel die twee deelen van LI margen, geheeten die Quellinge,
bij overgifte van Margaretha Pieters dochter a[nn]o 1453 des anderen daeghs
nae S[in]te Mathijs dage.

[marge:] 60 v[er]so dit is het derden deel Adriaens van Welle

Anno 1460 Ontfinck jonge Gijsbrecht Quekel, bij overgifte van Johannes
van Welle Adriaensz. dat derdendeel van der Quellinge, daer die alde
Ghijsbert Quekel die ander tweedeel aff ontfangen heeft.

Den VIIe aprilis a[nn]o 1473 heeft alde Ghijsbert Quekel die voorsz. Quellinge
ontfangen nae die doot van sijnen zoon, ende die rechte voort overgedragen
Huijgen, sijnen zoon, behoudelijck hem ende sijne huijsvrouwe haaren tocht.

Verlijt Adriaen van Welle dat derdendeel van de voorsz. LI margen, geheten
die Quellinge, bij opdrachte opden dagh ende jare als boven.

Anno 1483 elf dagen in merte heeft Jacob Quekel des voorsz. Huijgens zoon
de Quellinge ontfangen, onder sijn mondige jaren wesende.
-----------
scan p067
-----------
62.63 Acht margen lants alsoo groot ende alsoo kleijn die gelegen sijn tot Sleewijck
tusschen Heer Pauwels van Haestrecht aen die westsijde, ende Aert van
Weijborgh aen die oostsijde.

Verlijt Beetgen Cornelis Sekierica bij opdrachte van Willem van
Baarsdorp a[nn]o XVc.LXV. (1565) patet registro B. albo Althena fol. XCI.
Comparuit ende verlijt Cornelis Adriaensz. in Sleewijck bij doode vande
voorsz. Baertje. patet opten Reg[iste]r van de denombremente fol. XXXVII.
Idem verlijt den XVIe aprilis XVc.LXIX (1569). patet registro infueria feuda cap[itul]o
Althena fol. 2 v[er]so.

64. Een hoffstede gelegen tot Sleewijck mit eene weijde ende andere landen
daerbij gelegen, gedragende ontrent XVIII margen mitte swaens drift
van twee paer oude swaanen inde heerlickheijt van Althena
Dit leen schijnt aen de Heer van Althena te wesen.

64 v[er]so Die rode banwinge
XIII/XII margen lants in Sleewijck geheeten den Boelecamp
Comparuit ende verlijt Jan van Riebeeck bij doode van Willem van
Rietbeeck sijn vader. patet opden register van de denombremente
fol. VIII.

Verlijt Joncker Guido de Gistelles, bij doode van Jo[nke]r Johan van
Rietbeeck, sijn oom, den naestlesten october 1612. patet libro trefues of
ca[pitu]lo Althena fol. VII.

Verlijt Willeboort Philipse, burgemeester van Woudrichem, bij opdrachte
van de voorn. Jo[nke]r Guido Gestilles den naestlesten october 1613. patet
libro trefues A. Ca[pitu]lo Althena fol. XIII.

[marge:] een schultbrief van IIII gulden ten behoeve van
Jo[nke]r Balthasar de Gistilles versekert op dese XIII margen lants
bij Willeboort Philipse op den IIIe decembris 1615.
patet libro hipothecatien fol. IIc.XXXIIII v[er]so

-----------
scan p068
-----------
XXXIII

65. Vijff margen lants gelegen in Sleewijck in twee percelen, die drie margen
oostwaert bij den susteren rijswaert, ende Ghijsbrecht Quekel, ende Jan
van Rijswijck westwaert. Ende die andere twee margen bij de kercke
van Sleewijck lant oostwaert.
Dit lant es ten eijgen gegeven.

65 v[er]so Een visscherije gelegen in Sleewijck, geheeten Robijns kille mit veel lants
gelegen in Brouck.
Comparuit ende verlijt Gillis Schellart. patet opten reg[iste]r vande
denombrementen fol. III.

Nota. De voorsz. Schellaert heeft verthoont twee paer oude swaanen te
mogen houden in de voorsz. visscherije, sonde dat het oude leenboeck
daeraff mentie maect.

Verlijt Jo[nke]r Thomas van Staeckenbroeck, Heer van Croij, en hem aen-
gecomen bij accord tusscheb Adriaen de Deckere, als procuratie hebbende
van Jo[nke]r Joseph de Deckere, sijn vader, die deselve aengecomen is bij testa-
mente van zal[ige]r Jouffr. Catarina Mareels, sijn huijsvrouw, die haer
recht verkregen hadde bij doode van Jo[nke]r Johan Schellaert den jongen
haer zoon, ende aen den selve Jo[nke]r Johan Schellaert gecomen bij den
overlijden van Jo[nke]r Gillis Schellaert, sijn vader, den VIIIe januarij 1613.
patet libro Trefues A. Ca[pitu]lo Althena fol. VIII.
-----------
scan p069
-----------
66.67.74 Acht  margen lants gelegen in Sleewijck gecomen wesende van Jan
Splinter, oostwaert die susteren tot Worcom, westwaert Jan Splinter,
streckende van den Dijck tot mijn G[enadige] Heer grooten waert toe.

Hier vooren sijn ten eijgen gegeven ses margen gelegen in de Wercken
vide I fol.
Comparuit ende verlijt Gillis Schellart, patet registro van de denombre-
menten fol. I.

Verlijt Jo[nke]r Thomas van Staeckbrouck als vooren.
-----------
scan p070
-----------
XXXIIII

Wercken

70. Een corenthiende van hondert XII margen lants, luttel min oft meer,
gelegen westwaert vanden huijse te Wercken.

70. ten erfleen. Een weer lants van derthien margen groot oock gelegen westwaert
van den huijse tot Wercken, ende geheeten is den Breede weer.

70.79. Een huijsinge mit LII mergen lants, gelegen inden gerechte van de
Wercken, aen die eene sijde oostwaert Trijsen weer ende Jan
Sweersz. kinderen lant aende westsijde.

Nota dit schijnt te wesen het huijs te Wercken, mit allen sijnen
manschappen ende toebehooren.
Dese manschappen sijn overgegeven bij den prioor ende convent van de
Cruijzebroeders van Worcom, tot behoeff van de Heeren van Althena.
-----------
scan p071
-----------
70. Acht morgen thienden inden selven gerechte tuschen Frijsen waert ende
ten halven in Heeren Ghijsbrecht waert van de pael westwaert.

70. Twee en vijftigh margen lants indie Wercken, dat genoempt wordt Wolfart
Hoeff.
Dit goet es verlijt den Cruycebroeders binnen Gorcum a[nn]o XVc.XLVIII [1548]
patet registro A. rubro Althena fol. XXXV.

71. Sesentwintigh mergen lants, wesende die helft van de voorsz. 52 maergen
genoempt Wolfartshoeve.
Verlijt Anthoenis Dircxz. bij opdrachte van den voorsz. Convente
a[nn]o XVc.XLVIII [1548]. patet libro A. rubro Althena fol. XXXV.

Comparuit ende verlijt [Anthonis Dircxz.] Cornelis Anthonisz. patet opten register van de
denombrementen fol. XVI.

-----------
scan p072
-----------
XXXV

71. Sesentwintigh margen lants, wesende die wederhelft van LII margen
lants genoempt Wolfaerts hoeff.
Verlijt Adriaen Ghijsbrechts bij opdrachte van Gerrit Jansz. a[nno] XVc.XLIIII [1544].
patet registro A. rubro Althena fol. L.

Verlijt Anthonij Taxis bij opdrachte vanden voorsz. Convente a[nn]o XVc.XLIX [1549].
patet registro A. rubro Althena fol. XXXVI.

Verlijt Marij Anthonij Taxis bij doode van Anthonij voorsz. haer vader
a[nn]o XVc.LIII patet litero seq.

Verlijt Anthonis Goesensz. Poorter tot Goinchem bij opdrachte van
Henrijck Pietersz. Vires, als man ende vooght van Marij Anthonij Taxisdr.
den VIIIe meij 1553. patet registro A. rubro Althena fol. XXXVI verso.

Comparut en verlijt Anthonis Goosens tot Gorcum. patet opten register
vande denombremente fol. XLVI.


71. Een hoeve lants aende hooge sijde van de Wercken.
Verlijt Nicolaes, Heere van Assendelft a[nn]o XVc.LIX [1559]. patet registro B.
albo Althena fol. XXVI.
Idem comparut patet registro vande denombremente fol. XXVI.

Verlijt Johan van Assendelft bij doode van heer Gerrit van Assendelft
den XXIIIe septembris XVc.LXXX [1580]. Registro infeuria feuda fol. XLIIII.

Verlijt Floris van Assendelft bij doode en maeckinge van Nicolaes van 
Assendelft den XIIIe septembris XVc.LXX [1570]. patet registro infeuria feuda
fol. LI verso.

Verlijt Joncheer Gerard van Assendelft bij doode van Jo[nkhee]r Johan van
Assendelft, sijn vader, den XXVIe junij 1621. patet libro hoge Ot. F. Cap[itul]o
Noorthollandt fol. XXVIII verso.
-----------
scan p073
-----------
71. Een hoeve lants gelegen aende lege sijde van de Wercken, ende men heet die
Wolfaertsche Hoeve.
Dit leen schijnt dat ten eijgen gegeven es, ende es daer vooren opgedragen
een springende thiende in Almkercke.

71.72verso.192. Een halve hoeve lants gelegen aen de lege sijde van de Wercken tot der vijren
toe

71. Seven margen lants gelegen inde lage sijde van de Wercken totter vijren toe, daer
naest gelant gelegen es aen die eene sijde Gerrit Burghgrave Dircxz. ende
aen die andere sijde Joncvrouw Margriete, sijn wijff.

Verlijt Dirck die Burchgrave Jansz. bij doode van Jan die Burghgrave
Cornelisz. sijn vader, a[nn]o XVc.L [1550] patet registro A rubro Althena fol. XL.
Idem comparuit patet registro van de denombremente fol. LVII. verso.

Verlijt Agniese de Burghgrave bij doode van Dirck de Burghgrave Jansz.
haeren vader, den XVIe junij 1593. ut patet lib. hoge Ot. B. fol. Ic.XLVIIIverso.
-----------
scan p074
-----------
XXXVI.

71. Eene margen lants gelegen aen de moijen Heijen Stege
verlijt Dirck die Burghgrave uts.
Idem comparuit uts.
Verlijt Agniese de Burghgrave als vooren.

71. Een gesaat gelegen to Zantwijck.
Verlijt Dirck die Burghgrave uts.
Idem comparuit uts.
Verlijt Agniese de Burghgrave als vooren.
-----------
scan p075
-----------
72.74. Vier margen lants, luttel min ofte meer, gelegen inden ban van de Wercken
aen die lage sijde, streckende vande Wercken totter Vire toe.
Comparuit ende verlijt Ghillis Schellart, woonende tot Worckom, patet
opten register vande denombremente fol. II verso.

Verlijt Jo[nkhee]r Thomas van Staeckenbroeck, heere van Croij ?etc?, in voegen als
hier vooren fol. XXIXverso is aengeteijckent.

[marge: dit staet hier nae fol. LXXverso noch eens]
Een Coorn- ende smal-thiende gelegen inden ambachte van Werckendam,
streckende oostwaert van Wirrincxwal aff etc.

Comparuit ende verlijt Adriaen vander Stael woonende tot Werckendam. patet
opden registre vande denombremente fol. XXII.

Verlijt Willem Jansz. vander Stael, bij doode van Adriaen vander Stael, sijn
broeder, den XXVIIIe novembris 1619. patet libro Trefues B. Cap[itul]o Althena
fol. XX.
-----------
scan p076
-----------
XXXVII

72. Eenen waert gelegen jegens Werckendam buijten 's dijcx inden gerechte vande
Wercken, ende belegen hebben Jan Danckaertsz. aende noordtwestsijde, ende die
haven daer die Wercken plach uijt te gaen, aen de zuijtwestsijde.


73. Een corenthiende ende smalthienden gelegen indie Wercken tuschen Wouter
Heijnensloot, ende IJrens sloot
Dit is bij van versouck aen de Heere gecomen.

74. Acht margen lants gelegen inden gerechte vande Wercken, beneven Nems?
van Amerongen westwaert, ende Arent van Loon oostwaert.
Dit es ten eijgen geschoncken den pater van de susteren tot Worcom.
-----------
scan p077
-----------
61.73.77.78 Een hoeve lants geheeten Wijscken hoeve, gelegen inde Wercken groot
achtien margen lants.
Verlijt J. Margriete Ghijsbrecht Jan Valckendr. bij doode haers vaders a[nn]o XVcLV [1555]
patet registro B. albo Althena fol. LXXX.
Vide belastinge van desen hoeve libro eodem fol. LXXXIIII.

Nota registro B. albo Althena fol. LXXXVIII es dese hoeve lants ten eijgen
gegeven Margrete van Valcken, besonder dat men daeruijt sal blijven houden
twee margen lants tot sulcken recht ende leen, ende in allen schijn als
men die geheele hoeve te houden plach, a[nn]o XVc.LXV [1565] den XXIIIe junij.

73. Acht margen vier hont lants gelegen aen de Wercken, oostwaerts Heeren
Gerrijts kinderen vander Poel, ende westwaerts Jan Naijensz. kinderen.
Comparuit ende verlijt Maria Robijns woonende inde Wercken, die de helft van
acht margen ten eijgen gegeven sijn, patet opten register vande denombremente
fol. XII.XIII

Verlijt Adriaen Claesz. bij opdrachte van Marie Robijns XXVe october
XVc.LXX [1570] patet libro inferiora feuda Hollandia ca[pitu]lo Althena fol. XV.
Verlijt Anthonis Adriaensz. bij doode van Adriaen Claesz. voorsz. sijnen vader,
den XXIIIe januarij 1596. libro hoogr Ot. C. fol. II.
Verlijt Jacob Adriaensz. bij doode van Anthonis Adriaensz. sijnen oom van
's moeder zijde, den XXe junij 1629. patet libro hooge Ot. H. Cap. Althena fol. X
verso.
-----------
scan p078
-----------
XXXVIII

Vier hont lants gelegen inde Wercken, buijten dijcx, streckende van den dijck
aff tot drie voeten over die Wercken, dit is uijt de voorsz. acht margen
vier hont.
Nota. Dit en staet in't leenboek van Althena niet mitte gespe.

Verlijt Adriaen Claesz. van Werckendam, bij opdrachte van Claes 
Aertsz. a[nn]o XVc.LXII [1562] patet registro B. albo Althena fol. LXXXIII verso
Idem comparuit patet opden reg[iste]r van de denombrementen fol. XXII verso.

34.66.77. Een stuck lants gelegen aende Wercken, oo[s]twaert Jacob Jansz. wed/
ende westwaert dat landt vande Donck, streckende vande Vicen drie
voet over de Wercken binnen en buijtens dijcx.
Dit es ten eijgen gegeven, ende sijn daervooren opgedragen acht margen
lants in Sleewijck. vide 5 fol.
-----------
scan p079
-----------
75. Acht en twintigh roeijen breet, oostwaert gelegen aengaende van mijn Heeren
van Postels uuijtlandt, streckende van de Wercken aff totte Hollantsche
grave toe, elcke roeije van eenen margen.
[marge: Heergewade mit een paer witte hantschoenen]

Verlijt Jo[nke]r Floris van Grevenbroeck, bij opdrachte van Heer Dirck van
Grevenbroeck a[nn]o XVc.LII [1552]. patet registro A. rubro Althena fol. XXXIX.
Verlijt Joncv. Josina van Grevebroeck a[nn]o XVc.LVIII [1558]. patet registro B
albo Althena fol. LXXX. item fol. LXXXIII.
Idem comparuit patet opden register vande denombremente fol. XXIII.

Verlijt Joncheer Diederick van Immerseel, bij doode van Joncvrouwe Josina
van Grevenbroeck, sijn moeder, den 1e october 1593. libro hoge Ot. B. fol. 194.
Verlijt Juffr. Maria van Immerseele bij doode ende maeckinge van de voorsz.
Jonch[ee]r Diederick van Immerseel haer vader, den XIXe julij 1613. patet libro
Trefues A. Ca[pitu]lo Althena fol. X.

Verlijt Willem Snellen bij opdrachte van Dirck Claessen van Ruyven,
als speciale procuratie hebbende vande vooghden ende mombers van
Jouffr. Maria van Immerseele, den Ve november XVIc. ende sestie [1616].
patet libro trefues B. Ca[pitu]lo Althena fol. VII verso.
-----------
scan p080
-----------
XXXIX

[marge: de naevolgende verlijen van dese IX ende VIII margen staen
 hiernaer fol. XLII ende in een leen, hoe wel twee leenen sijn]

Negen margen lants gelegen aende Wercken gecomen van Danckert van de
Wercken erfgenamen oostwaert gelegen Danckerts erve, ende westwaerts
Willems erfgenamen van Zeelant.
Verlijt Rockus wed. Jan van Stael Adriaensz. bij doode ende maeckinge
van Jan van Staal a[nn]o XVc.LV [1555] patet registro A rubro Althena fol. XLI.
et register N alto Althena fol. LXXXVII.
Verlijt Jan Schellaert eodem registro fol. LXXXVII.
Comparuit ende verlijt Joncv. Agatha Schellaerts, patet opten reg[iste]r
van de denombremente fol. XLVII.

[marge: vide hier vooren fol. XXXVII verso]

Acht mergen lants gelegen lants, gelegen inden ambacht van de Wercken.
Verlijt Adriaen Claesz. vander Stael bij opdrachte van Dirck Roelofsz.
a[nn]o XIIII.XIV [1414]. patet registro B. albo Althena fol. LXXXV.
Verlijt Rockus wed. Jans van Staal, alsvooren patet libro A. rubro
Althena fol. XLI verso.
Verlijt Jan Schellaert patet libro B albo Althena fol. LXXXVII.
Comparuit ende verlijt Joncv. Agatha Schellaerts patet uts.
-----------
scan p081
-----------
76. Drie morgen lants aen de lege sijde gelegen, mit die eene sijde oostwaert
des altaers landt, mitten andere sijde westwaerts neven 't erve dat heer
Ghijsbrecht van der Poel te wesen plach.

Dit is ten eijgen gegeven.

76. Thien mergen lants, gelegen inden gerechte van de Wercken, gemeen gelegen
mit Joncv. Cristijn Queeckels lant.
Dit schijnt een leen te wesen van den Huijse van de Wercken, daer af de
manschap aen de heer van Althena gecomen es. patet uts. fol. XXXI.

78. Een thiende gelegen aen de Wercken buijten en binnensdijcx, streckende uijt
die Wercken.
Verlijt Adriaen Damesz. bij opdrachte van Jan Rijcken Jansz. A[nn]o
XVc.XLVI [1546]. patet registro A rubro Althena fol. L.
Dit leen heeft die Heer van Althena selfs geerft.

-----------
scan p082
-----------
XL.
76.77.78 [marge: Dit is mede leen van den huijse van de wercken]
Vijff margen lants gelegen in een weer lants, acht margen groot sijnde, gelegen
in den banne van de Wercken, aengaende aen de Wercken, streckende tot[t]en
vicen toe.

Verlijt Wit Jansz. bij opdrachte van Jacob Govertsz. a[nn]o 1553. patet
registro A. rubro Althena fol. XXXVIII.
Verlijt Willem Jansz. bij opdrachte van Wit Jansz. a[nn]o 1558. patet registro
B. albo Althena fol. LXXXVII.

Verlijt Andries Pietersz. Schilt, woonende aen de Wercken, bij opdrachte
van Willem Jansz. a[nn]o 1559. Patet registro B. albo Althena fol. LXXXIIII.
Idem comparut patet opden register van de denombremente fol. XII.

Verlijt Adriaen Anthonisz. bij doode van Andries Pietersz. Schilt, sijn grootvader
paternel, den XIIII november 1614. patet libro trefues A. capitulo Althena fol.
XIIII verso.

Nota. Op den IIIIe aprilis 1617 is Bastiaen Cornelisz. verlijt mit thien hont lants,
gaende uijt de voorsz. vijff margen lants, gelegen in een weer van acht margen
lants, hem aengecomen bij doode van Andries Pietersz. Schilt, sijn grootvader
maternel, ende gedaene cavelinge. Patet libro trefues B. capitulo Althenae
fol. X verso.

Verlijt Cornelis Bastiaensz. Cuijke, bij doode van Bastiaen Cornelisz. Cuijcke sijn
vader den XXVIen november 1626. patet libro hoge Ot. G. capitulo Althena.
fol. IX.


-----------
scan p083
-----------
ende gegeven binnen Gornichem, mit con-
sent van Joncker Arendt van Boshuijsen, Dros-
saert der Steden voorschreven, ende 's lan[d]s van
Arkel, den vierden dach in novembris duij-
sent vijffhondert sevenentaghtigh.

Copie van de procura-
tie
Andel
fo. 36 v[er]so

Compareerde voor ons Adriaen
Thonis soon, gemaghtigh[d] schoudt, Henrick
Gerrits soon ende Dirck Henrick [-Henrick-]
soon, scheepenen in Poederoije, ende heeft
ter presentie ende bijwesen van den eersamen
Mathijs van ... ende Jan Janssoon als
leenmannen des huijs ende hooge heerlijc-
heijt van Poederoijen, geconstitueert ende magh-
tigh gemaickt bij desen, den hoogh geleerden
ende voorsienige Doctoter [=docter?] Poictou, woonachtigh
tot ..... ende verasunis van Reijnigem
cum potestate alium sus loco, substituerde
-----------
scan p084
-----------
x
ist noot omme uijt sijne comparant[s] naeme
te verschijnen voor den griffier ende gecommit-
teerden van den leenhoven, soo van graeffe-
licxsche van Sutphen, als van de Heerijcheyt
van Althena ende aldaer ..... van
sijn comparants wegen de doen aggeeren
ende ratificeeren bij den voornoemde leen-
heeren, dat [wanneer] hij comparants als Heere tot
Poederoijen quane te overlijden, sonder gelijcer-
lijff erffven nae te laten, dat in dien sal sijn
comparants lieve suster Joncvrouwe Elisa-
beth van Apalteeren, van hem comparants
nijt meer erven en genijeten en sal dan
vijff Duitsen daelders ad dartigh stuijvers
['t] stuck eens ... soo verre die selve goe-
deren als dan bevonden werden boven allen
schulden, soo veel weerdigh te wesen, ende
dit in cracgte van de houwelijcxsche voor-
waerden tusschen den voornoemde comparant
ende sijne lieve zwager inder qualitijt als
booven den vierentwintighsten meijdach lest-
leden opgelicht, geloiffde hij comparante van
staede ende van werden te houden alles wes
bijden voornomde docter bij Reijnegom ofte kue-
ren gemachtighden in dies geconstitueert en
de gehandelt sal werden als vooren. T'oircon-
-----------
scan p085
-----------
de van desen heb ick gemachtigh[d] schoudt
ende bij schepenen onsen segel beneden op
't spatum van desen gedruckt ende wij leen-
mannen voornoempt onsen gewoonlijcke hant-
schriften hier onder gestelt, desen sesentwin-
tighsten july duysent vijffhondert seven en-
taghtigh, stilio antiquo, met drie opgedruckte
segelen van Groenen wasschen mitsgaders
onderteijckent 't huijs van Hemert. Dit is 't
hantmerk van Jan Jans soon

Andel
fo. 37 verso

Wij Adolff, Graeff van Nue-
naer, Meurs ende linborgh, Heer van Al-
phen ..... weert, Althenae. Doen condt
dat voor onsen stadthouder van de leenen Jonc-
ker Adolff van der Aa ende leenmannen on-
der genomineert, gecomen ende gecompareert
is de eersame eersamen van Reijnigom, als
gemaghtigh[de] van den Eedelen, Erentfesten ende
vroomen Henderick van Apelteren, Heere tot Poe-
deroijen, breeder blijckende bij de procuratie voor
schout ende schepen[en] van Poederoijen ter presen-
tie van Jan Gillerts soon ende Jan Janssoon

[marge:] ...null, van geen,... [zon]der waerde
[marge:] dis is principael register geroijeert.
-----------
scan p086
-----------
als leenmannen des huys ende Hooge Heer-
lijcheijt van Poederoijen in date den twaelff
den novembris anno sevenentaghtigh ge-
passeert ende heeft uijt crachte van de sel-
ve procuratie in handen vanden voornoem-
de stadthouder gestelt ende opgedragen eenen
uuijterwaert, gelegen inden Lande van Althenae
op die Maese onder den gerichte van Andel,
genaempt den Middelwaert, soo groot ende Cleijn
als die aldaer mit allen sijnen toebehooren
met sijnen affdal ende aenwasschen, gelegen is
nijet uijtgesodert, oost gelegen aen de Heerlijcheijt
van Poederoijen aen de een sijde, zuijden ende
Mertens ..... ende aende noortwest
zijde aen Henrickx waert van den Andel plagh
te wesen, leenmannen van der Heerlijcheijt voor-
noempt in de .... van den voornoemde wert
als geen recht ofte actie meer daer aen te behou-
den ..... dit tot behoeff van Waert van
Cuijck Adriaens soon, burger der steede van
Gornichem, dit gedaen zijnde ende opte staen-
de voet hebben wij door onsen voornoemde stadt-
houder den voorsz. weert wederomme verlijt
ende verleent, verlijen ende verleenen mits
desen Vranck van Kuijck Adriaenssoon,
sijnen erven ende naecomelingen te houden
-----------
scan p087
-----------
van ons, onsen erven ende naecomeli[n]gen
tot een onversterffelijcken erffleen, in al-
der manieren ende tot alsulcken recht, als
Henderick van Apalteren ende sijnen voorsa-
ten tot desen dagen toe, van onser Heerlijck-
heijt van Althena gehouden hebben, behoude-
lijck althijts den Heer ofte vrouwe van de Lan-
den van Althena ende een ijegelijcken goet recht,
den voorschreve Franck van Cuijck heeft hier
van den behoorlijcken eedt gedaen naer behoo-
ren, hier waeren bij aen ende over Henderick van
Loosen Mathijssoon ende Arent Doodijn Adri-
aens soon, als leenmannen der Heerlijcheijt voor-
schreve in oirconden der waerheijt heb ick Jonc-
heer Adolff van der Aa, als stadthouder van
de leenen der voorschreve Heerl[ijkhe]ijt sijn ge-
nadigh zegel aen desen doen hangen, gedaen
ende gegeven binnen der steede van Gornichem
mit consent van Heer Arent van Boshuijsen
als drossaert der voorss. stadt ende lande
van Arckel, desen vijffentwintighsten dagh
novembris duijsent vijffhondert seven en tagh[tig]

Ghiessen
-----------
scan p088
-----------
XLIII. Almkerk

80.177.83. [marge: vide hier nae fol. XLV verso]
Negen margen lant gelegen tot Uppel, daer die jonge Jan van Rijswijck
es gelegen ten naesten oostwaert, ende westwaert Jan Meusz.
Lest verlijt Joncv. Herriette de Bares, wed. wijlen Philips de Bije, bij doode
ende maeckinge van haren Man, den XXIIIe novembris XVc.LIII [1553]. patet libro
A. rubro Althena fol. LXII.

80. Een huys ende gesate met acht hont lants, gelegen in uuythoeven, inde
gerichte van Almkercke, daer oost aff gelegen es Pieter van Muijlwijcks
erves, west den gemeenen zeedijck, streckende van de groene stege aff
totter voorstege toe.

Verlijt Cornelis Mensz. bij opdrachte van Pons Cornelissz., sijn vader[?],
den 29e januarij a[nn]o XVc.LIX [1559]. patet registro B. albo altena fol.
LXXII.
-----------
scan p089
-----------
81. Een hoffstadt metter huysinge die daer op staet, gelegen inden gerechte van
Almkercke mit een halve hoeve lants daer aengelegen.

81. Een huysinge ende hoffstede mitten wegen ende waterschap ende allen
sijnen toebehooren, dijck vrij etc., gelegen tot Zandtwijck inden gerechte van
Almkercke.
Dit es ten eijgen gegeven.

81. Een gezaat mit sijnen toebehooren gelegen tot Zandtwijck.
Es ten eijgen gegeven.
-----------
scan p090
-----------
XLIIII
81. Elff margen lants gelegen in den landen van Althena inden gerechte van
Almkercke, streckende van de diepen van de Alm, totter grave toe, ende belent
hebben Jan van Clootwijck aen die oostsijde, ende Pieter Huijgensz. aen de
westsijde.

Twee mergen lants gelegen in den gerechte van Almkercke tot Uuijthoeven.

82. Een en twintigh margen lants aen veel stucken gelegen in den gerechte van
Almkercke.
Behalven dit lant sijn ten eijgen geschouden [geschonken?] XV margen lants gelegen inden
gerechte voorsz. aen vier stucken, als die Moolencamp, Gravenhoefken,
Barthoutscamp, ende elf hont gelegen tuschen die huijse van Althena
ende die kerckstege.
-----------
scan p091
-----------
82. Een half huijs ende hoffstadt met VII hont lants gelegen inden gerechte van
Almkercke.

Vijff hondt lants uuijte voorsz. VII hont lants gelegen tot Almkerke.
Verlijt Mathijs Jansz. bij doode van Jan Matheusz. sijn vader a[nn]o XVc.LXI [1561]
patet registro B. albo Althena fol. LXXIIII.
Comparuit patet opten register vande denombrementen fol. XV.

82.83.85.86.87. [marge: recht onversterflijck erfleen patet libro A. rubro Althena, fol. 61]
Een huijs mit twee gesaten, ende mit een stuckie lants daer aen gelegen
over den dijck inden gerechte van Almkercke belegen tegens Wijspijck oost-
waerts, ende Hermen Liebrechtsz. westwaerts, streckende van de achter stege
totten diepe van den Alm toe, groot XII margen.
Nota hiervan worden alleen zeven margen gehieten quaternes te leen
gehouden, die hier vooren staen op fol....

Verlijt Cornelis Beuckelaer, bij doode van Godtschalck Bueckelaer, sijn
broeder a[nn]o XVc.XLIX [1549] patet libro A. rubro Althena fol. LXI.
Verlijt Arent Beuckelaer bij dode van Cornelis Beuckelaer, sijn vader,
a[nn]o XVc.LI [1551]. patet eodem libro litera seq.

Comparuit ende verlijt Pieter van Clootwijck, woonende tot Sinte
Geertruijdenberge, bij opdrachte van Arent Beuckelaer, patet opden
register vande denombrementen fol. IX.
-----------
scan p092
-----------
XIV.
83. Drie margen lants gelegen inden gerechte vanden Alm tot Uppel
opden Wijele daer Laurens van Wijele belegen es aen de oostsijde, ende
aende westsijde die Heijlige Geest van Veen.

83. Thien hont lants gelegen inden gerechte vanden Alm t' Uppel.
Verlijt Jacob van Clootwijck bij doode van Dirck van Clootwijck
sijnen vader a[nn]o 1554. patet registro A. rubro althena fol. LXIII.
Verlijt Heer Sweer van Clootwijck mede bij doode van Dirck sijnen
vader a[nn]0 1550. patet littera seq.

Comparut ende verlijt Cornelis Thonisz. woonende Almkercke bij
opdrachte van Jacob van Clootwijck. patet opden register vande
denombremente fol. LIII.
Idem verlijt den Ve julij 1569. patet registro infeoria feuda fol. IX.

Verlijt Jan Jansz. Goverts bij opdrachte van Ghijsbert Gerrits
Kant den XXIe november 1602. patet libro hoge Ot. II fol. 245 verso.
-----------
scan p093
-----------
[marge: vide hier voor fol. XLIII]
Een hoeve gelegen in Uppel van XXXVI lants
verlijt Joncv. Herriette de Bores. Pat. Registro A. rubro Althena
fol. LXII.
Vide beswaernisse van 2000 gul[den] Libro eodem fol. LVIII.LIX.

84. Een jalff sprinck thiende, gelegen inden gerechte van Alm ende
Uijtwijck.
Verlijt Dirck die Burghgrave bij doode van Jan sijn vader
a[nn]o 1550 patet registro A. rubro Althena fol. XCIII.
Comparut patet opden register vande denombremente fol. LVII.
verso et seq.

Vverlijt Agniese de Burghgrave, bij doode van Dirck de Burgh-
grave haeren vader, den XVIe junij 1595. patet libro hooge Ot.
B. fol. Ic.XLVIII.
-----------
scan p094
-----------
XLVI.
85.86.87.89. Dertigh mergen lants gelegen ten Wijle mitter hoffs[t]adt daertoe behoorende
gelegen inden banne ende gerechte van Alm.

[marge: vide consent vande swaanen drifte, ende van een eijgen bosch]
Comparuit Constantijn van Lijeskercke, als oom ende vooght van Catrina
van Lijeskercke, George Hackeneijsdr. woonende tot Coelen. Patet opden
register van de denombrementen fol. LVI verso.

Verlijt juffrouw Sibilla van Judde bij doode van juffr. Catarina van
Lijeskercke haer moeder, den VIe aprilis 1594. Lib. hooge Ot. B. fol. 230.
Verlijt Jan van Bruck bij opdrachte vande voogh[d]en en tuteurs van
juffr. Sibilla van Judde, den lesten januarij 1599. patet libro hooge Ot.
C. fol. 195 verso.

Verlijt Arent Maertensz. bij opdrachte van Jan van Bruck voorsz.
den XIXe october 1600. patet lib. hooge Ot. 11 fol. 421.

Verlijt Cornelis van Beveren Jacobsz. als man ende vooght van juffr.
Alijdt Arentdr. bij doode van haar vader Arent Maertensz. den XIIe
december 1629. patet libro hooge Ot. Cap.o. Althena fol. XI.

85.86. Elff margen twee hont lants gelegen tot Uppel geheeten die Wijel, gelegen
westwaert mitter wercken, ende oostwaert mit Willem Burghgrave
lant.

Comparut idem uts.
Hem verlijt uts.
Hem verlijt uts.
Hem verlijt uts.

uts. Een huijs ende gesaat mit vier margen lants
Comparut idem uts.
Hem verlijt uts.
Hem verlijt uts.
Hem verlijt uts.
-----------
scan p095
-----------
Jan Teulingh Jansz.

Sestehalven margen een hondt landts, uijt de voorsz. dertigh margen lants
gelegen in Wijele, ende uijt hoffstede daertoe behoorende, gelegen
inden gerechte van Almkerck.

Hem verlijt bij Jan van Bruck voorsz. den IIe. decembris 1600. Patet libro
hooge Ot. II fol. 133.
Verlijt Thonis Heijnricxsz. bij opdrachte van Jan Teulingh Jansz. voorsz.
den III november 1606. patet libro hooge Ot. D. fol. 201 verso.

Verlijt Cornelis Burghgraeff bij opdrachte van Thomas Heijndricxsz.
den XXVIe meij 1617. patet libro trefues B. cap.o. Althena fol. XI.

87. Een gezaat tot Zandtwijck gelegen westwaert aen mijns Heeren landt
geheeten den Enge, ende oostwaerts die huijsinge, toebehoorende die
kercke van Almkercke, mit wege ende wantscap totten diepen vande
Alm toe.

87. Seven hont lants in Almkercke.
-----------
scan p096
-----------
XLVII
88. Drie margen lants gelegen tot Muylwijck inden gerechte van Alm,
oostwaert bij Mathijs kinderen van Muylwijck, ende westwaert die
Heere strate.

Dit es eijgen goet leengemaect, ende sijn weder ten eijgen geschouden
elff margen in Rijswijck, vide hier vooren fol. XX.

Anno 1488 negen dagen in augusto heeft Aernt Danielsz. dit leen ont-
fangen, als vooght van Adriaen Govertsz. kinderen onmondigh.

[marge: recht onversterffl. erffleen]
88.147.193.194. Die twee deelen van de groote thienden tot Uppel in Almkercke.
Verlijt Andries Millinck bij doode van Jan Millinck sijn oom,
a[nn]o 1558. patet registro B albo Althena fol. 101 verso.
Comparuit ende verlijt Rogier van Leeffdael. patet opden reg[iste]r van de
denombremente fol. XXVII.

Verlijt Joncv. Maria van Hargen, bij doode ende maeckinge van Jan
Millinck a[nn]o 1567. patet registro B. albo Althena fol. LXXV.
Verlijt Joncv. Alijdt van Assendelft bij opdrachte van Joncv. Maria
van Hargen den XI aprilis a[nn]o 1573. patet libro infeuriora feuda
Hollandia pto. Althena fol. XXVIII verso et ultra.

-----------
scan p097
-----------
89. Vijff mergen lants gelegen inden gerechte van Almkercke, daer Willem
van Riebeex erve ende lant aff es gelegen, ten naesten oostwaert, ende
die gemeen vaert ten naesten westwaert, streckende vande gemeene vaert
aff tot mijns Heeren lant van Hoorn toe.

90. Eenen waert geheeten die hooge weijde, streckende vande hoogen
zeedijck ter waterwaert inne, ende schijnt te wesen zeven margen
lants, gelegen onder Almkercke inden Doorn.

Verlijt Joncv. Maria Gerritsdr. bij doode van Willem Goudt a[nn]o 1545
patet registro A. rubro Althena fol. XLVII.XLVIII.

Verlijt Henrick Goudt a[nn]o XVc.XL [1540] patet opden registro fol. LVII. vide
lib. B. albo ALthena fol. LXXIII.

Comparuit ende verlijt Mr. Christiaen vander Goes, schoudt tot Delft.
patet opden register vande denombremente fol. LIIII. verso.
Verlijt Mr. Adriaen vander Goes, bij doode van Mr. Christiaen voorsz.
sijnen vader, den IIe november 1601. patet libro hooge Ot. II fol. 199.

Verlijt Mr. Rochus vanden Honaert, raet inden Hoogen raede in
Hollandt, bij opdrachte van Mr. Adriaen vander Goes, vijff margen
Althenase mate, uyt de voorsz. waert, volgens accord ende limit-
scheijdinge vandie van de camere van reeckeninge, den Xe aprilis
1619. patet lib[r]o trefues capitulo Althena fol. XLII verso et ultra.
-----------
scan p098
-----------
XLVIII
91.175.Eenen waert gelegen tot Zandtwijck tot Almkercke geheten Hodenpijlswaert
groot XVIII margen.
Vide hier aff registro B. albo Althena fol. LXXII.

Comparut Francois Kaell nomine uxoris Cornelia van Duystermuyle ende verlijt
bij doode van Jan Verheul haren man. Patet opden register vande denombremente
fol. X verso.
Verlijt Cornelia van Hedel bij doode van Dirck van Hedel haer vader, die
't selve aenbestorven is bij doode van Jan van Hedel sijn vader, wien 't selve aen-
gecomen is bij den overlijden van Cornelia Aert Henricxdr. van Duystermuylen
sijn moeder, den X januarij 1617. patet libro trefues B cap[itul]o Althena fol. VIII
Verlijt mede Jan van Hedel woonende tot Gorinchem bij doode van Dirck van
Hedel sijn vader, die daer aengecomen was, bij afflijvicheijt van Jan van Hedel
sijn vader, dien het aenbestorven was van Cornelia Aert Henricsz.dr. van
Duystermijlen sijn moeder, den XIIe junij 1630. patet libro hooge Ot. Cap[itul]o Althena
fol. XII verso.

91. Drie margen lants gelegen in Zandtwijck, daer oostwaerts affgelant es
Jan Schellart, noortwaerts die cruyce broeders van Worcom, ende suytwaert
Mr. Balthasar.
Verlijt Jan Schellaert a[nn]o 1542. patet registro A. rubro Althena
fol. LVI.
Comparut ende verlijt.

Verlijt Mathijs Heijnricxsz. bij opdrachte van Agatha Schellaerts wed.
wijlen Gerardt van Nispen den VIe junij 1602. libro hooge Ot. II fol. 229.
Verlijt Heijndrick Mathijsz. bijden overlijden van Mathijs Heijnricxs. voorsz.
sijn vader, den XXIe junij 1612. patet libro trefues A. capitulo Althena
fol. III verso.
-----------
scan p099
-----------
92. Vijff hont lants gelegen inden gerechte van Almkercke indie hoeve daer die
gemeene strate aff es gelegen oostwaerts, ende westwaert die graeff
buytendijcx, streckende van Jan Adriaensz. landt op tot Mathijs Emontsz.
vijff hont lants toe.
Verlijt Adriaen Jansz. vander Hoeve, woonende tot Schoonhoven, bij
doode van Jan Adriaensz. vander Hoeve, sijnen vader, a[nn]o 1555. patet registro
A. rubro Althena fol. LXIII.
Idem comparut patet opden register vande denombremente fol. VIII.
Verlijt Lucia Adriaensdr. vander Hoeve, bij doode van haeren vader, den
XIIII november 1575. patet libro infeuora feuda Hollandia capitulo
Althena fol. XXXVI.

Vier hont lants soo groot ende kleijn als die aldaer gelegen sijn inden
gerechte van Almkercke, daer oostwaerts ten naesten gelant es, Wouter
Zegersz. ambachtsheer van Emmichoven, westwaert Jan van
Clootwijck, suijtwaert die straet, ende noordwaerts die gemeene
stege.
Dit en staet int leenboeck van Althena niet.

Comparut ende verlijt Aert Doedijn Ariensz. bij opdrachte van
Eelken Willem Bon Jansdr. patet opden register vande denombremente
fol. XV.

-----------
scan p100
-----------
XLIX
Vier margen lants gelegen tot Uppel, inden gerechte van Almkercke, daer
Mathijs kinderen van Muylwijck sijn gelegen ten naesten oostwaerts,
ende die Heere straete ten naesten westwaerts.

Dit en staet inden leenboecken van Althena niet, maer es inden leenhove
van Hollandt aengebracht, ende verlijt.

Comparut ende verlijt Cornelis Thonissz. C?. tot Almkercke bij overgifte van
Anthonis Dircs patet opten register vande denombremente fol. LIII.

Idem verlijt den Ve julij 1569. patet infeuora feuda Hollandia Capitulo
Althena fol. IIII.
-----------
scan p101
-----------
L.
Emmichove

92. Dat dagelijxe gerechte van Emmichove, mit allen sijnen toebehooren,
breucken ende forfaicten ? tot X schellingen toe, item van allen anderen
vervallen X schellingen inden gerechte voorsz.
Item een smalthiende aldaer.

Verlijt Cornelis van Emmichoven, bij doode van Wouter van Emmichoven
sijnen vader a[nn]o 1572. patet registro B. albo Althena fol. LV verso.

Verlijt Heijnrick Pietersz. Vriese bij opdrachte van Cornelis voorsz.
a[nn]o 1562. patet libro eodem littera seqt.

Verlijt Dirck die Burggrave Cornelisz. tot Gorcom bij opdrachte van
Heijnrick Pieters Vriesenz. a[nn]o 1567. patet registro B. alto Althena
fol. LVI.
Idem comparut patet opden register vande denombremente fol. XIII verso
Verlijt Jo[nke]r Johan Schellardt bij gifte van de vrouwe van Althena, ende
dat nae voorgaende resignatie ende quijtinge bijde dochter van de
voorsz. Dirck de Burghgrave daer van gedaen, den XXVII junij 1590.
patet libro B. albo Althena fol. CXXI verso et CXXII.

92. Die smalthiende gelegen in Emmichoven, ende Waerthuijsen, daer
Philips van der Leck die B. dat vierendeel aff heeft.
Verlijt Cornelis van Emmichoven als vooren
Verlijt Heijnrick Vriese als vooren
Verlijt Dirck die Burghgrave als vooren
Idem comparut als vooren.
-----------
scan p102
-----------
20.94 Die hoffstadt van Emmichoven, een huijs ende gezaat mit twee
margen lants gelegen inden gerechte van Emmichiven, daer die
gemeene straet es gelegen aen die oostsijde, ende Jans erve van
Vijsholl aen de westsijde.

Comparut ende verlijt Maria van Outheusden, patet opden
register vande denombremente fol. XLV.

Pieter van Clootwijck, schoudt van St. Geertruijdenbergh
die hoffstadt van Ruijchoven mette after leenen, ende is groot twee
margen vier hont lants, ende die zwaanendrift mit drie paer oude
swaanen inden lande van Althena binnen ende buyten dijcx.
Hem verlijt den XXIIII augustij 1593 uijt crachte van seeckere brieven van
drecreete van den hove van Hollandt libro hooge Ot. B. fol. 175 verso.

Verlijt Govert van Clootwijck bij doode van Pieter van Clootwijck voorsz.
sijnen vader den XII december 1598. libro hooge Ot. C. fol. 186 en idem
den VIII junij 1608.

Verlijt Francois van Clootwijck bijden overlijden van Govert van
Clootwijck. patet libro hooge Ot. D. fol. LXII.

93.94 Seven margen lants gelegen inden ambachte van Emmichoven, ende
belent hebben Haber van Emmichoven aen die westsijde, ende Barent
Dommelij aende oostsijde.

Verlijt Anthonis Ariensz. bij doode van Arien Ariensz. sijnen
vader a[nn]o 1548. patet register A. rubro Althena fol. LXV.
Comparut patet opten register vande denombremente fol. XLIX.
-----------
scan p103
-----------
LI
96.97. Die gerechte helft van drie margen twee hont lants, gelegen in Emmichoven
en Spijck, daer Jan van Cleijsen lant aff es gelegen oostwaert, ende Huijbrecht
Herberensz. lant ende erve westwaert.
Verlijt Joost Adriaensz. bij doode van Adriaen Adriaensz. 1548. patet
Registro A. rubro Althena fol. LXV.

Verlijt Marijken Joost Adriaensdr. bij doode van haeren vader 1660 patet
Registro B. albo Althena fol. LIIII.
Idem comparut patet opden register vande denombremente fol. XV verso.

96.97. Vijff hont lants uijt het voorsz. leengoet
Verlijt Jan Cornelisz. bij opdrachte van Gerrit van der Boos, die dat
opgedragen was bij Cornelis Pietersz. van der Staal a[nn]o 1545. patet
Registro A. rubro Althena fol. LXIIII.

Verlijt Francke Elbertsz. aende Dussen bij opdrachte van Jan Cornelisz.
a[nn]o 1549. patet Registro A. rubro Althena fol. LXVI verso.
Idem comparut patet opden Register vande Denombrente fol. XXXII verso.
-----------
scan p104
-----------
97. Een gezaat met een halve margen lants gelegen in Ganswijck, mit allen
sijnen toe behooren, daer Adriaen Florisz. lant aff es gelegen oostwaert
ende Jan Ghijsbrechts erve ten naesten westwaert.
Verlijt Heijlken Jansdr. a[nn]o 1559. patet registro B. albo Althena fol. LV.

Verlijt Jan Jansz. Clessen die Jonge, bij doode van Heijlken voorsz.
sijn halve suster a[nn]o XVc.LII [1552]. patet libro eodem litera seq.
Comparut patet opden register vande denombremente fol. XLIX.

97. Drie margen twee hont lants gelegen in Emmichoven tot Spijck, daer
oostwaert ten naesten gelant es Francke Albertsz., noordtwaert
Jan van Rijswijck, suijdtwaert Adriaen Thonissz. ende westwaert
Joost Ariaensz.
Verlijt Jan Jansz. bij doode van Lambrecht Jansz.sijn broeder 1549.
patet registro A. rubro Althena fol. LXVI.
Comparut patet opden register vande denombremente fol. XLIX.
-----------
scan p105
-----------
LII.
98verso. Ses mergen lants gelegen in Ganswijck onder Spijck inden dorpe van Emmichoven
daer oostwaert van gelegen es die Broexsene weteringe, ende west die Zeedijck.
Verlijt Jan Adriaensz. a[nn]o 1555. patet in repertorie met de gespe fol. XCVIII
verso.
Comparut ende verlijt Jan Adriaens tot Almkercke patet opden register
vande denombremente fol. XLIII.

Gerrit van Polanen
Vierdehalff margen lants gelegen in Spijck, onder den gerechte van Emmichoven,
belent ten oosten den Zeedijck, ten suijden d' erffgenamen van Mr. Johan Pauli
ten noorden ende westen de graefflijch[ei]t van Hollandt.

Item verlijt den XXVe junij 1610 patet libro hooge Ot. E. fol. IIc.XXXI verso.
Verlijt Maria van Polanen bij doode van Gerrit van Polanen haer broeder,
den XXVe aprilis 1614. patet libro trefues A. cap[itul]o Althena fol. X verso.

Verlijt Dirck Sijmensz. van Teijlinge bij opdrachte van Thomas Daniel
als man ende vooght van Maria van Polanen, den VIIIe junij 1618. pat.
libro trefues B. Cap[itul]o Althena fol. XVI verso.

Verlijt eerst Cornelis Zwaan, directeur over den boedel van wijlen
Dirck Sijmensz. van Teijlingen, ten behoeve van de kinderen en de gemeene
crediteuren van den selven van Teijlingen, ende daernae bij opdrachte vande
voorn. directeur, als des bij deselve crediteuren geauthoriseert sijnde.

Verlijt Mr. Herman Hallingh den XVIIIe januarij 1680. patet libro hooge
Ot. H. Cap. Althena fol. XI verso.
-----------
scan p106
-----------
Een schultbrieff van VIc gulden, ten behoeve van Jan Cornelisz. van
Pursum op dese gesaet ende hoffstadt, gepasseert bij Matthijs Matthenesse
den XXe december 1625. patet libro hipothecatien fol. IIc.L.

Een schultbrieff van IIIIc. gulden, van XL grooten ten behoeve van Eeltgen
de Burghgraeff Dircxdr. op de voorsz. hoffstadt, bij Heijnrick Rijcken
als procuratie hebbende van Mathijs Metheeusz. gepasseert den XVIe
meij 1626. Patet libro hypothecatien f. IIc.LII.
-----------
scan p107
-----------
LIII
Waerthuysen

103. Vier margen lants, gelegen inden gerechte van Waerthuysen in Weerthuyser-
broeck, in Saris hoeve, ende XIII hont lants gelegen inden selven
gerechte.

13. Derthien vlaemsche nobelen 's jaers uyt twee donchoeven gelegen
inden ban van Waerthuysen.

4. Een hoeve lants gelegen in Waerthuyserbroeck, ende es geheeten die
Mildehoeve, streckende opwaert vande Broeckgrave tot den
Mitgrave toe.
-----------
scan p108
-----------
Ghijsbrecht van Wijck, als curateur van den desolaten boedel van Jacob
Adriaens Bruyns van der Dussen.
Een gesaet ofte hoffstadt groot drie margen lants genoempt den
Bernewerff.
Hem verlijt bij opdrachte van Jan Wij[?] Philipsz., als oom ende vooght
van Crijn Jochemsz. naegelaten soon van Jochem Philipsz., vervangende
ende hem sterck maeckende voor Jan Loyen Philips, mede vooght vande
voorsz. Crijn Jochemsz. den 1e. january 1596. Libro hoge Ot. C. fol. I.

Verlijt Pieter Pietersz. Gulicker, ende bij opdrachte van de selve
Bastiaen Huygen den XIX juny 1613. patet libro trefues A. Ca[pitu]lo
sticht Gebrel.t. fol. VII verso.

Verlijt Mathijs Matheeusz. bij opdrachte van Bastiaen Huygen
den XIX december 1625. patet libro hooge Ot. G. Capitulo Althena
fol. VIII.

104. Den waert inden gerechte van Waerthuysen gelegen, daer Willem
van Raemsdonck, ende Dirck Hermansz. gelegen sijn aen d'eene
sijde ter halver Alm toe met de halve sloot.

103.105.116. Acht margen lants inden ambachte van Waerthuyse.
Verlijt Mathijs van Loesen, bij opdrachte van Gerijt Gerijtsz. a[nn]o 1549.
patet registro A. rubro Althena fol. LXXII.

Verlijt Sebastiaen van Loosen, bij doode sijns vaders a[nn]o 1560. patet
registro B. albo Althena fol. XLVIII.
Idem comparut patet opden register vande denombremente fol. VI.

-----------
scan p109
-----------
LIIII
106. Die halve coorenthiende tot Waerthuysen ende Emmichoven, mit die
halve smalthiende van beijde die voorsz. dorpen.

Nota. Dit es maer een vierendeel, ende maect die helft mettet naevolgende vierendeel
ende d'ander helft wordt te leen gehouden vanden huyse vande Lecke bij
Christiaen vander Goes.

Verlijt Gerardt van Uytwijck bij doode van Philips van Uytwijck sijnen
vader a[nn]o 1566. patet registro B. albo Althena fol. XLIX.
Idem comparut patet opten register vande denombremente fol. XIX.

Verlijt juffrouw Hester van Uytwijck bij doode van Gerrit van Uytwijck
een derdendeel van een vierendeel van de groff ende smalthiende van Weert-
huysen, ende Emmichoven, den XXVI augusty 1693. patet libro hoogt Ot.
B. fol. CLXXVIII.

Verlijt jouffr. Sibilla ut infra.
Verlijt jouffr. Philippa ut infra.

Een vierendeel van de voorsz. thienden.
Comparut ende verlijt Francois van Buschuysen. patet opden register
vande denombremente fol. XLIIII.

Verlijt joncvrouw Maria van Uytwijck, de huysvrouw van Mr.
Jacob van der Mersche, bij opdrachte van Francoys van Buschuysen den
XVIe. aprilis 1572. patet libro inferiora feuda Hollandia, capit[ul]o Althena
fol. XVIII.

Verlijt juffr. Sibilla van der Mersche met de halve thiende groff ende
smal van Waerthuysen ende Emmichoven, haer aengecomen 't eene
vierde part, bij den overlijden van jouffrouw Maria van Uytwijck
haer moeder, die 't selve aenquam bij Gerrit van Uytwijck haer broeder,
ende 't ander vierde part bij overgifte van de voorsz. Francoys van 
Buschuysen, den IIe aprilis 1611. patet libro hooge Ot. E. fol. 369.

Verlijt juffr. Philippe de la Mersche bij doode van juffr. Sibilla de
la Mersche, haer suster, den XVIIe juny 1616. patet libro trefues B.
Cap[itul]o Althena fol. II verso.
-----------
scan p110
-----------
106.107. Een huys ende gezaat met driemael vier margen lants gelegen in
Waerthuysen, mit sijnen toebehooren mitter straete ter halver Alm toe.
Die eerste vier margen daer 't huys opstaet, die andere vier margen belegen
oostwaert mit Heijnrick Loden, westwaert mit Jan Blane, die dorde
vier margen belegen oostwaert Gerrit Pouckes.

Verlijt Jochim Philipsz. van Nederveen, woonende tot Waerthuysen,
bij doode van Philips Jansz. sijnen vader a[nn]o 1563. patet registro B
albo Althena fol. XLIX.
Idem comparut patet opden register vande denombremente fol. XXI verso.

[marge:] Nota het huys ende gesaet met drie margen lants sijn verheven
   als hier voor fol. LIII.verso boven aen te sien es, ende de resterende 
   negen margen schijnen verbijstert ende verduystert te sijn.

108. Een hoeve lants gelegen inden gerechte van Waerthuysen, oostwaert
aende hoeve van Strijen.
-----------
scan p111
-----------
LV.
108.117. De wint moolen, molenstadt, ende gemale van den gerechte van Waert-
huysen ende van Uytwijck.
Verlijt Gerrit van Uytwijck bij doode van Philips van Uytwijck sijn vader
a[nn]o 1566. pat. registro B. albo Althena fol. XIX.
Idem comparut patet opden register vande denombremente fol. IX verso.

Verlijt jouffr. Sibilla van der Mersche bij den overlijden van jouffrouw
Maria van Uytwijck, haer moeder, die 't selve aenquam bij doode van
Gerrit van Uytwijck haer broeder den IIe aprilis 1611. Libro hooge Ot. O.
fol. 369.

Verlijt jouffr. Philippe de la Mersche, bij doode van jouffr. Sibilla de
la Mersche, haer suster, den XVIIe junij 1616. patet libro trefues B. Cap[itul]o
Althena fol. II verso.

108.117. Item dat veer tot Waerthuysen
Verlijt Gerrit van Uytwijck uts.
Comparut uts.
Verlijt jouffr. Sibilla van der Mersche utc.
Verlijt jouffr. Philippe de la Mersche uts.

109. Derthien hont lants gelegen in Waerthuysen, streckende die gemeene
stege oostwaert tot Ghiesen waert.
-----------
scan p112
-----------
109.Drie margen lants, gelegen in Waerthuysen, oostwaert Zeger Jansz. ende
westwaert Herman Jansz., streckende van de gemeene straete tot Jan Lodens
erve toe.
Verlijt Elisabeth van Doorn, wed. wijlen Jacob van Heel, a[nn]o 1559. patet
Registro B. albo Althena fol. XLVIII.

Verlijt Jan van Heel Jacobsz., bij doode van Elisabeth van Doorn, sijn
moeder, den XVe junij a[nn]o 1569. patet registro infeuora feuda Cap[itul]o Althena
fol. III.
Comparut ende verlijt patet opden register vande denombremente fol.XLVII.

110.116.Eenen margen lants gelegen in Waerthuysen, vier margen in
Babilonienbroek, twaalff margen in Muylwijck.

110. D'ambochs heerlijcheijt van Werthuysen, mit haren toebehooren.
Dit is nu aen de Grave van Hoorn.
-----------
scan p113
-----------
LVI.
Cornelis Jacobsz. van Gornichem.

109. Die rechte helft van Nedervenske hoeve, gelegen inden gerechte van Waert-
huysen, oostwaert aende ander helft vande selve hoeve, daernaest
plegen te leggen oostwaert Arent Hermans en Wouter Arent
Bloemenz. aende westsijde die Heer van Althena selve, mit eene
halve hoeve, streckende vande broeckgrave tot de midtgrave toe.

Hem verlijt bij overgifte van Roeloff Jans a[nn]o 1480 acht dagen in junio.

Die helfte van ses margen II hondt landts gelegen in Waerthyser-
brouck, geheeten die Cranendoncken.
Verlijt Claes Pietersz. tot Almkercke bij opdrachte van Emont
Matthijsz. a[nn]o 1563. patet registro B. albo Althena fol. XLVIII.
Idem comparut patet opden register vande denombremente fol. XLIIII.

?102.132.Dat schout ampt opden Hille, mit drie margen lants gelegen
in Waerthuysen.
Vide in? fol. LXII vande ambachtsheerlijckheijt van de Hill.

Verlijt Gillis Schellaert a[nn]o 1561 bij doode van Jan Schellard sijn vader.
patet registro B. albo Althena fol. LXIIII.
Idem comparut opden register vande denombremente fol. 29 verso.

Verlijt jouffrouw Maria Schellaerts, bij doode ende maeckinge van
Mr. Gillis voorsz. haar broeder, den XXVIe juny 1570. patet libro
imferiora feuda fol. XIII verso.

Verlijt Joost van Rijswijck, bij doode vande voorsz. Maria Schellard
sijn moeder, den XIXe octobris 1593. patet libro hoge Ot. B. fol. CXVII.

Verlijt Johan van Rijswijck bij doode ende maeckinge van
Joost van Rijswijck sijn vader, den XXe july 1616. patet libro
trefues B. cap[itul]o Althena fol. V.
-----------
scan p114
-----------
Sesthien margen lants gelegen in drie perceelen, gelegen in Waerthuysen.
Verlijt Willem Goudt bij opdrachte van Cornelia Lambrechts van [??]
mit Jan Cornelisz. a[nn]o 1520. patet registro A. rubro Althena.
fol. XLVI.

Verlijt Joncv. Maria Gerritsdr. a[nn]o 1544. patet registro A. rubro Althena
fol. XLVII.

Verlijt Henrick Goudt a[nn]o 1545. patet registro eodem fol. XLVIII.

Verlijt Laurens van Bronchorst bij copije van decreete uyt de goederen van
Willem Goudt, vijff perceelen als hier nae volgende, den XXIIIIe aprilis 1572.
patet inferiora feuda Hollandia capitulo Althena ende Raephorst
fol. XVIII verso.

In den eersten 't XVe weer genaemt die Keteldoncken, streckende van de
Middelgraeff aff totten nieuwen Vliet toe, groot XIIII margen III hont
LIX roeden.

Item 't XVIe weer genaempt die Pontcamp, groot sijnde vande voorss. Midt-
graeff totten voorn. Nyeuwen Vliet, zes mergen een hont XXIX roeden
II voeten.

Item 't XVIIe weer genaemt Modderhoeff, streckende als boven, groot ses
mergen II hont VII roeden IIII voeten.

Item 't XXI ende leste weer, genaempt 't Hemelrijck, streckende lancx
die Biescae van de Midtgraeff aff, totten Nieuwen Vliet toe, groot ses
mergen I hont XLIIII roeden.

Item tusschen die Broeckgraeff ende die Nieuwe Vliet 't eerste weer
gelegen aen de oostsijde van de voorsz. Biescae, streckende vande
voorsz. Broucgraeff tot den N[i]euwen Vliet groot negen margen
IIII hond LXXX roeden.

Verlijt jouffr. Yda van Bronchorst, bij den overlijden van Heer
Laurens van Bronchorst, ridder, haren vader, ende bij opdrachte van
Mr. Otto van Arckel, als man ende vooght van de voorsz. jouffr.
Yda van Bronchorst, ten behoeve van Heijnrick van Nispen, bailluw
ende dijckgraeff 's lants van Althena den XIe october 1593. Libro hooge
Ot. B. fol. CXCV verso.

Verlijt Jacob van Nispen, soo ten behoeve van hem als van sijn
broeders ende susters, het eerste weer landt gelegen aende oostsijde
van de Biescae tusschen de Brouckgraeff, ende de Nieuwe Vliet, groot
negen margen vier hont, tachentigh roeden, met een voogelkooy daerop
staende, bij doode ende maeckinge van Henrick van Nispen, heurl[iede]r
vader, den XXe november 1618. patet libro trefues B. Cap[itul]o Althena
fol. XIIII.
-----------
scan p115
-----------
LVII
Willem Govertsz. woonende tot Waelwijck.
Govert Willemsz. coopman tot Waelwijck

[marge: nota dat dese Willem Govertsz. op den VIIIe marty 1605
 verlijt sijn dese drie percelen van leenen bij opdrachte van
 Henrick van Nispen, Bailliu ende dijckgraeff 's landts van
 Althena. patet libro Hoge Ot. D. fol. XVII verso.]
[zie hiervoor ook scan nr. p116]

Het XVIe en XVIe weer genaemt de Keteldoncken, streckende van de
Midtgraeff tot den nieuwen Vliet toe, groot thien margen.
Hem verlijt den XVIIe juny 1611, zoo voor hem selven, als van sijne
broeders ende susters, bij doode ende overlijden van Willem Govertsz. haer
luyder vader, achtervolgende sekere acte van approbatie, gedaen bij den
voorsz. Govert Willemsz. voor notaris ende getuygen opde testamentaire
dispositie van de voorn. Willem Govertsz. ende Pieterken Woutersdr. des voorsz.
Govert Willemsz. vader ende moeder, behoudel[ijk] de voorsz. Pieterken
Woutersdr. de lijfftochte volgens de testamentaire dispositie van de voorsz.
Willem Govertsz. haer man. patet libro hoge Ot. E. fol. IIIc.XVIII.
verso et ultra.

Deselve Govert Willemsz.
Het XVIIe ende XVIIIe weer genaempt de Poncamp groot omtrent
thien margen ende een halff streckende van de voorsz. Midtgraeff tot
den Nieuwen Vliet toe, hem verlijt als vooren.

Deselve
Het XIXe weer genaemt Moddenhouff, streckende als vooren,
groot zes margen twee hondt, acht roeden, hem verlijt als vooren.

-----------
scan p116
-----------
[zie marge aantekening op p.115]
-----------
scan p117
-----------
Jan Maertensz. woonende tot Gorinchem

Een weer landts genaempt 't Hemelrijck lancx die Biescae van de
Mitgraeff aff totten Nieuwen Vliet toe, groot ses margen een hont
XIIII roeden, hem verlijt bij opdrachte van Heijnrick van Nispen, den
IXe november 1612. patet libro trefues A. capitulo Althena fol. VI verso.
-----------
scan p118
-----------
LVIII
Uytwijck

Seven mergen lants gelegen in Uytwijck.
Anno 1466 ontfinck Aert die Borghgrave Robbrechtsz. nae
doode sijns ooms Ghijsbert Dirck Jansz. dit voorsz. leen.

118. Ses margen lants gelegen inden banne van Uytwijck.
Anno 1461 den XIIe octobris bij overgifte van Jan Sas Jacobsz. heeft Peter
Annecqae dit voorsz. leen ontfangen.

Dit is nae dijckrecht opgewonnen, ende heeft nu Mr. Jan Ponciaens erffge-
namen.

117. Die smalthiende van Uytwijck.
Verlijt Gerrit van Uytwijck, bij doode van Philips van Uytwijck sijnen
vader a[nn]o 1566. patet libro B. albo Althena fol. XIX.
Idem comparuit patet opden register vande denombremente fol. IX.

Verlijt juffrouw Sibilla vander Mersche bij den overlijden van juffrouw
Maria van Uytwijck haer moeder, die 't selve aenquaem bij doode van de
voorsz. Gerrit van Uytwijck haer broeder, den IIe aprilis 1611. patet
libro hooge Ot. E. fol. IIIc.LXIX.
Verlijt jouffr. Philippe de la Mersche bij dode van juffr. Sibilla de la
Mersche haer suster, den XVIIe juny XVIc.XVI.[1616]. patet libro trefues B.
Capitulo Althena fol. II verso.
-----------
scan p119
-----------
117.118. Die visscherije inden Alm tot Uytwijck ende Weerthuysen, item
drie mergen lants gelegen inden gerechte van Uytwijck, dit es gemeen
met de voorsz. Visscherije.

Verlijt Philips van Uytwijck bij opdrachte van Jan Loyensz. van
Emmichoven a[nn]o 1562. patet registro A. rubro Althena fol. LIIII.

Verlijt 't gemeen dorpe van Wijck ende van Veen inden lande van 
Heusden, bij opdrachte van Philips van Uytwijck. patet libro eodem
fol. LIIII.

Verlijt Frans van Florn uyt den naem van de voorsz. dorpen a[nn]o 1558.
patet registro B. albo Althena fol. XLII.

Comparut Philibert Ingenulant. patet opden register van de denombremente
fol. XXXVI.

Verlijt Jo[nke]r Joost van Comens, uytte naem ende ten behoeve vande dorpen
van Wijck ende Veen den XIIe augusty 1616. patet libro trefues B. cap[itul]o
Althena fol. VI.

Die wederhelft van de voorsz. visscherije.
Verlijt Jan Pieck van wegen die gemeene dorpen van Ael ende Ghiecen bij
opdrachte van Philips van Uytwijck a[nn]o 1548. patet libro A. rubro Althena
fol. LIIII.

Verlijt Jan Pieck van wegen die voorsz. parochien a[nn]o 1554. patet uts.
litera seq.
Verlijt Jonck[e]r Johan van Mathenesse Nicolaeszoon, ambachtsheer
van Lisse van wegen ende ten behoeve van die van Ael ende Giessen den
lesten december 1612. patet libro hoge Ot. E. fol. IIIIc.LXV.
Verlijt Philips van Zevender, hooge waertsman van Andel ende Ghiessen
ten behoeve ende inden name van deselve dorpen, den XVIIe martij 1630.
patet libro hoge Ot. H. capitulo Althena fol. XIII.
-----------
scan p120
-----------
LIX
16.118.119.120.177. Elff margen lants gelegen inden banne van Uytwijck, daer van die vijff
mergen gelegen sijn bij de schoren, streckende langhs die Zantwijcsche Kae
oostwaert, ende Claes van Croonenburghs erve westwaerts, ende noch
ses mergen lants gelegen over die wateringe van Uytwijck, streckende tot
[de] Pelstege toe, met twee paer oude swaanen te houden inden lande van
Althena.

Nota in de plaetse van dese elff margen, es ten eijgen gegeven die hoffstadt
van Schorem, ende die helft van elff margen in Rijswijck uts. fol. XVIII
verso.

Verlijt Godschalck van Outheusden a[nn]o 1542. patet registro A. rubro
Althena fol. XV.

Verlijt Floris van Outheusden bij doode van Godschalck van Outheusden
voorsz. sijnen oom. patet libro eodem litera seq.

Verlijt Margriete Beuckelaers bij doode van Mr. Arent van der Goes
haeren man a[nn]o 1551. patet registro A. rubro Althena fol. LII.

Verlijt joncv. Barbara van der Goes, bij dode van Mr. Arent van der
Goes, haer vader a[nn]o 1553. patet ibidem litera seq.

Verlijt joncv. Johanna van der Goes, bij doode van joncv. Margareta
Beuckelaer haer moeder a[nn]o 1566. patet registro B. albo Althena
fol. XLII.
Idem comparut patet opden register van de denombremente fol.
XXXVIII verso.
-----------
scan p121
-----------
LX
Babilonienbroek

173. Die helft van IIII margen lants gelegen in Babilonienbrouck in Robben-
hoeve.

[17]3. Ses margen lants gelegen in Babilonienbrouck op die Horst

[17]3. Vier margen lants mitter wooninge die daerop staet gelegen in
Babilonienbroeck inden landen van Althena, streckende van Zuyt-Hollant
tot in de grave toe.

[?]23. Vijff margen lants mit eenen hoffstadt daeraengelegen, ende houdt ontrent
een halve margen, maeckende tesamen t'samen vijff margen, gelegen
in Babilonienbrouck.
-----------
scan p122
-----------
124.127.129. Seven margen lants mit eene hoffstadt in Babilonienbrouck gelegen
oostwaert Pieter Jansz. van Hille, ende westwaert Heijnricx lant van
Ghent.

Verlijt Aert Jansz. bij opdrachte van Jacob Willemsz. a[nn]o 1546. patet
registro A. rubro Althena fol. LXXVII.

Verlijt Pieter Aertsz. Ruymschootel, woonende op de Ael op de Abbe
bij dode van Aert Jansz. Ruymschootel, sijnen vader a[nn]o XVc.LIX [1559]. patet
registro B. albo Althena fol. LXIIII.

Idem comparut Jacob Aertsz. patet opden register vande denombrementen
fol. XX.

129. Item dat wederdeel vande voorsz. hoffstadt mitte helft van zeven margen
lants.
Den XII juny 1541 verlijt Henrick Willemsz. ut infra patet int reperto-
riom mette gespe fol. 129.

Comparut Heijnric Willemsz. bij doode van Willem Heijnrick Pauwelsz.
sijn vader. patet opden register vande denombremente fol. XXXIIII.

Verlijt Willemken Heijnricxdr. bij doode van Heijnrick Willems haer vader
den IIIIe novembris 1576. patet registro infeora feuda capitulo Althena
fol. XXXVIII.
-----------
scan p123
-----------
LXI
124. Item twee margen een hont XXV roeden.
Item vier margen L roeden.
Item die helft van ses margen drie hont XX roeden
Item vier margen XXV roeden
Item vier margen.

Achtien margen lants in Babilonienbroeck opden Hill.
Verlijt Jan Schellaert bij opdrachte van Adriaen van Haerlaer van
Meerswijck a[nn]o 1550. patet registro A. rubro Althena fol. LXXVIII.

Verlijt Gillis Schellaert, bij doode van Jan Schellaert sijn vader a[nn]o 1561.
patet registro B. albo Althena fol. LXIII.
Idem comparut patet opden register vande denombremente fol. XXIX verso.

Nota. Hier uyt verlijt Joncv. Maria Schellaerts ses margen lants gelegen inde
groote sluysweert. patet ut II ende noch drie margen, die helft van de
kleijne sluysweert.

Nota. Verlijt Abraham van Rijswijck de voorsz. ses margen lants, bij doode van
Jouffrouw Maria Schellaerts voorsz. sijn moeder, den VIII juny 1606. patet
libro hooge Ot. D. fol. Ic.LXXVIII verso.

Verlijt Gillis Jan Gillisz. bij opdrachte van Abraham van Rijswijck, den
lesten january 1623. patet libro hooge Ot. A?. Cap[itul]o Althena fol. VIII verso.

Nota. Item verlijt Joncv. Agatha Schellaerts, bij doode ende maeckinge van
Mr. Gielis Schellaert, haer broeder, vijff margen lants, noch de helft van
acht mergen, gemeen met Pieter Adriaensz. Cooman, den XXVIe juny 1570.
patet registro inferiora feuda Capitulo Althena fol. XIIII.

Nota. Verlijt Joost van Rijswijck, bij doode ende overlijden van Jouffrouw
Maria Schellaerts, sijn moeder, de helft van een kleijn Sluysweer, groot
drie mergen lants, leggende gemeen mit andere drie margen, toebehoorende
de ambachtsheerlijckheijt opde Hill, den XIXe octobris a[nn]o 1593. patet
libro hooge Ot. B. fol. Ic.XCVII verso.

Verlijt Jan van Rijswijck, bij doode ende maeckinge van Joost voorsz.
sijn vader, den XXe july 1616. patet libro trefues B. Cap[itul]o Althena fol. V.
-----------
scan p124
-----------
126.127.128. Seven margen lants gelegen inden ban van Babilonienbrouck, inden leenen
van Althena, opden Hill, genampt die Taphoeff, ende vier margen inde
oosterse Hoeven, maeckende XI margen uyt XXII margen.
Nota. Dit werdt genaempt die helft van de Taphoeve.

Verlijt Jan Schellaert uts.
Verlijt Gillis Schellaert uts.
Idem comparut uts.

Verlijt Jouffr. Anthonia van Rijswijck, bij doode van Gillis Schellaert,
haer oom, den XI?X octobris 1593. patet libro hooge Ot. B. fol.
IIc.XCVIII verso.

Verlijt Maritgen Goijaertsdr. bij opdracht van Heijnrick van Nispen
als man ende vooght van Anthonia van Rijswijck, den XXII.
martij 1608. patet libro hooge Ot. D. fol. IIIcLXII et ultra.

125.127.132. Seven margen ses hont lants daer drie margen gelegen inden ban van
Babilonienbrouck opden Hill, genaempt die groote Sluyswaert,
oostwaert gelegen die Taphoeff, ende westwaert die erffgenamen
van Frederick Havelaer, streckende van de Dusschense kae aff
tot die mitgrave toe.

Verlijt Jan Schellaert uts.
Verlijt Gillis Schellaert uts.
Idem comparut uts.
Idem verlijt Joncv. Maria Schellaert ut infra
Verlijt Abraham van Rijswijck bij doode van Joncvrouw Maria
Schellaerts, sijn moeder, den VIIIe juny 1606. patet libro hoge Ot.
fol. Ic.LXXVIII verso.

Verlijt Gillis Jan Gillisz. bij opdrachte van Abraham van
Rijswijck den lesten januarij 1623. patet libro hooge Ot. F.
capitulo Althena fol. VIII verso.

[1]25. Noch een visscherije gelegen voor Dordrecht
Verlijt Jan Schellaert uts.
Verlijt Gillis Schellaert uts.
Idem comparut uts.
-----------
scan p125
-----------
LXII.
132. D'ambachts heerlijckheijt opden Hill met drie margen lants gelegen
opden Hill in dat kleijn Sluysweer.
Verlijt Jan Schellaert uts.
Verlijt Mr. Gillis Schellaert uts.
Idem comparut uts.
Verlijt Joncv. Maria Schellaerts bij doode ende maeckinge van
Mr. Gielis Schellaert, haer broeder, den XXVI meij 1570. patet inferora
feuda capitulo Althena fol. XIII verso.

Verlijt Joost van Rijswijck, bij doode van Jouffrou Maria
Schellaerts, sijn moeder, den XIX october 1593. patet libro hooge Ot.
B. fol. Ic.XCVII.

Verlijt Johan van Rijswijck, bij doode ende maeckinge van Joost
van Rijswijck, sijn vader, den XX july 1616. patet libro
trefues B. capitulo Althena fol. V.
[marge: vide hier vooren fol. LVI van't schout ampt op de Hill]

125. Twee margen lants gelegen opden Hill in Babilonienbrouck, streckende
van Zuyt-Hollant aff totten ban van Emmichoven toe.
Verlijt Adriaen Jacobsz. woonende opden Hill, bij doode van
Claes Jacobsz, sijns grootvaders, a[nn]o 1550. patet registro A.
rubro fol. LXXVIII.
Idem comparut patet opden register vande denombremente
fol. XXXIII.
-----------
scan p126
-----------
126.146.147. Elff mergen uyt XXII margen in Babilonienbrouck in dat sluys-
weer.
Dese XXII mergen sijn uyt eijgen te leen opgedragen, ende sijn daer vooren
ten vrijen eijgen gehouden twee hoeven lants mit allen heuren toe-
behooren, gelegen in Muylkercke.

Verlijt Laurens de Veer bij doode sijns vaders Everarde de Veer dese
voorsz. elff margen, met noch elff margen, in den III dagh junij 1534.

127. Die thiende in Babilonienbroeck mit heuren toebehooren, daer die abt
van [niet ingevuld] die wederhelft aff heeft, ende die wederhelft houdt
die prior van Mariten Croon binnen Heusden.
-----------
scan p127
-----------
LXIII

Melis Feij, burger van Bommel.

[hele pagina is doorgehaald]
Twaelff schare koeij weijens, liggende op eenen weert tegens over de
stadt Heusden, onder de Heerlijckheijt van Neerhout.
[marge: is te lossen elcke schare weij met hondert twaelff guldens]

Item verlijt bij opdrachte van Willem Verduym Joostensz., als speciale
procuratie hebbende van Jo[nke]r Johan Turck, Heere tot Neerhemert,
Delwijnen, den IIII januarij 1608. patet libro hooge Ot. D fol. IIIc.XIII.
[marge: dese twaelff schare weijen, sijn affgelost ende daerom hier geroijeert]

Verlijt Adriaen Govertsz. bij opdrachte van Willem vander Duyn Joostensz.
als speciale procuratie hebbende van Amelis Feij, den naestlesten Martij 1609.
patet libro Hooge Ot. E. fol. XCVI verso.

Verlijt Wouter Adriaensz. bij overlijden van sijn voorsz. vader Adriaen
Govertsz. den 1 september 1610. patet libro hooge Ot. E. fol. IIc.LVI.

Jan van Meteren

Sesthien scharen weijdens op een weert tegens over de stadt Heusden
onder de Heerlijckheijt van Hemert.
[marge: Te lossen elck schare weijens met hondert twaelff guldens.
 Dese sesthien schaer weijens zijn affgelost en daerom hier geroijeert.]

Item verlijt bij opdrachte van Willem van der Laerschot, als procuratie
hebbende van Jo[nke]r Johan Turck, Heere tot Neerhemert, den 1e september
1610. patet libro hooge Ot. E. fol. IIc.LV.

Tielman van Moers, oudt burgemr. der stadt Bommel,
twaelf schare weijen op de schijnenwaert.
[marge: magh gelost worden mit XIIc. Car. guldens hooftsoms.
 Dese twaelf schaer roeijen sijn affgelost als libro trefues A. Cap[itul]o
 Althena fol. I verso is aengeteijckent ende daerom hier geroijeert.]

Item verlijt bij opdrachte van Jo[nke]r Johan Turck, Heer tot Neerhemert,
den XIe meij 1612. patet libro trefues A. capitulo Althena, fol. I recto 
et verso.
-----------
scan p128
-----------
Joncker Johan van Wittenhorst, Heere van Sonsvelt

[akte is doorgehaald]
Een jaerlijcse losrente van hondert vijffentwintigh ponden van XL grooten 't pond,
gehypothequeert op de Heerlijckheijt van Heemert.
[marge: Libro et fol. uts. blijct vande afflossinge deser rente]

Item verlijt bij opdrachte van Jo[nke]r Johan Turck, Heer tot Hemert, den IIIe october
1609. patet libro hooge Ot. E. fol. Ic.LIII verso.

Verlijt Jo[nker] Herman van Wittenhorst, soo ten behoeve van hem, als van sijn
broeder, J[onke]r Johan van Wittenhorst, bij doode van Jonch[ee]r Johan van Wittenhorst,
heurl[iede]r vader, den IIIe aprilis 1618. patet libro trefues B. capati. Althena
fol. XIII verso.

Jonch[ee]r Lubbert Turck.

[akte is doorgehaald]
Een jaerlijcxse losrente van driehondert ende vijftigh gulden tot XX st.
brabants 't stuck, gehypoteq[ueer]t op de heerlicheijt van Hemert, ende een
rijswaert geheten Schijnenwaert.
[marge: is affgelost ende daerom dit hier geroyeert]

Hen verlijt bij opdrachte van Jr. Johan Turck, Heere van Hemert, den
XVIe juny 1612. libro trefues A. capitulo Althena fol. II verso.

Jo[nke]r Andries van Golsteijn.

Een jaerlijcxe losrente van IIIc. ende vijftich gul[den] tot XX st[uive]rs brabants
't stuck, gehypoteq[ueer]t op de Heerlicheijt van Hemert, ende een rijswaert ge-
heeten Schijnenwaert.

Item verlijt bij opdrachte van Mr. Johan van Rijswijck, als speciale
procuratie hebbende van Jo[nke]r Johan Turck den XVIe juny 1611. lib[ro] trefues
A capitulo Althena fol. III.

-----------
scan p129
-----------
LXIIII

Buyten leenen

134. Dat dorp tot Hemert in hoogen gerechte ende in leegen, in diepen
ende in droghen.

Verlijt Joncheer Govert Turck, bij doode van Joncv. Heelwigh van
Hemert, sijn moeder, a[nn]o 1548. patet registro A. rubro Althena, fol. LXXXIIII.
vide litera seq. Joncv. Cornelia van Herpt van Bochoven sijn huysvrouwe
douarie.

Verlijt Jonch[ee]r Frederick Turck, bij doode van Govert voorsz., sijn broeder,
a[nn]o 1551. patet ibidem litera seq.

Verlijt Lubbert Turck, bij doode van Frederick Turck, sijn vader a[nn]o 1560.
patet registro B. albo Althena fol. CV.


[marge:
Een acte van approbatie op seecker contract van maeghgescheijt tusschen
za[lige]r Johan Turck ende Lubbert Turck, mitsgaders Jr. Andries van Golsteijn,
voor de voldoeninghe van welck accoord de voorss. Johann Turck verbint sijne
leengoederen den XVI juny 1612. patet libro trefues A. cap[itu]lo Althena fol. II.] 

[marge, doorgehaald:
Een acte van approbatie op seker accoordt gemaect tusschen Jr. Johan Turck cum suis
ende Jo[nke]r Dirck van [?] no[min]e uxoris mede cum suis, voor de voldoeningh 
van welck accoord de voorsz. Jo[nke]r Johan Turck verbint sijne leengoederen
van date den XIXe september 1606. p[ate]t libro hoge Ot. D. fol. Ic.XCI.]

d'acte van approbatie van den XIXe september 1606, hier boven geroert, 
staende libro hoge Ot. D. fol. Ic.XCI is gecasseert om redenen aldaer aengeteijckent 
ende daeromme de bovenstaende notule deurgeslagen.

134.189. Een rijswaert geheeten Schijnenwaert, mit sijnen aenworpen.

Verlijt Govert Turck uts.
Verlijt Lubbert uts.
Idem comparut uts.
Verlijt Joncheer Johan Turck, als boven.
[marge: Dese waert wordt t'samen mette Heerlickh[ei]t van Hemert in leen verhuyrt.]

-----------
scan p130
-----------
137. Twee mergen lants gelegen inden landen van Heusden in Babilonien-
broeck.

138.139.140.Een visscherije die aengaet van Dordrechtsmonde uytwaert die dubbel
uyt ende die Wael toe, ende aen die eene sijde leght die Dubbeldamme die
Mijle ende Puttershouck, ende aende andersijde lecht Swijndrecht ende
stoot aen Barendrecht.

Verlijt Cornelia Vincentsdr. bij doode ende makinge van Mr. Vincent,
haeren grootvader a[nn]o 1551. patet registro A. rubro Althena fol. LXXXVII?

Verlijt Cornelis van Bevereb bij doode van Claes van Beveren sijn vader
a[nn]o 1551. patet registro A. rubro Althena fol. LXXXVIII. Item verlijt a[nn]o
1557. patet registro B. albo Althena fol. C.
Vide een attestatie eodem fol. Ic.IX.

Verlijt Cornelis van Blijenborgh, bij doode van Jouffr. Cornelia Vincent,
sijn moeder, a[nn]o 1561. patet registro B. albo Althena fol. CVII.
Idem comparut patet opden register vande denombremente fol. XVI verso.

Verlijt Machtelt van Beveren bijden overlijden van Pieter van
Beveren, haer broeder, den IIe martij 1606. libro hooge Ot. D. fol. Ic.LX verso.

Verlijt Maritgen Hes, bij doode van de voorn. Machtelt van Beveren,
haer mo[e]ije, den XXVIIe july 1612. patet libro trefues capitulo Althena
fol. IIII verso.

Verlijt Cornelis van Blijenburgh, bij opdrachte van Simon Pieters Vroom,
als man ende vooght van Maritgen Hes voorsz., den lesten augusty 1611.
patet libro et. fol. uts.

Verlijt Wolphert van Blijenburgh bij doode van Cornelis van Blijenburgh
sijn vader den XXXe january 1620. patet libro hooge Ot. F. cap[itul]o Arckel,
Putte, fol. I.

-----------
scan p131
-----------
LXV
143. Een hoeve lants gelegen inden ambachte van Onderschie, geheten die Moer,
ende es groot XXXII margen luttel min ofte meer.

Nota uyt dit landt sijn ten eijgen gegeven XXVIII ende een halve margen
lants, behoudelijck dat die reste als vierde halve margen daer uyt noch te
leen gehouden sullen worden, gelegen inden ouden dijckslagh, daer't Godts
Kuyslant gelegen, oostwaert ende Philips van Spangen gelegen oost-
waerts.

Verlijt Sijmon Dircksz. bij dode van Geerijt Dircxz. sijn broeder, a[nn] 1542. patet
registro A. rubro Althena fol. XC.

Verlijt Adriaen Gerrijtsz. woonende tot Onderschie a[nn]o 1568. patet reg[istr]o B.
albo Althena fol. CXV.
Idem comparut patet opden register van de denombremente fol. I.

Verlijt Cornelia Pietersz. bij opdrachte van Adriaen Gerritsz. den XVIII
februarij a[nn]o XVc.LXIX [1569] stilo curie. patet registro inferiora feuda fol. VIII verso

144.183. Een coornthienden inden ambachte van Muylkercke in Zuythollandt,
aen die noordtsijde van den Alm aengaende in dijckweer tottet kerck-
weer toe.

Verlijt Joncv. Cornelia van der Dussen, bij doode van Jan van der Dussen
haer broeder, a[nn]o 1549. patet registro A. rubro Althena fol. XCI.
Idem comparut patet opte register van de denombremente fol. XXXI.
-----------
scan p132
-----------
156. Ses margen lants inden ban van Veen opden Zwaensheuvel tusschen
Arent van Wijck Kuystens zoons landt aen de eene sijde, ende Jan Houvelis
aende ander sijde.

Pieter Leenertsz. Colen

Elff hondt landts gaende uyt vierdehalve margen lants gelegen
aende dijckslagh inden ambachte van Onderschie.
Item verlijt bij opdrachte van Dirck Cornelisz. den XIIIIe augusty
1617. patet libro trefues B. capitulo Althena fol. XI.

Adriaen Ewoutsz. alias Adriaen Fransse,

Thien hondt lants gaende uyt vierd'halve margen lants, gelegen aende
dijckslagh inden ambachte van Onderschie.
Hem verlijt bij opdrachte van Dirck Cornelisz. den XIIIIe augusty 1617.
patet libro trefues B. capitulo Althena fol. XI verso.

Verlijt Jacob van Couwenhoven bij opdrachte van Adriaen voorsz. den
XXIIe september 1628. patet libro hoge Ot. H. capitulo Althena fol. V.
-----------
scan p133
-----------
LXV?
144.183.184. Een smalthiende van Jan Venedam tot Hellrade toe, mit noch een
drifte van vier paer swaanen te houden inde vloet, in allen mijns
heeren zwaanedriften.
Verlijt Cornelia uts.
Idem comparut uts.

144.157. Een visscherije inde maaze die zuydtsijde aengaende in die
IJbrecht aen dat oosteijnde, westwaert streckende den zegenworp
indie Donghen ter halver maaze toe.
Verlijt J. Cornelia uts.
Idem comparut uts.

146. Negen en twintigh margen lants gelegen in Rijderambacht, ende
geheeten sijn Schoonaecker ghier.
-----------
scan p134
-----------
145. Een vroon gelegen voor Barendrecht mit sijnen toebehooren gelegen inde
Waal aende suytsijde terhalver diepe toe, ende streckende inde lange
een stuck boven verheven wijele, ende weder affgaende totten midesloot.

Verlijt Claes Claesz. van Strijen, bij doode van Barbara Herman
Coenendr. sijn moeder, a[nn]o XVc.XLVIII [1548]. patet registro A. rubro Althena.
fol. LXXXI.

Verlijt die heere van Petersum, registro B. albo Althena fol. XCV.

146. Die halve corenthiende ende die halve smalthiende int Oostambacht
van IJsselmonde.
Idem die heere van Petersem.
[marge: ziet hierna fol. LXXIIII verso]

Comparut ende verlijt Willem van IJsselsteijn bij overgifte van Joost van
Wijngaerden. patet opden register vande denombremente fol. L.

Verlijt Jo[nke]r Maurits van IJsselsteijn, bij doode van Jo[nke]r Christoffel van
IJsselsteijn sijn vader, die daeraengecomen was bij afflijvicheijt van
Willem van IJselsteijn sijn vader, XI december 1627. patet libro
hooge Ot. G. capitulo Althena fol. XII verso.

146.147.187. Twee houven lants mit allen heuren vrijheden ende toebehooren gelegen in
Muylkercke geheeten die Edelhoeven.
Dit es ten vrijen eijgen geschonden, ende sijn wederom opgedragen te leene XXII
margen lants gelegen inden ban van Babilonienbroeck. vide supra fol.
LXI verso et LXII verso.
-----------
scan p135
-----------
LXVII.
147. Twintigh hoeven moers ende wildernissen mitten ambocht daerop gelegen
uyt 's gravenmoer inden grooten ham.

Die coorenthiende mette smalthiende, mitsgaders die ambachtsheerlijck-
heijt opdie eedelhoeve gelegen inden ambachte vande Dussen in
Zuythollandt, genaempt Muylkercke.

Dit en staet in leenboeck mitte gespe niet.

Verlijt Govert van Brecht, ambachtsheer vande Diesse, a[nn]o 1546. patet
libro A. rubro fol. XCI.
Comparut ende verlijt Joncv. vander Dusse. patet opden register vande
denombremente fol. XXXI.

148. Vier margen lants gelegen inden ambachte van Muylkercke.
Dit schijnt dat die heer aengeslagen heeft.
-----------
scan p136
-----------
151. Een visscherije mit heuren toebehooren gelegen voor Barendrecht aen die
noordtsijde ter halver diepen, streckende voor Barnisse.
Comparut ende verlijt die heer van Merode, heer van Petersem. patet
opden register vande denombremente fol. LI.

Idem verlijt den XVe octobris 1569. patet inferiora feuda fol. XIIII verso.
Verlijt heer Philips heer van Memorode Pieters. hem a[aangekomen?] bij doode van heer
Johan heer van Merode, sijn heer vader, den XVI november 1601. patet libro
hooge Ot. II fol. IIcVI verso.

Verlijt heer Floris van Merode bij doode van heer Philips van Memorode
sijn vader, den XVe martij 1628. patet libro hooge Ot. H. capitulo Althena
fol. II.

151. Elff margen lants gelegen in Ruer ambacht.

148.152. Een visscherije gelegen tusschen de sloot van Schaluynen, ende den ... van
Natelis, hier uytgaende een pont Hollants 's jaers tot behoeff [van] den heeren
van Althena.

Comparut heer Splinter van Hargen van Oosterwijck. patet opden register
vande denombremente. fol. LIII verso.

Verlijt Andries van Hargen, bij doode van heer Splinter van Hargen
sijn vader den XXI septembris 1575. patet inferiora feuda Hollandia cap[itul]o
Althena fol. XXXV.

Verlijt Jouffr. Otto van Hargen bij doode van Jonck[e]r Andries van
Hargen voorsz. haeren broeder, den XXIIe aprilis 1593. patet libro hoge
Ot. fol. CXXXII.

Verlijt vrouw Maria van Malsen bij doode ende maeckinge van juffr.
Otto van Hargen haer moeder, den XVIe december 1616. patet libro
Trefues B. capitulo Althena fol. VIII verso.
-----------
scan p137
-----------
LXVIII.
145.151.152.153.155. Een visscherije ende zegeworp gelegen voor Beerendrecht inde Waele aende
noordtsijde terhalver diepe toe, ende streckende inde lenghte een stuck voor
Vroe anen wijele, ende weder affgaende tot voor Carnisse tot den uyt-
slach toe.

Verlijt Andries van Hargen uts.
Verlijt ut sup.
Verlijt vrouw Maria van Malsem uts.

153.168. Dat Cort ambocht gelegen tusschen den ambachte van Houweninge
ende den ambachte van Slijdrecht.
Verlijt Andries van Hargen uts.
Verlijt uts.
Verlijt vrouw Maria van Malsen uts.

Joncker Willem van Cats.

[akte is doorgehaald]
[marge: dese rente is affgelost, en daerom hier geroijeert]
Achtien ponden vijftien schell[ingen] van XL grooten vl[aam]s 's jaers losrenten
uyt de helft van de coornthienden ende smalthienden vanden westam-
bachte van IJsselmonde streckende.

Hem verlijt bij opdrachte van Joncker Bruyninck van Wijngaerden
den Ve augusty 1579. patet libro B. albo Althena fol. CXXI.

Verlijt Joncheer Theophilis van Cats bij doode van Joncheer Willem
van Cats sijn vader, den XIIIe meij 1622. patet libro hoge Ot. F.
capitulo Althena fol. VII verso.
-----------
scan p138
-----------
Mr. Henrick Duyst van Voorhout

[akte is doorgehaald]
[marge: dese rente is affgelost als libro hipothecatie fol. CLXXVII breder is genoteert]
Een losrente van IIIc.XII L[ibra] X st[uivers?] van XL grooten vl[aam]s 't pont 's jaers,
special[ijk] op de voorsz. helft van de coornthiende ende smalthiende van den
west ambachte van IJsselmonde.

Hem verlijt bij opdrachte van wegen Joncheer Henrijck van Wijngaerden
gedaen den XXIIIe meij 1622. patet libro hoge Ot. F. capitulo Althena
fol. VIII.

149.152.153. Dat lege gerecht schout ambocht, ende dat veer van Houweninge
mit allen sijnen toebehooren, ende oock allen alsulcken zegenworpen,
sanden ende aenwassen die nu sijn off naemaels daeraen mochten komen
in de Merwede, streckende van de landen van Althena tot die Slijdrechs[e]
laeke toe.
[marge: ... mit eenen Hollanse gulden]

Verlijt Andries van Hargen uts.
Verlijt Jo[nke]r Otto van Hargen, bij doode van Jo[nke]r Andries van Hargen
haeren broeder voorsz., den XXIIe aprilis 1593. patet libro hoge Ot. B.
fol. CXXXII.

Verlijt vrouwe Maria van Malsem uts.
-----------
scan p139
-----------
LXIX
150.162. Die helft van de corenthiende ende smalthiende van den westam-
bocht van IJsselmonde, streckende westwaert vande oostambocht van
IJsselmonde, ende zuytwaerts tot den ampt van Catendrecht toe, ende noordt
waerts van den ambochte van Catendrecht tot in de Merwede.

Verlijt Cornelis van den Bouckhorst, bij doode van Pieter van den Bouckhorst,
sijn vader a[nn]o 1551. patet registro A. rubro Althena fol. LXXXIII.

Verlijt Bruyninck van Wijngaerden bij opdrachte van Cornelis van den Bouck-
horst 1565. patet registro B. albo Althena fol. IX.
Idem comparut opden register vande denombremente fol. XVIII verso.

Verlijt Jo[nke]r Heijndrick van Wijngaerden bij doode van Jo[nke]r Bruyninck van
Wijngaerden voorsz. sijnen vader, den Xe martij 1606. patet libro
hooge Ot. D. fol. Ic.LXI.

Verlijt Jo[nke]r Jacob van Wijngaerden, heer van Wijngaerden, Benthuysen, etc.
bij opdrachte gedaen inden name ende deur gemachtichde van Jo[nke]r Henrick
van Wijngaerden den XXIIIIe junij 1623. patet libro hoge Ot. F. capitulo
Althena fol. XI.

150. Die anderhelft vande voorsz. coornthiende ende smalthienden.
Dit besit Mr. Jacob vanden Eijnde off sijn erffgenamen.

Verlijt Jacob vanden Eijnde bij doode van Mr. Jacob van den Eijnde
sijn vader, den XXVIIe martij 1571 stilo curie. patet registro inferiora
feuda fol. XVIII.
Verlijt Jo[nke]r Henr[ik] van Raephorst, heer van Raephorst, als man ende vooght van
vrouw Cornelia van den Eijnden, bij doode vande voorsz. heer Jacob van den
Eijnde, ridder, ten behoeve soo van Jo[nke]r Henrick in qualiteijt voorsz. als
van Jo[nke]r Albert van den Eijnde sijn swager, off ten behoeve van den geenen
die hier nae genoemt sijnde beslooten testament bij den voorsz. heer
Jacob van den Eijnde ende sijn huijsvrouw gemaect, bevonden sal werden
daertoe gerechtight te sijn, den Ve november 1630. patet libro hooge Ot. H.
capitulo Althena fol. XXIII et. ultra.

[marge: den XXVII july 1632 heeft den heer van Raephorst doen blijcken
 dat hem dese thienden bij cavelinge te beurde gevallen sijn, gel[ijk]
 libro capitulo et fol. alhier geroert is geannoteert.]
-----------
scan p140
-----------
157.192. Die moolen tot Meuwen ende die moolen hoeve.

Verlijt Andries Millinck bij doode van Lambrecht Millinck sijn oom
a[nn]o 1554. patet registro B. albo Althena fol. C.

Verlijt Jan Millinck bij doode van Lambrecht Millinck sijn broeder
a[nn]o 1560. patet registro eodem fol. CVI.

Vide duwarie Joncv. Alijdt van Assendelft. Registro B. albo Althena
fol. CVIII.

Verlijt heer Philips van Leefdael ende Rogier van Leefdael a[nn]o 1567.
patet registro eodem fol. CXIII. CXIIII.

Idem Rogier comparut patet opden register van de denombremente
fol. XXVII.

Verlijt Joncheer Philips van Leefdael bij den overlijden van Joncheer
Rogier van Leefdael voorsz. sijnen vader den XXI junij 1604. patet
libro hoge Ot. II fol. IIIIc.LXXXVIII.

193. Item den windt ende 't gemaal mitten Moolen ende Moolenstede tot
Eeten.
Idem comparut uts.
Verlijt uts.

144.145.193. Die visscherije in die alde Maze ter halver maze toe, dat's te weeten
die noordtsijde, streckende van IJbbrecht totter Doornicker stege toe.
Verlijt Andries Millinck uts.
Verlijt Jan Millinck uts.
Verlijt Leefdael uts.
Idem comparut uts.
Verlijt uts.
-----------
scan p141
-----------
LXX
157.193. Die helft van de zwaendrift, daer Jan van der Dussen die ander
helft aff heeft.
Verlijt Andries Millinck uts.
Verlijt Jan Millinck uts.
Verlijt Leefdael utc.
Idem comparut uts.
Hem verlijt uts.

193. Noch een huysinge ende gezaat mit XII margen lants gelegen in
Muylkercke aen de Dusse.
Verlijt Jan Millinck utc.
Verlijt Leefdael uts.
Idem comparut uts.
Hem verlijt uts.

157.192.157. Item XX oude vrancrijcxsche schilden
Verlijt Andries Millinck uts.
Verlijt Jan Millinck uts.
Verlijt Leefdael uts.
Idem comparut uts.
Hem verlijt uts.
-----------
scan p142
-----------
158. Die dagelijcxe heerlickheijt mitten huyse van Werckendam, dat
schout ambocht, 't gemael, bierexcijns ende XII mergen lants bij den
huyse gelegen, ende mitter kerck ghiften, ende voort mit allen heuren
toebehooren, ende die visscherije, streckende van de haven tot Houweninge
toe.

Verlijt Jonck[e[r Pieter van Chanu bij opdrachte van Adam vander Duyn
a[nn]o 1542. patet registro A. rubro Althena fol. LXXXVII.
Vide van sekere belastinge gedaen bij den voorsz. Chanu a[nn]o 1560. registro B.
Albo Althena fol. CIII et CVII.

Verlijt vrouwe Anna van Chanu den XXIe novembris 1570. patet libro
inferiora feuda Hollandia capitulo Althena fol. XVI.
Idem comparut patet opden register vande denombremente fol. LV.

Verlijt Jouffrouw IJda van Bronchorst bij doode van vrouw Anna van
Chanu voorsz. haer moeder, den XIr december 1591. patet libro hoge Ot. A.
fol. IIIc.XCI verso.

Verlijt Francois Marjotti ten behouve soo van hem als van sijn huysvrouw
Jouffr. Johanna van Eck, achtervolgende de brieven van decreet van den
hoogen rade in Hollandt den XI december 1628. patet libro hoge Ot. H.
capitulo Althena fol. VI.

Verlijt Juffr. Johanna van Eck, wedr. van Francoys Marjotti, ten behoeve
soo van haer selven als van Jouffr. Margreta des Preijs, ongehouden persoon,
haer nichte, ende dat mits d'afflijvicheijt van de voorsz. Marjotti, des voorsz.
Johanna van Ecks man was, den VIIe Martij 1630. patet libro hooge
Ot. H. capitulo Althena fol. XV.

Een smalthiende ende coorenthiende tot Werckendam.
Dese smal ende coorenthiende staende hier vooren fol. XXXVI verso mette naer-
gevolghde verlijen:
Verlijt Adriaen van der Stael a[nn]o 1559. patet registro B. albo Althena.
fol. CIIII.

Verlijt Jacob Andriesz. a[nn]o eodem et libro eodem litera seq.
Item comparut patet registro vande denombremente fol. XIX.
Comparut mede Adriaen van der Stael. patet ut. fol. XXII.

[marge: zie ook scan 143 en 144 en 145]
Een schultbrieff van IIm.VIc. guldens verleden bij Jo[nke]r
Heijnrick van Eck ende Jouffr. IJda van Bronchorst, sijn huysvr. 
op de Heerl[ijk]heijt van Werckendam ten behoeve van
Michiel Gerritsz. Camerlingh den XVII november 1616.
patet int reg[iste]r vande hypothecatien fol. X.

Een schultbrieff van IIIm. Car. gulden verlijt bij Jo[nke]r
Heijnrick van Eck ende Jouffr. IJda van Bronckhorst
op de Heerlijckh[ei]t van Werckendam ten behoeve van
Pieter Pietersz., den XXIIII november 1611. patet libro
trefues A. capitalo Sticht fol. XXII verso.

Een schultbrief van XVc. Car. gul. gehipoteq[eer]t op de
heerlijckh[ei]t van Werckendam, verleden bij Jo[nke]r Henrick
van Eck ende Jouffr. IJda van Bronchorst ten behouve van 
P[iete]r Pietersz. Can den Xe augustij 1616. patet int 
reg[iste]r van de hypotecatie fol. I verso.

Een schultbrieff gepass[eer]t bij Jo[nke]r Henrick van Eck
en Jouffr. IJda van Bronchorst sijne huysvrou, van ses hond[er]t
car. guld. gehipoteq[eer]t op de heerlich[ei]t van Werckendam ten
behoeve van Ph[i]l[i]ps Michielsz. Soetens, den IX martij 1617.
patet int reg[iste]r van[de] hypotecatien fol. XVI.

Een schultbrief van thienhond[er]t Car. gul. verleden bij
Jo[nke]r Henrick van Eck ende Jouffr. IJda van Bronchorst, sijne huysv.,
gehypotheq[eer]t op de heerlich[ei]t van Werckendam, ten behoeve van Voorburgh, den XXIII
octobris 1617. patet int reg[iste]r vande hipotecatien fol. LX verso.

Een schultbrief bij Jo[nke]r Henrick van Eck, ende Juffr. IJda van Bronchorst 
ten behoeve van Jan Claesse
Boudesteijn van IIIm. gul. den XXVIIe october 1617. patet libro hipotecatien fol. IIc.LXXXV.
Dan heeft 
de voorsz. Boudesteijn naderhant verclaert op dese IIIm. gul. alleen aen de voorsz.
van Eck betaelt
te hebben, de somme van Xc. gul. sondermeer, gelijck fol. uts. is aengeteijckent.

Een schultbrieff gepasseert bij Jo[nke]r Henrick van Eck en Jouffr. IJda van Bronchorst 
sijne huysvrouw
van thienhondert XX Car. gul. gehypoteq[eer]t opden heerli[c]h[ei]t van Werckendam,
ten behoeve van Pieter
Pietersz. Can, den 6e martij 1618. patet int register van de hypoticatien fol. LXIII verso.

Een schultbrieff van VIc. Car. gul. verleden bij Jo[nke]r Henrick van Eck, ende 
Jouffr. IJda van Bronchorst
sijne huysvr. gehypoteq[eer]t op de heerlijcheijt van Werckendam, ten behoeve 
van Jorisge Cornelisdr. den 
XIX july 1618. patet int reg[iste]r van de hypoticatien fol. LXVII verso.
-----------
scan p143
-----------
[zie marge aantekening op scan 142]
-----------
scan p144
-----------
[zie marge aantekening op scan 142]
-----------
scan p145
-----------
[zie marge aantekening op scan 142]
-----------
scan p146
-----------
LXXI
159. Ses margen lants gelegen tot Leuwen inden velde op de weijde.
Anno 1535 den eersten dagh in maerte heeft Jan Wolff Henricxsz. als vooght
ende momboir van Cornelis Wolff Cornelisz. bij doode van Cornelis Henricxsz.
de Wolff, des voorsz. Cornelis Cornelisz. vader, dese VI margen landts
ontfangen.

[marge:] is achterleen van de twee margen lants hier nae fol. [niet ingevuld]

Cornelis Nobebaer, ambachtsheer in Grisoort

[akte is doorgehaald]
Een jaerlicxe losrente van Vc. L[ibra] van XL grooten vl[aam]s 't pondt special[ijk]
gehypothequeert opde dagelijcxe heerlijcheijt van Werckendam, ende
appendentien van dien.

Hem verlijt bij opdrachte van Jouffr. Johanna van Eck voornt. soo
voor haerselven, als oock inden name, ende des gemachtight sijnde
van haer nichte Jouffr. Margareta des Preijs, den VIIe martij 1630.
Patet libro hypotecatien II fol. XXXIIII verso.

[marge:] Dese rente is afgelost als blijct libro hipothecatien II fol. XXXV 
         in margine ende daeromme hier geroijeert.

Samuel van Voorburgh

Een vijfde part van een losrente van hondert vijftigh ponden
van XL grooten 't pondt 's jaers, gaende uyt de dagelijxe heerlijckh[ei]t
van Werckendam.

Hem verlijt bij opdrachte van Jouffr. Elisabeth van Arckel den
XXIIIe meij 1618. patet libro trefues B. capitulo Sticht Gebrel[..]t
fol. XIII.

Verlijt Pieter Pietersz. Can, bij opdrachte inden namen ende deur
gemachtighde van Samuel Voorburgh, gedaen den lesten april
1629. patet libro hypotecatien II fol. XXIX.

[marge:] Op den 1e martij 1616 is in minderinghe van de hooftsomme ende loopende renten
         van dese losrente van hond[er]t vijftigh gul. 's jaers betaelt
         verthien hondert XCVII gul. XII st[uive]rs.
-----------
scan p147
-----------
De weeskinderen van wijlen Mr. Otto van Arckel

[marge: vide de aentekeninge opt voorige ingeleijde papier gedaen]
Een jaerlijcxe losrente van CL L[ibra] van XL grooten 't pont special[ijk] gehipoteq[eer]t
op de dagelijcxe heerlicheijt van Werckendam.

Hem verijt bij Jo[nke]r Heijnrick van Eck den XXIIII juny 1613. patet libro
trefues A. capitulo Sticht Gelre Lt. fol. IX

Jorisgen Cornelisdr.

Vierhondert achtent'seventigh gul[den] drie st[uive]rs capitaels mitte rente
van dien die Willem van Arckel waren competerende in een losrente
van hondert vijftigh gul[den] 's jaers, versekert op de dagelijcxe heerlickheijt
van Werckendam.

Haer verlijt bij opdrachte van Sebastiaen van Arckel opten
name ende van wegen sijn broeder Willem van Arckel voorsz. bij
authorisatie van den hove van Hollandt, den lesten juny 1618. patet
libro trefues B. capitulo Sticht Gelre Lt. fol. XIIII.

Alijdt Dammasdr.

Een losrente van achtien car. gulden 's jaers special[ijk] gehipotequeert op
twee huysen, ende erven staende ende gelegen inde voorsz. heerlicheijt
van Werckendam.

Haer verlijt bij opdrachte van Jo[nke]r Heijnrick van Eck ende Jouff. IJda
van Bronchorst sijn huysvrouw, den XXIX augustij 1615. patet libro
trefues A. capitulo Sticht Gelre Lt. fol. XXI.
-----------
scan p148
-----------
LXXII
Gerrit van der Beemt

Vijffentwintigh gulden 's jaers uyt een jaerlicxe rente van
Ic.L gul. gehypotequeert op de dagelicxe heerlicheijt van Werckendam
ende appendentien van dien.

Hem verlijt bij opdrachte van Sebastiaen van Arckel op den
naem ende van wegen sijn broeder Pieter van Arckel bij authoris[a]tie
van't hoff van Hollant den XXVIIe martij 1619. patet libro trefues B.
Capitulo Sticht Gelderlandt fol. XXIIII et ultra.

Vranck Anthonisse van Overeem

Een jaerlicxe losrente van seven en twintigh ponden van XL grooten
't pondt special[ijk] gehipoteq[eer]t op de dagelicxe heerlicheijt van
Werckendam.

Hem verlijt bij opdrachte van Jo[nke]r Heijnrick van Eck, als man
ende vooght van jouff. IJda van Bronchorst, den XIXe februarij 1616.
patet int register vande hypotecatien fol. I verso.

Verlijt Jorisgen Cornelisdr. bij opdrachte van Vranck van
Overeem voorsz. den XIIe november 1621. patet libro hypotecatien
fol. CLVI verso et CLVII recto.

Verlijt Michiel Gerritsz. Camerlingh bij opdrachte van Jorisgen
Cornelisdr. voorsz. den XVe januarij 1624. patet libro hypotecatie
fol. CXCVIII verso.

Govert Jacobsz. Duynen

Een jaerlicxe losrente van XXV L[ibra] van XL grooten 't pondt special[ijk]
gehipoteq[eer]t opde dagelicxe heerlicheijt van Werckendam.

Hem verlijt bij opdrachte van [-Sebastiaan van ... als procu-]
[-ratie hebbende van-] Jo[nke]r Heijndrick van Eck ende Jouffr. IJda van
Bronchorst sijn huysvrouwe den Xe october 1616. patet int
register van de hypotecatien fol. VI verso.

Verlijt Michiel Gerritsz. Camerlingh, bij opdrachte van Govert
Jacobsz. van Duynen den XXVIe september 1630. patet libro
hipotecatien II fol. LIIII.
-----------
scan p149
-----------
Goosen Adriaens Groenhout

Een jaerl[ijkse] losrente van vijftien ponden XII s[tuivers?] VI ?? van XL.
grooten 't pondt, special[ijk] gehipotequeert op de dagelijcxe heerlich[ei]t
van Werckendam.

Hem verlijt bij opdrachte van Sebastiaen van Arckel als pro-
curatie hebbende van Jo[nke]r Heijnrick van Eck ende Juffr. IJda van
Bronchorst sijnve huysvr. den XIIe october 1616. patet int register
van de hipotecatien fol. VI verso.

Jouffr. Maria van Eck

Een jaerlicxe losrente van XII L[ibra] X st[uivers] van XL grooten 't pondt special[ijk]
gehypoteq[eer]t opde dagelijcxe heerlich[ei]t van Werckendam.

Haer verlijt bij opdrachte van Sebastiaen van Arckel als speciale
procuratie hebbende van Jo[nke]r Heijnrick van Eck ende Jouffr. IJda van
Bronchorst sijn huysvr. den XVe october 1616. patet int register
hypotecatien fol. VIII.

Vrouwe Deliana van Brederode van Wesenbergh

Een jaerlicxe losrente van XV L[ibra] XII st[uivers] van XL grooten 't pondt
special[ijk] gehypoteq[eer]t op de dagelijcxe heerlich[ei]t van Werckendam.
Haer verlijt bij opdrachte van Jo[nke]r Heijndrick van Eck ende Jouffr.
IJda van Bronchorst sijne huysvr. den XXIXe januarij 1618. patet
int register vande hypotecatien fol. LXI verso.
-----------
scan p150
-----------
LXXIII.
159 verso. Een stucke lants geheeten die Buycamp houdende drie margen
twee hondt lants.
Item twee margen twee hondt landts.
Verlijt Steven Goerts, bij doode van Goert Ghijsbrechtsz. sijnen vader
XVc.LII [1552]. patet registro A. rubro Althena fol. LXXXIX.
[marge: vide libro A rubro Althena fol. 97 verso, dat dit stuck achterleen is
        van de twee margen lants hier nae fol. [niet ingevuld]]

159. Een stuckie lants gelegen tot Leeuwen, geheeten die Luysbeemt, groot
drie mergen twee hont lants, luttel min ofte meer, alsoo groot ende
kleijn als 't daer es gelegen, daer noordtwaert aff gelant is Barent
Voorbroeck, ende oostwaert Claerbout Willemsz. erffgenamen,
zuytwaert Jacob Jansz. ende westwaert Jan Heijnricxz.
Verlijt Alardt Dircxz. bij opdrachte van Pieter van den Zanden
XVc.LIII [1553]. patet registro A. rubro Althena fol. XCVI.

[marge: blijft dit stuck lants leen van Althena, vide libro A. rubro Althena
        fol. XCVII verso et 't oude register mette gespe fol. 159 verso et 161 verso]

159. Seven hont lants gelegen tot Leuwen inden velde opten weijde.
Verlijt Anna Heijnricxdr. deur medegave ten huwelick van
haer vader a[nn]o 1553. patet registro rubro Althena fol. XCVI.
Verlijt Barent van Voorenbroeck bij opdracht van Jacob van
Goijen a[nn]o 1552. patet libro eodem fol. LXXXIX.

[marge: is achterleen van[de] boven gementioneerde twee margen lants die 
        hier nae fol. [niet ingevuld]]

-----------
scan p151
-----------
159.
[marge: nota. dese ende de drie volgende parcelen van landen sijn
        achterleenen van twee mergen lants hier nae fol. [niet ingevuld]]
Vijff hont lants gelegen tot Leuwen opde Weijde
verlijt Barent van Voorenbrouck bij opdracht van Arent vanden
Zande. patet uts. litera seq.

Seven hont lants gelegen tot Leuwen inden velde opde weijde.
Verlijt Govert van Rijensdijck die hij gecoft heeft van Heijnrick van
Zeelant 1553. patet registro A. rubro Althena fol. XCVI.

161. Vijff hont lants gelegen tot Leuwen inden velde opde weijde.
Verlijt Jan van Grevelingen a[nn]o 1553. patet registro A. rubro.
Althena fol. XCVII.

161. Drie mergen lants gelegen tot Leuwen inden velde opden weijde.
Verlijt Willem Clarboutsz. a[nn]o 1553. patet libro A. rubro Althena
fol. XCVII.
-----------
scan p152
-----------
LXXIIII.
161 verso. Twee mergen lants gelegen tusschen Maas en Waal, onder die prochie
van Waemmel, met noch elff andere manschappen off achter-
leenen.
patet uts. libro eodem fol. XCVIII.
Comparut Cornelis Wolff, woonende binnen Thiel. patet opden register
vande denombrementen fol. LV.

Verlijt Clara Wolffs Cornelisdr. bij den overlijden van Cornelis Wolff
Cornelisz. haeren vader den XXIIII septembris 1594. ut patet libro
hooge Ot. B. fol. IIc.LXXXI.
Verlijt Cornelis van Lidt, bij doode van Clara Wolffs voorn[oem]t sijn
moeije, den XIX july 1626. patet libro hooge Ot. G. Cap[itul]o Sticht
fol. XXI.

161.165. Sesthien mergen lants geheeten Baecx hoeff gelegen in Voorenbroeck
inden lande van Heusden.
Verlijt Joncheer Reijnout van Brederode, heer van Cloetinge, bij
doode van Jonch[ee]r Wolphert van Brederode, sijn vader a[nn]o 1550.
patet registro A. rubro Althena fol. LXXXII.

Verlijt Dirck Snoije uyt den naem van Lambrecht Snoije zijn soon, bij
opdrachte gedaen inden name ende deur gemachtighde van Heer Reijnauld
van Brederode a[nn]o 1567. patet registro B. Albo Althena fol. CXII.

Verlijt Jo[nke]r Diedrick Snoije, gouverneur van Noorthollandt, bij doode van
Lambert Snoije sijn zoon den naestlesten meij 1584. patet libro B.
Albo Althena fol. CXVI.

-----------
scan p153
-----------
162. Die helft van de Coorenthienden ende smalthiende gelegen inden oost-
ambacht van IJsselmonde.
Vide I? fol. LXVI verso.
Verlijt heer Jan van Memorode, heere van Pietershem, XXIII L[ibra] Vlaems
's jaers uyt de voorsz. thiende bij constitutie van Willem van IJsselsteijn den
XVe octobris 1569. patet registro inferuira feuda fol. XI.

Heer Philips Heere van Merode de Pietershem.

Een jaerlixe losrente van XXIII ponden grooten vl[aam]s gehypotheq[eer]t ende
versekert op de helft van de Corenthiende van't Oostambacht van
IJsselmonde.

Hem verlijt bij doode van heer Johan van Merode, heer van Merode
Pietershem, sijn heer vader, den XVIe november 1601. patet libro hoge
Ot. II fol. IIc.VI verso.

Verlijt heer Florens van Merode, heer van Pietershem, bij doode van
heer Philips van Memrode, sijn vader, den XVe martij 1628. patet
libro hooge Ot. H. capitulo Althena fol. II.

163.165. Die wederhelft van de voorsz. Coorenthienden ende smalthiende
inden Oostambacht van IJsselmonde vide infra fol.
[hieronder is doorgehaald]
Verlijt Jo[nke]r Heijndrick van Wijngaerden bij doode van Jo[nke]r Bruyninck
van Wijngaerden sijn vader den Xe martij 1606. patet libro hooge Ot. D.
fol. Ic.LXI.
-----------
scan p154
-----------
LXXV.
166. Een huysinge ende hoffstadt gelegen tot Veen inden lande van
Heusden gelegen aen de Zuytsijde die prochie paep van Veen, ende aende
noordtsijde Willem van Veen, streckende van de kerck wage tot die gemeene
strate toe.

[marge: ?Ie. splitsinge]
De thiende ende thiende mergen int groot ende kleijn, oost somerlandt
ende aenwassen vandien gelegen voor Heijnskenoort.
Verlijt Jo[nke]r Cornelis vander Mijle, ambachtsheer vander Mijle en? inden
name ende ten behoeve van dijckgraeff, heemraden ende gemeene ingelanden
van 't selve zomerlandt, bij opdrachte van Jo[nke]r Pauwels van Assendelft
den XXIIII decembris 1583. patet libro B. albo Althena fol. CXVI verso.

166.167. Dat westeijnde van Barendrecht mit allen sijnen toebehooren, dat sijn
staelen, vogelkooijen, visscherijen, zegenworpen, leenen, ende
alsoo groot ende kleijn die gelegen sijn inden westambacht voorsz.
Ende daertoealsulcke erffenisse als gelegen es inden ambachte van
Veenambachte, genaempt die groote Gheer, ende den kleijnen Gheer.
Die voorsz. aenwassen, visscherijen, zegenworpen ende anders, gelegen
voor Barendrecht, inde Wael, aende zuytsijde ter halver diepen toe,
ende streckende int lage boven voor Anen wijele, ende wederomme aff-
gaende totten midtsloot toe. Ende daertoe noch 't lant ambacht,
thienden, ende vogelerijen, met ander heuren toebehooren, die daer noch
verschijnen mogen.

Verlijt Claes van Assendelft, bij opdrachte van Dirck van Assendelft
sijnen vader, a[nn]o 1554. patet registro A. rubro Althena fol. LXVIII.

Verlijt Joncheer Pouwels van Assendelft a[nn]o 1558. patet registro B.
albo fol. CII et CX.
Idem comparut patet opden register van de denombrementen fol. XXVI.

[marge: Not[a] dit es Heijnennoort. Vide libro hoge Ot. C. fol. XXV verso.
        brieve van indemniteijt van 5000 gul. hooftsoms in date den
        XXVIII augustij 1696. [schrijffout voor 1596?]
        Nota. Ge... dese goederen een stuck lants geheten die lage Nesse
        vermogens die brieven vande heeren staten van Holl[an]t ende
        westvrieslant in date den VIe september 1597. patet libro Conversien fol. VI.]

[marge: 1e splitsinge]
Alsulcke gerechtigheijt van thienden, als Jo[nke]r Jan van Assendelft was com-
peterende inde ambachtsheerlickh[ei]t van Heijnenoort, over sekere cavelinge
weijlants, soo groot ende kleijn als deselve gelegen sijn buijten den ouden west-
dijck van Heijnenoort, eertijts bedijct met dat Maize Nijenlandt, ende Godtschalcx
Oert, beginnende etc?.

Verlijt Willem de Jonge Willemsz., out burgem[eeste]r der stadt Dordrecht ende
heemraedt van Heijnenoort voorsz., inden name ende ten behoeve van dijckgraeff,
heemraden ende gemeene ingelanden van Heijnenoort bij opdrachte van Jo[nke]r
Jan van Assendelft, heer van Cralingen etc., den 1e martij 1601. patet libro
hooge Ot. II fol. IIIIc.XXXIIII.

Verlijt Willem van Beveren, raet ende rentm[eeste]r  generael van Zuythollandt
inden name ende ten behoeve als boven, ende dat mits d'afflijvigheijt van de voorsz.
Willem de Jonge, den XXII december 1604. patet libro hooge Ot. D. fol. XII verso.
-----------
scan p155
-----------
[zie marge aantekening op scan 154]
-----------
scan p156
-----------
180. Vierentwintigh oude vrancrijcxsche schilden IIII schell[ingen] VIII ? 's jaers
uyt de renten 's lants van Althena.
Comparut ende verlijt J. Anna van Berchom. patet opden register vande
denombrementen fol. LIX.

197. Zeeckere man leenen inden schependom van Hardincxvelt.
Verleijt Joost van Ghiecen binnen Bommel bij doode van J. Marie
van Braeckel, sijn moeder a[nn]o 1565. patet registro B. albo Althena
fol. CX.

Idem comparut patet opden register van de denombrementen fol. XXXV.
Verlijt Jouffr. Maria van Ghiesen bij doode van Jo[nke]r Joost van Ghiesem
haar vader den Xe februarij 1623. patet libro hoge Ot. F. capitulo Althena
fol. X

Alsulcke actie ende recht als die Heere van Althena heeft inde
visscherije aende noordtsijde vande Merwede, binnen die limieten
van de heerlickheijt van Hardincxvelt.

Verlijt heer Arent die Joode, heer van Hardincxvelt a[nn]o 1566.
patet registro B. albo Althena fol. XI.XII.

Verlijt Jan de Joode, bij doode van Arent de Joode sijn vader, den
XXIXe januarij 1671 [moet dat niet 1571 zijn ?] stilo curie. 
patet registro inferiora feuda capitulo
Althena fol. XVII verso.
-----------
scan p157
-----------
LXXVI
Een stuck lants gelegen inden dorpe van Zuyderwoude, groot
vijff duympt lants belent Adam Jacobsz. erffgenamen aende zuydt-
sijde, ende Jan Wouwen erffgenamen aende noordtsijde, aende oostsijde
die Zeedijck, ende aende westsijde die voorn. Adam Jansz. erffge-
naen.

Verlijt Sijmon Cornelisz. woonende tot Monnickendam.
Comparut ende verlijt als selfs opgedragen hebbende. patet opden
register vande denombrementen fol. XLVIII verso.

[marge: vide nopende dit stuck lants 't gene op het register van
        't denombrement hier achter gev?onden fol. XLVIII.
        verso is aengeteijckent.]

[deze akte is doorgehaald]
Die helft vanden ambachte van IJsselmonde.
Comparut ende verlijt heer Jan van Merode, heer van Petershem.
patet opden register vande denombrementen fol. L.

Verlijt heer Philips van Merode, heer van Petershem, de gerechte
helft van de coornthiende ende smalthiende vanden oostambachte
van IJsselmonde, binnen ende buytendijcx, ende dat bij doode van
heer Jan voorsz. sijn vader, den XIXe february 1602. patet
libro hooge Ot. II fol. IIc.XIII verso.

Verlijt heer Florens van Merode, bij doode van heer
Philips voorsz. sijn vader, den XI december 1627. patet
libro hooge Ot. G. Capitulo Althena fol. XII.

[marge: Dit is abusivel[ijk] opgegeven, alsoo beijde de ambachten
        te weten het oostambacht, ende west ambacht van IJsselmonde
        te leen gehouden werden vande Heerlicheijt van Eghmondt, gelijck
        in de eerste volume fol. 649 et 653 blijct.]

Een visscherije in d' oude maaze gelegen onder Drongelen.
Verlijt Jouffr. Adriana van Schagen, bij doode van Jouffrouw
Alijdt van Assendelft haer moeije, den IIe october 1604.
patet libro hooge Ot. II fol. IIIIc.XCIIII.

[marge: Nota van dese visscherije geen ouder verlijen dan het ter sijde staande
        verlij te vinden sijnde, ende sulcx 't selve verlij abusivelijck genomen
        schijnt de voorsz. visscherije onder het toebehooren van het lage
        gerechte van Drongelen (van de Graeffelijkheijt van Hollandt te leen
        gehouden werdende) begrepen te sijn.]

-----------
einde
-----------

Merk op dat de scans van dit deel nu ook beschikbaar zijn op de site Van papier naar digitaal van Hans den Braber en Herman de Wit.
terug naar mijn Andel pagina, bronnen pagina, of