Gorinchem NA4012, 09-Jun-1670

     Den 9 junij 1670.
     
     Compareerden etc.,
     Mr. Cornelis Ringel, borger alhier, jonghman
     out ontrent 26 jaren, ende Cornelis Floren van Trist,
     schipper, woonende tot Andel, out ontrent 41 jaren.
     Dewelcke ten reghtelicken versoecke van
     Cornelis Jansz. Veerman tot Pouderooije attesteerde
     ende verclaerde bij dese, bij hunne mannen waerheijt,
     ende onder presentatie van eede, waerachtich
     te sijn. Eerst den voorn. Mr. Cornelis Ringel, 
     dat hij deposant op den 29 meij deses jaers 1670
     met Thomas Eijmersz. Schipper van S[h]ertogenbosch
     is gevaren van dese stadt Gorinchem aff, naer
     de voors. heerlickheijt Pouderooje, ende comende ontrent
     het veer aldaer, dat alsdoen den gemelten Cornelis
     Jansz. Veerman, requirant in dese, is aengeroepen
     om hem deposant met sijn schuijt uijt te halen. Ende
     den selven Veerman met sijn schuijt aencomende, dat
     den selven Thomas Eijmers aent roer staende, onbe-
     dachtelick, en door sijn onbehoorlick sturen, den
     voors. Veerman heeft overseijlt, sulcx dat sijn
     schuijt sonck, ende hij Veerman tegens den
     vrijff-houten van't schip vanden selven Thomas Eijmersz.
     op klom, en soo sijn leven salveerden. Ende
     verclaerde hij Cornelis Floren dat hij ten
     voorss. dage gesien heeft dat het voorss.
     overseijlen en sincken vande schuijt [-ende het-]
     [-opklimmen vande requirant tegens-] alsoo is
     geschiet, gelijck verhaelt is, ende dat hij noch
     heeft geroepen (sijnde onder lij met een schuijt
     vande gemelten Thomas Eijmersz. sijn schip) [-heeft-]
     [-geroepen-] tegens den voors. Thomas Eijmersz., o[?]
     schelm, is de man noch geborght, dat hij den
     passant oock alsdoen de riemen, haeck en eenige plancken 
     [marge: vanden gesoncken overseijlde schuijt heeft gevist]
     [-heeft gevist-]. Gevende voor
     
     [page 2]
     
     redenen van wetenschap, alle 't gene voorss. is
     alsoo waerachtich te sijn
     [marge: en dat het op den voorss. 29 meij 1670 
     goeth en bequaem weder was.]
     Aldus gepasseert
     voor mij not[ari]s binnen Gorinchem ter presentie
     van Thomas Smit en Johannes van Ouwerkerck,
     borgers alhier als gelooff waerdige getuijgen hier
     toe versocht.
     
     -Cornelis Ringel
     -Cornelis Floren van Trist
     -Thomas Smits
     -Johan van Ouwerkerck, 1670
     Mij present Thomas Dael, not[ari]s pub[li]q[ue], 1670