Tilburg NA2107_08, 25-Aug-1692
bron: Tilburg NA2107_08 147-150, 25-Aug-1692
Toegang 2107 Inventaris van de notariële archieven te Alphen, ca. 1577 - 1716
https://www.regionaalarchieftilburg.nl/
inv. nr. 8: notariële archieven Alphen; notaris Dionysius de Roy;
Protocollen 1695- 1681
url:
https://www.regionaalarchieftilburg.nl/zoek-in-archieven/?/scans/NL-TbRAT-2107/5.1.1/start/140/limit/10/highlight/7
ingezien 9-nov-2024.
scan nrs 147 t/m 149
pag. 122, 122v, 123
Gevonden via de transkribus transcripties en de zoekfunctie op
https://www.openarchieven.nl/transcripties/zoek.php?q=%22tot+andel%22
===
[scan 147, akte nr. 122]
25 augustus 1692
Compareerden voor my Dionijs De Roij open-
baer notaris by den Ed. Rade van Brabant in
’s Gravenhage geadmitteert, tot Alphen resi-
derende en[de] de getuijgen naegenoemt in
eijgene persoonen jon[khee]r Adriaen Hubertus van Cau-
wegom [marge: licentiaet in beide de rechten], Drossaert der heerlijckheijt van
Geel en juffr. Joanna Maria van Cauwegon,
sijne ed. suster, ter eenre: Dhr. Huijbrecht
van Asten, secretaris van den oudenhove tot
Gilse, soo voor sijn selven, en[de] alnoch als last
en[de] procuratie hebbende van DHr. Hendrick
van Asten, agent als nu van Sijn Co[ninklijke] majesteijt
van Groot Brittangien, en[de] griffier vanden
lande en[de] baenderije van Grimbergen etc. vol-
gens procuratie daer van sijnde voor den not[ari]s
C. Jacobs en[de] seeckere getuijgen binnen
Brussele op den 22 feb: 1687 gepasseert.
Ende alnoch als last en[de] procuratie hebben[de]
van dhr Guilliaume van Asten, capiteijn
ten dienste deser landen, voor den notaris
D. Paringet en[de] sekere getuijgen binnen de stadt
Grave op den eersten meert 1687 gepasseert.
Beide alhier gethoont. Denselven noch als
last en[de] procuratie hebbende van Dhr. Jacobus
Bernaerts Frencken, secretaris der stadt en
heerlijckheijt van Weerdt, als in huwelijck
hebbende juffr. Anna van Asten, sijne huijsvrouw,
voor schepenen van Weerdt voorss. op den negen
thie[n]den dagh van den jaere 1690 gepass[eer]t, deselve juffr.
alhier mede present, denselven alnoch in
qualiteijt als momboir over Hendrick
soone wijlen Bastiaen van[de] Corput daer-
moeder aff was Adriana van Asten, en[de]
alnoch als momboir over de kinderen
[scan 148, links]
wijlen dhr Engelbertus Coomans, in sijn leven
schouteth van Itegem etc. daer moeder af [was]
Cornelia van asten, ende hem alnoch
fort en[de] sterck maeckende voor de kinder[en]
wijlen Cathalijn van Asten, v[er]weckt door
Octaviaen Cotteau, ter andere zijde.
Dewelcke bekenden en[de] verclaerden metten
anderen aengegaen en[de] gemaeckt te hebben
eene erffscheijdinge en[de] deelinge vande
nabest[aande] erffgoederen op hun mits het
overlijden van hunne respective ouders
gesuccedeert, hebben eerst en[de] alvorens
de selve goederen door onpartijdige laeten
taxeren, daer na gestelt in twee egale
lothen ofte cavels, te weten de cavels
A en[de] B en is bij blinde lotinghe op
de Cavel B ten deele bevallen de
voorn. eerste comparanten, sullende
alsoo voor henne portie hebben, behouden
en[de] erffelijck blijven besitten eerstelijk
vier margen lants gelegen onder Andel, landt van A[ltena?], op de Andelse
Weijde genaemt den achterste hoijcamp.
Item noch drije margen twee honden la[nd]
mede aldaer gelegen genaemt den
Swaenscamp. Item noch twee margen l[and]
gelegen in St. Rombouts Polder inde
rietkampen aldaer, ende eijntelijck alno[g]
eene rente van seven gl. 's jaers tot laste v[an]
Grietie Cornelissen of hare kinderen en[de] erffg[enamen]
uijtgaende uijt seeckeren hophoff ofte
boomgaert gelegen onder Andel voorn.
in de kerckstraet. Ende sal dese Cavel
een Cavel egalisatie van cavel [B]
[-aen de Cavel A-] in egalisatie van caveling
[scan 148, rechts]
uijtreijcken aen [de] Cavel A de somme van
vijffentseventich guldens eens, toecomende
alderheijligen precies te betaelen.
Waer tegens de tweede comparanten
mette Cavel A en na blinde lotinghe
ten deele bevallen sijn, en[de] sullen alsoo
voor henne portie hebben, behouden, ende
erffelijck blijven possideren, Eerstelijck
seeckere huijsinge met de appe[n]dentien
van dien, oock allen den huijsraet of
meublen daerinne wesende, met den hoff
ende boomgaert, groot drie hondt, gelegen
in St. Rombouts polder, naest de NederAndel-
sche kerke aldaer. Item eenen margen
lants daer neven aen gelegen, soo ende
gelijck die tegenwoordich in hueringe
gebruijckt worden bij Anthonis van[den] Andel.
Item seeckeren boomgaert groot ontrent
twee hondt gelegen inder Oppersten pol-
der van Andel aende kerckstraet aldaer.
Item vijff margen lants gelegen in ’t
Eijndevelt onder Giessen, en laestelijck
het vierdepart in de helfte van de thiende
op de Laer onder de heerlijckheijt de Dussen
of Munsterkerck, soo en[de] gelijck deselve
aldaer binnen en buijtendijckx geheven
wordt volgens de brieven daervan sijnde.
Ende sal dese cavel A in egalisatie van[den]
cavel B hier voorenstaende, en[de] de eerste
comparanten dienvolgende gehouden wesen
[scan 149, links]
aende tweede comparanten uijt te reijcken
en[de] te betaelen gelijck sij geloven mits desen
de somme van vijffentseventich gl. eens
t' alderheijligen toecomende precies te
betaelen.
Voorts is tusschen partijen Condividente
wel expresselijck ondersproocken ende gecon-
ditioneert, dat ieder op sijne aengecavelde
goederen, sal moeten onderhouden alle
schouwen, dijckagien, waterlaeten, wegen,
stegen en[de] alle andere nabuerlicke rechten
't welck d'een of d’ander parceel soude mog[en]
subject wesen. Dat voorts de huren van
voorss. parceelen en goederen alrede verschenen en[de] die st. Mar[ten]
toecomende sullen v[er]schijnen oock vanden
boomgaert, mitsgaders de hure van de huij-
singe toecomende maij 1693 te v[er]schijnen
sullen sijn en[de] blijven tot gemeen prof[ijt],
sullende daer tegens oock in ’t gelijck gel[...]
ende gedraegen worden, alle de versche[nen]
lasten, v[er]pondingen, soo ordinair als extraordinair, en[de] alle andere lasten
hoedanigh die sijn of genoemt souden
connen werden, geen uijtgesondert tot [den]
jaere van 1692 incluijs, mitsgaders oock
de gedane reparatien, en[de] daer toe al[?le]
de nootsaeckelijcke reparatiere die bij sto[rm]
van winden of andersints extraodinair t[ot]
1 maij 1693 toe souden mogen vallen
en[de] gedaen souden mogen werden, ende
dat de lasten of v[er]pondingen beginnende
met den jaere 1693 soo ordinairisse als
extraordinarisse ijeder van sijne aengede[elde]
[scan 149, rechts]
partijen of goederen sullen moeten draegen
en[de] supporteren. Dat voorts het grindeken
onder Andel voorss. aen[de] Mase gelegen
sal bliven tot gemeen schade ende
proffijte, gelovende partijen wedersijts
??t daeghs met den anderen finalijck te reeckenen
en[de] liquideren van ’t gene dat sij met den
anderen gemeen hebben uijtstaen niets gereserveert.
Ende hebben partijen Comparanten d’een
op des anders aengecavelde deel ofte portie
v[er]tegen ende gerenuntieert in manieren
daer toe behoorlijck en[de] gewoonelijck
sijnde, gelovende dese erff scheijdinge
en[de] deelinge altijt te houden voor goet,
vast, onverbreeckelick en[de] van waerden
[marge]
renuntierende ten dien eijnde op alle
exceptien ende relivementen die d'een
of d’ander te stade soude mogen comen
en[de] speciaelijck aen[de] exceptie dicterende
dat generale sonder voorgaende speciale
renuntiatie van geender waerde zij.
Verbindende tot precise naecominge
van ’t gene voorss. staet henne respective
persoonen en[de] goederen, present ende toecomen[de],
geen uijtgesondert. Constituerende ter
meerdere effecte deses, de eerste comp[aran]ten
Corn. Corn. Smits, ende de tweede comp[aran]ten
Anthonis van[den] Andel, beijde woonende tot
Andel in den lande van Altena voornoemt,
omme dese erffscheijdinge en[de] deelinge
voor schout en[de] schepenen van Andel voor-
genoemt andermael te bekennen, v[er]nieuwen,
en[de] registeren [-ende realiseren-], met overgeven
123
[marge:]
?en allen volen
?mmer, calangie
aentael op
enige van[de] voorn.
[g]oederen comende
soo van leen ofte
[an]dersints, mal-
[c]anderen te sullen
[h]elpen afdraegen
of vercoopen na
...eenen lant
op of goed je-
gens seggen bij
[ie]der van partijen
[en] v[er]hiesen(?)
[einde marge]
[scan 150, links]
verthieen en[de] affgaen soo dat aldaer behoort
en[de] gewoonlijck is te geschieden, in materie van erffdeelinge, gelovende
op v[er]bant als voor, voor goet vast onverbreckel[ick]
en[de] van waerde te houden en[de] doen houden
’t gene bij de voorn. henne geconstitueerde[n]
uijt crachte deses sal wesen gedaen en[de]
[ver]richt. Aldus gedaen ende gepasseert
binnen den dorpe van Baerle Nassau ter
presentie van hr. Arnoldus van Loon,
notaris ea. ende Wouter van dijck
als getuijgen van geloove hiertoe
versocht ende gebeden, die dese
beneffens de voorn. Comparanten
ende mij notario voornt. mede hebbe[n]
onderteeckt desen vijff en twintighste
augustij Anno XVIc twee ent negent[ich].
[was getekend:]
-A. van Cauwegom
-Jan Cauwegom
-H. van Asten
-Anna van Asten
-A. v. Loon, testis, 16 25 8 92
-dit hant + merck stelde Wouter van D[ijk]
verclaerde niet te conne[n] schrijve[n]
Mij Present:
-D: De Roij, not[ari]s p[ub].
1692
Gevonden op deze Website
terug naar mijn homepage,
Andel pagina,
bronnen pagina, of
bronnenlijst RA/NA