Utrecht NAU188a11, 11-May-1749
bron: Utrecht NAU188a11 , 11-May-1749
[p.1]
No. 23
Op huyden den 14e meij 1749
compareerde voor mij Dirk Oskamp,
notaris 's hoofs van Utrecht etc,
en voor de nagenoemde getuijgen,
vrouwe Alida de Groulart, weduwe
wijlen den heer Lodewijk Cramer
in leven schepen der hoofdstad 's Har-
togenbosch, vrouwe van Geffen,
vrouwe Magdalena de Groulard, getrouwd
met den heere Otto de Suarts, maijor en
capitijn van het regiment Grisons van
Planta, ten dienste van desen staat,
ende als last en procuratie hebbende van
gem[elde] haren eheman, volgens acte den
6e februarij deses jaers, voor Willem
de Raaff, notaris, en sekere getuijgen
binnen 's Hartogenbosch, gepasseerd, alhier
vertoond.
Nogh op gem. v[rouw]e Alida de Groulard, vrouwe
van Geffen, als volgens acte den 26 april
deses jaaers 1749 voor Petrus van Bruggen,
notaris, en sekere getuygen, ter selver steede
gepasseerd, procuratie hebbende van vro[uw]e Maria Wilhel-
[p.2]
mina Scott, eerder weduwe van wijlen
den heer en Mr. Stephen Harpert de
Groulart, in leven heere van Surister
en secretaris der voorss. stadt
en alsoo als moeder over hare mind[erjarige]
dochter Jacoba Adriana de Groulard,
aen haer in eenderen egt verwekt
door den selven heere Mr. Stephen
Harpert de Groulart, zijnde deselve
alsnu hertrouwd met den heere
Francois Christiaen Chombach, oud
scheepen en raed derselver stadt,
en daertoe voor soo veel nodigh met
denselven geadsisteert en tot het passe[ren]
van dien geauthoriseerd.
Gemelte vrouwen Alida, Magdalena
de Groulard als kinderen en genoem-
de minderjarige Jacoba Adriana de
Groulard, als kindskinderen van wijlen
den heere Jan Willem de Groulard, in
leven heere van Surister, president
der meergem[elde] hooftstad 's Hartogenbosch
[p.3]
die een zoon was geweest van meede wijlen
den heere Steven de Groulard, in
leven hoofd schout der stad Maestrigt,
en alsoo als erfgenamen represen-
tanten voor eene staek van welgem[elde]
heere Stephen de Groulard, derselver
resp[ectivelijke] grootvader en overgrootvader, ten
opsigte van sekere goederen, tot nog
toe in de familie int gemeen beseten
geweest, alsoo ter eerster sijde.
Compareerde meede d' heer Philip
Willem de Schmeling, na 't overlijden
van zijnen broeder enige zoon en erf-
genaam van wijlen vrouwe Johanna
Cornelia de Groulard, aen deselve in
huwelijk verwekt door mede wijlen den
heere Nicolaes de Schmelingh, in
in leven brigadier ten dienste van
desen staat, en welke eene dogter was
geweest van opgem[elde] heere hoog schout,
Stephen de Groulard alsoo ten opsigte
der voorss. gemeene goederen mede voor
[p.4]
eene staak, alsoo ten tweeder zijde.
Mitsgaders nog voorgem[elde] vrouwen
Alida en Magdalena de Groulart,
benevens d'heer Philip Willem de
Schmelingh, en d'heer Mr. Tiberius
Beeldsnijder Matroos, secretatis
van den E. geregte deser stadt
voor sigh zelve en dan nogh als
procuratie hebbende van den heere
Mr. Joannes Alexander Roell, raed
in de vroedschap alhier en gecommitt[eerde]
raad ten admiralitijt in Zeelandt,
den 29e april 1749, voor mij notaris en ge-
tuygen gepasseerd, voor opgemelte
minderjarige Jacoba Adriana de
Groulard, te zamen als geinstitueerde
erfgenamen, ijder voor een vierde portie,
van wijlen den heere Mr. Philip de
Groulart, die meede een zoon was geweest
van meergem[elde] heere Steven de Groulard
en alsoo ten opsigte der gemelte gemene
goederen tezamen voor een derde staek,
[p.5]
vermogens derselver heere Philip de
Groulards zoo testamentaire als
codicullaire dispositie den 17 aug. 1745
en den 8 julij 1747 resp[ectivelijk] voor mij
notaris en getuigen, d'eerste besloten
en de laeste open gepasseerd, alzoo
ten derder zijde.
Te kennen gevende sij heeren en
vrouwen comparanten, dat den
heer overleden bij zijne voorsz. testamen-
taire dispositie aen die gene, welke hij
bij aparte acte tot executeure van deselve
had gesteld, of nog mogt komen te stellen
welke bevonden sijn te wesen opgem[elde] vo[orss]
heeren Roell en Beeldsnijder Matroos,
had bevolen, van in naem en van wegens
sijne minderjarige erfgename met ende
benevens de meerderjarigen aen te gaen
en op te rigten eene behoorlijke schijdinge
en verdeelinge, met ordre dat de partie
den minderjarigen te beurt te vallen
door deselve zoude worden overgebragt
ter momboircamer der stad Utrecht
[p.6]
ten fine als daar bij breeder.
En boovendien bij sijne gem. codicillaire
dispositie verklaerd hebbende, dat
in de familie nog gemeen en onver-
deeld bezeeten wierden zeekere vaste
goederen, gelegen in de procintie van
Gelderland en Holland, had hij aen
sijn gestelde executeurs bevoolen
nu van deselve eene behoorlijke ver-
delinge en schijdinge tusschen zijne
resp. erfgenamen te maken.
Dat de here mede comparant Philip
Willem de Schmeling had gemeend het
voorsz. bevel alleen te concerneren de
portie welke den heere overleeden pro
indiviso in die gemeene goederen had
gecompeteerd, dog dat d' heeren execu-
teurs ter contratie hadden beweerd het
voorsz. bevel van verdelinge te concerneren
alle de goederen, zoo als deselve bij de
gezamentlijke geinteresseerdens pro
indivito waren beseten geweest. En
[p.7]
dat zij boovendien aen het bevel
van den heere testateur hun bij
testamente en codicille geinjungeerd
niet zoude konnen werden verstaen
voldaan te hebben, indien alleen des
overleedens portie ingemelte gemeene
goederen quam verdeelt te worden.
Dat ingeprejudicieerd die tweederlij
sustenuen d'heeren executeurs hadde
geadviseerd, dat het regtens was dat
niemand langer in eene gemeenschap be-
hoeft te blijven als een der geassocieerde
komt goed te vinden, en dat zij heren
executeuren op dat fundament [-ook-]
regtens sig hadden gedeclareerd, en
dan volgens van een ijder der geinte-
resseerdens van de familie hadden
versogt, en voor zooveel des noods geeijst
dat alle de goederen die tot nogh toe
in de familie pro indiro en in
gemeen bezeten wierden moesten
werden verdeelt. Waer aen opgemelte
vrouwen en heer comparant wel
hebbende willen defereren, zoo waren de
[p.8]
gesamentlijke comparanten ijder in
zijne voorsz. respective qualiteijt
geconvenieerd omme van deselve
goederen bij desen te maken ene be-
hoorlijke schijdinge en verdelingen.
Omme waer toe te koomen, zoo stond
voor af aan te merken. dat de heere
testateur nog voorsien zijnde geweest
van eenig octroy van den leenhove
van Holland, nogte van enige andere
leenhooven, omme van sijne leengoederen
in erengem[elde] procintie, of elders geleegen,
te konnen disponeren, en dat alzulx de
selve ab intestato zijn komen te vervallen,
en gebleven buyten het verband van fi-
deicommis, door den heer overleeden
op zijne goederen geimponeert.
Dat wel ter inventaris onder de gemene
goederen ten dese te verdele sub No. 160
was gebragt, als of aen desen nala-
tenschap was competerende een derde
gedeelte int genot, ende opkomsten van
een uijtterweert, veer en visserije onder
[p.9]
Andel, in den lande van Altena,
over Pouderoijen, in en over de Maaze,
tusschen Emmekes veer en den Swarten
Dam, welke in drij percelen leenroerig
zijn aen den graaflijkhijd van Hollandt.
En onder No. 164 een derde in een derde
van de groove en smalle en krijtende
tiend tot Enspik in Tielreweert, leenroerig
aen den graaflijken huijse van Boxmeer
ten Sutphense regte van welkens revenuen
voor een derde in een derde gedeelte
den heer overleden bij zijn leeven ook
heeft gej?ouisceert, zonder dat be-
vonden werd, dat hij oijt van deese
perceelen enige inrestiture of verleij
heeft gehad, maar ter contratie, dat
daar meede successivelijk zijn verlijdt
en beleend geweest de vrouwen ende
heere comparants grootvader, den heer
Stephen de Groulart, vervolgens der
vrouwen comparanten vader, den
heere Jan Willem de Groulart, voorts
desselfs zoon, den heer Mr. Steven Harpert
de Groulart, en na desselfs overlijden de
[p.10]
minderjarige indeese, Jacoba Adri-
ana de Groulart, zoo waren de
gezamentelijke comparanten te
raade geworden de voorsz. goederen
als nogh te laten succederen, als
of gem[elde] haren heer grootvader eerst was
komen te overlijden, en alzulx de zelve te
laten devolveren op en aen gem[elde] Jonkvrouwe
Jacoba Adriana de Groulart, als een dogter
en leenvolgster van wijlen haren vader
den heere Mr. Stephen Harpert de Grou-
lart, welke wederom was geweest een zoon
en leenvolger van sijn vader, den heere
president Johan Willem de Groulart,
en dus ook vrij en buyten lasten van fidei-
commis.
Des dat door gem[elde] Jonkv. Jacoba Adriana
de Groulart, alleen en voor hare reekening
zal worden gevoerd het proces over het
voorsz. veer en visserije onder Andel
tegens den heere van Pouderoijen, voor
den hoogenraade van Holland alsnog
litispendent, en tot haren lasten genomen
[p.11]
de kosten deswegens reeds verschuldigd
en betaald, of nog te verschuldige en
te betalen, zonder dat daar van
iets tot lasten van de verdere comp[ara]nten
zal werden gebragt, zooals zij daer
teegen ook zal genieten de geheele
revenuen en inkomsten van dien,
over den jare 1748. En vervolgens te
verschuldigen, alsmede voor 't geheel
degene welke wegens het veer ende
visserijen bij den heere van Pouderoijen
nog moeten worden verantwoord.
En des deselve Jonvr[ouw]e Jacoba Adriana
de Groulard ten regarde van het derde
in de leenroerige thiend tot Enspick in
den Thielreweerd, als ten Sutphense regten
zijnde, verstoor?e den derde voet aan de
vrouwen en heere mede comp[ara]nten en alsulx
(als zijnde het zelve na rato van het
derde 't welk den overleeden in 't genot
van den heeft gehad, int regt de collaterale
successie geestimeerd geweest op f.2400,-)
aan ijder van de staken van den heere
[p.12]
Philip de Groulart en vrouwe Johanna
Cornelia de Groulard uytkeere vier
hondert guldens, en alsulcx aen den
heere de Schmelingh, als representerende
alleen sijne vrouwe moeder za[lige]r evengen[oemd]
vierhondert guldens, en als erfgenaem
voor een vierde aan den heere Philip
de Groulard nog eenhondert guldens,
dus int geheel aan den selven vijfhondert
guldens. Aen de vrouwen comp[aran]ten
Alida en Magdalena ijder voor een
vierde erfgenamen van gem[elde] heere
Philip de Groulart, ijder een hondert
guldens, behoudende de overige een van
de laest gem[elde] vierhondert guldens
aen sig zelve als voor een vierde meede
geinstitueerde erfgename van meergem[elde]
heer Philip de Groulard.
Al het welk de vrouwe eerste comp[ara]nte
in hare qualitijt als last en procuratie
hebbende van vrouwe Maria Wilhelmine
Chombach, geb. Scott, als moeder van [-over-]
gem[elde] minderjarige Jacoba Adriana de
[p.13]
Groulart, benevens d' heer comparant
Beeldsnijder Matroos, zoo voor sigh
zelven, als wegens den heere Roell,
in qualit[ei]te als in den hoofd deser
beloven en aennemen bij desen.
Waarmede overgaande tot de verdelinge
der goederen tusschen de familie tot
nogh toe int gemeen en onverdeeld beseten
geweest, zoo ver bevonden dat deselve
bestaen in de goederen ter inventaris
gebragt hier na bij ijders aenbedeelinge
breder te melden, onder no. 98 tot 153
incluijs, voorts onder de no. 154, 155,
156, 157, 158, 159, 161, 162, 163, 165
en 166. Tezamen ingevolge de estimatie
en na proportie van de heere overledene
1/2 in dezelve int regt van de collate-
rale successie gedaan, tezamen
monterende f. 26.162-10-0
Dan alsoo onder dat beloop
van 26.162-10-0
begrepen zijn de allodiale
[p.14]
goederen in Gelderland
geleegen, dewelke nadien
d'heer overleeden zijne
testamentaire dispositie
heeft versuymd gehadt
te doen registreren ten
signate alwaer deselve
geleegen sijn, niet konnen
worden verstaan ex testa-
mente vervallen, nog te
subject te wesen het fidei-
commis bij dat testa
ment geintroduceerd, en
welke goederen ter in-
ventatis zijn begragt
onder N.160, 162 en 163
tezamen tot f. 5199,-
Zoo bedragen de overige
gemeene goederen nog f. 20.963-10-0
Waer van 1/3 bij den heeren
overleeden daer in pro indi??s
[p.15]
beseten geweest. En 't geen
alsoo meede fideicommis
moet werden gerekent be-
loopt f.6987-16-10 2/3
En dus 1/4 't geen ijder uijt
hoofde van dat derde in die
gemeene goederen verstaen
zal moeten worden te be-
sitten, met last van fidei-
commies ingevolge van des
heere overledens disposi-
tie f. 1746-19-2 2/3
Zijnde voorts aan te merken dat de
vrouwe comparanten Alida en
Magdalena de Groulart, beneevens
de minderjarige Jacoba Adriana
de Groulart, uyt eijge hoofde in 't
beloop der voorsz. gemeene goederen
tot f.26162-10-0 ijder geregtigt waren
tot 1/3 in een derde of een negende portie
en alsulx tot f.2906-18-14 [en 2/9, JK]
[p.16]
Transp[or]t 2906-18-14
En dat nu uyt het derde
bij den heere overleeden
nagelaten komen te erven
een vierde f.2180-4-2
Zulx aen gem[elde] drie condi-
videnten ijder soude moeten
worden toegeschijden het be-
loop van f.5087-3-0
Dat daer en tegen aen den heere
de Schmelingh uyt eijgen hoofde
uijt het beloop der voorsz. gemene
goederen competerende was een ge-
heel derde tot f.8720-16-12
En dat hij uyt het derde
bij den here overlede nage-
laten alsnu meede komt te
erven een vierde tot gelijk
beloop als voren nament-
lijk 2180-4-4
Zulx aen sijn E. zoude moeten worden toegeschijden 't beloop van f.10901-1-0
[p.17]
Ofte het geene daer aen te kort zal
komen, door en van wegens een ijder
der overige condividenten van elders
moeten worden goedgedaen.
Omme dan vervolgens aen een
ijder zijne vierde portie uyt de
goederen tot nog toe in de familie
in 't gemeen bezeeten geweest, goed te doen,
zoo zijn dezelve vooraf in vier blinde
looten geschikt, als wanneer het lot
onder C. is komen te beurt te vallen
aan vrouwe Alida de Groulard, wed.
Cramer, vrouwe van Geffen, aen
welke dienvolgende int geheel en alleen
in ijgendom werd toegeschijdern
en aenbedeeld de navolgende goederen.
Als eerstelijk uyt de gemeene
goederen en landerijen tot nog
toe bij den heere hoogh. borgemees-
ter der stad Brielle geadministreerd
geworden, en gelegen in den lande van
Voorn en Putten, als onder:
[p.18 t/m 21 betreft de lijst aanbedeelde goederen
niets te Andel, dus niet verder getranscribeerd, JK]
[p.22]
...
Aan vrouwe Magdalena de
Groulart, vrouwe van den here
Otto de Suartz, ten deel zijnde
gevallen het lot onder de letter A.
zoo werden ingevolge van dien aen
haer E. int geheel en alleen in eij-
gendom toegeschijden en aenbedeeld
de navolgende goederen:
...
[p.23 t/m 25 betreft de lijst aanbedeelde goederen
niets te Andel, dus niet verder getranscribeerd, JK]
[p.25]
...
Aan opgemelte jonkvrouwe Jacoba
Adriana de Groulard ten deele
zijnde gevallen het lot onder de
letter D zoo werden ingevolge van dien
[p.26]
aan haer in 't geheel en alleen
toegescijden en aenbedeeld de na
volgende goederen, namentlijk:
...
[p.27 t/m 28 betreft de lijst aanbedeelde goederen
niets te Andel, dus niet verder getranscribeerd, JK]
[p.29]
Aan den heere Philip Willem de
Schmelingh, te beurt zijnde gevallen
het lot onder de letter B, zoo werd
ingevolge van dien, aen sijn E. in 't
geheel en alleen in ijgendom toegeschijden
en aanbedeeld als vold:
...
[p.30 t/m 33 betreft de lijst aanbedeelde goederen
niets te Andel, dus niet verder getranscribeerd, JK]
[p.34]
Alle welke goederen en effecten
d' heeren comparanten executeurs
verklaren aen de vrouwen en heere
comparanten condividenten, in hare
verss. qualitijten in den hoofde
deser breeder vermeld, toe te schijden
en aan te bedeelen, zoodanig dat
uyt hoofde der testamentaire en co-
dicillaire dispositien van den heere
overleeden Mr. Philip de Groulart
van het beloop van een ijgelijx aen-
bedeelde wert verstaen het ver-
band ven fideicommis bij denselven
op zijne nalatenschap geimponeert
alleen subject te zijn het montant
van een duijsend seven hondery ses
en veertigh guldens en negentien
stuijvers, zegge f.1746-19-0
Zoo als welgemelte vrouwen en
heeren en comparanten verklaren de
zelve alsoo ook aan en over genomen
te hebben.
[p.35]
Werdende voorts deese afschijdinge en
verdeelinge der goederen, in de
familie tot nogh in 't gemeen
en onverdeeld beseten geweest,
verklaard te geschieden zodanig
dat een ijgelijk in de possessie en
het genot van zijn toe en aenbedeelde
goederen, verstaen werd getreeden te
zijn met den aenvangh van den
jare 1748, tot welke tijd de revenuen
en interessen voor gemeene rekening
zullen zijn.
En erkenden de vrouwen en heer
comparanten condividenten een
ijder zijne toe en aenbedeelde goe-
deren te aenvaerden met alsulke lasten,
schattingen en ongelden als daer
uyt betaeld en verschuldigt worden,
ende soo en in dier voegen, als alle
deselve, en een ijder van dien op
de resp[ective] plaetsen gelegen moghte
zijn, ofschoon deselve bij d'?eet
[p.36]
al eens eenigsints abusivelijk mogten
wesen gespecificeerd. Bekennende
ook aan d' heeren comparanten executeurs
de chartres, papieren en documenten
tot een ijgelijx aenbedeelde specterende
zoo verre deselve in dese nalatenschap
en ten sterfhuijse bevonden sijn, ont-
fangen, en overgenomen te hebben.
Verklarende de vrouwe van Geffen
als eerst genomineerde erfgename
onder haer bewaringe en ten dienste
van de gesamentlijke comparanten
condividenten, te hebben genomen
zodanige papieren en documenten
als tot dese goederen in 't gemeen
specterende zijn. Conform een lijste
van dezelve door d' heren executeurs
aen een ijder van de geinteresseerdens
ter hand gestelt, en tot welke papieren
en documenten gemelte vrouwe
belooft altoos behoorlijk acces
te zullen geeven, mitsgaders
[p.37]
visie en copije van deselve aen sodanige
van de geinteresseerdens, als zulx
ten hunnen kosten zullen koomen te
requireren.
Met welke verdeelinge en schijdinge
dese gemeene goederen de ge-
samentlijke vrouwen en heeren com-
paranten een ijder in hunne resp[ective]
qualitijten verklaren te neemen volkomen
genoegen, met renunciatie van alle regten
en toeseggens, 't geen d' een op des anders
toe en aanbedeelde mogte hebben gecom-
peteerd gehad, met belofte van vrijwaringe
en vertigtinge, zoo in cas van boedel-
en erfschijding gebruijkelijk is.
Verklarende eijndelijk de vrouwen
en heer comparanten condividenten
d' heeren comparanten executeurs
bij dese absolutelijk en finaal te
quiteren en te dechargeren weegens
denselve gevoerde qualitijt, met
[p.38]
belofte van deselve en hare erfgenamen
ten sake van dien, en dese schijdinge
en verdeelinge tegens alle op en aen-
spraek van een ijgelijk, insonderhijd
ook ontrend het gunt bij of van wegens
de minderjarige in tijd en wijlen
zoude konnen of mogen worden ge-
sustineerdt, altoos, te zullen bevrijden,
kost en schadeloos, soo in als buijten
regten.
Tot prestatie en nakominge deser
verbinden de vrouwen en heeren
comparanten condividenten hare
persoonen en goederen (de vrouwen
en heren comparanten ter derde
sijde die van de minderjarige erf-
genaame Jacoba Adriana de
Groulard) deselve zoowel ten opsigte
deesen, en de questien daer uyt
onverhoopt te verrijsen, als ten op-
sigte van des heere testateurs testa-
[p.39]
mentaire als codicillaire dis-
positien, specialijk conform desselfs
uytdruckelijke wil en begeerte te
submitteren aen de judicature
van den hoove provintiael van
Utrecht.
Aldus gepasseerd binnen Utrecht
ter presentie van d' heer Mr.
Abraham Bastide, scheepen der stad
's Hertogenbosch, en Nicolaes de Graaf,
notaris, als getuygen, op den 14en
meij 1749.
-A. Groulard, wed. Cramer, v. Geffen
-M. de Suarz, geb. de Groulart
-P.W. de Schmeling
-T. Beeldsnijder Matroos
-A. Bastide
-N. de Graaff
-Dirk Oskamp, 1749, Not[ari]s
[einde]
---------------------------
Opmerking achteraf: hoe vaak zie je 4 generaties genoemd in een enkele
notariele akte? Ik heb het in ieder geval nooit ergens anders gezien.
Ik kon het daarom niet nalaten een korte fragment genealogie op te stellen
(ook al zal deze familie al lang en breed uitgezocht zijn...)
JK, 18-4-2007.
Vandaag enkele gegevens uit de literatuur (voor zover ik die op cd-rom heb) toegevoegd tussen [rechte haken] om het
plaatje te completeren.
JK, 19-4-2007
Mijn opstelling op basis van dit document:
---------------------------
generatie I:
I. Steven/Stephen de Groulard, hoog schout te Maastricht, overl. voor 1749
bezat o.a. 1/3 deel van een uijtterweert (in 3 percelen), veer en
visserije onder Andel, in den lande van Altena.
[is hij een nakomeling van, Steven Groulard, heer van
Surister, gehuwd 15-7-1600 te Den Haag met met Johanna van der Beke?
Zie de Ned. Leeuw, 1968, kolom 325/326]
[deze Johanna van der Beke, vrouw van Steven Groulard, was eerder gehuwd met Johan Milander. De wettigheid van de
dochter Emilia Philippina Milander uit dit eerdere huwelijk wordt betwist. De vader zou een graaf Jan van Nassau zijn.
Deze Emilia Philippina werd beleend met de heerlijkheid Poederooijen in 1621. Zie de Ned. Leeuw, 1941, kolom 386.]
x
n.n.
[mogelijk was zij een dochter van pensionaris Gans, volgens een rouw- of
wapenbord in de Sint Jan te Den Bosch. Zie Taxandria 1910, p.173.
De voetnoot vermeld dat haar man Steven een zoon was van Jan en Cornelia
van Weede]
[volgens de genealogie in De Ned. Leeuw, 1911, kolom 205 e.v. was haar naam
Alida Gans]
kind:
1. Jan Willem, volgt IIa.
erft fictief alle leengoederen te Andel en Enspijk
2. Johanna Cornelia, volgt IIb.
haar erfg. kreeg 400,- compensatie wegens de leengoederen
3. Philip de Groulart, Mr., overl. na 8-7-1747, voor 14-5-1749
maakte testament op 17-8-1745 en codicil 8-7-1747
zijn erg. kregen 400,- compensatie wegens de leengoederen
generatie II:
IIa. Jan/Johan Willem de Groulard, heer van Surister,
president te Den Bosch, overl. voor 1749
erft fictief alle leengoederen te Andel en Enspijk
[was commissaris instructeur te Maastricht op 6-6-1704, en gehuwd met
Jacoba Tromp, dochter van zijne excellentie Cornelis Tromp, in leven
luitenant generaal van Holland en Westvriesland, etc. Zie Ons
Voorgeslacht 1952, p.30, en de Ned. Leeuw, 1925, kolom 235/236.]
x
n.n. [waarschijnlijk dus Jacoba Cornelisdr. Tromp]
kinderen: (samen erfg. voor 1/3 deel van Steven, en ieder voor 1/4 deel
van Philip)
1. Alida, volgt IIIa.
2. Magdalena, volgt IIIb.
3. Steven/Stephen Harpert, volgt IIIc.
erft fictief alle leengoederen te Andel en Enspijk
IIb. Johanna Cornelia de Groulard, overl. voor 1749
x
Nicolaes de Schmelingh, brigadier, overl. voor 1749
kinderen:
1. een zoon, overl. voor 1749
2. Philip Willem de Schmeling, erfg. voor 1/3 deel van Steven + 1/4 deel van Philip
generatie III:
IIIa. Alida de Groulart, vrouwe van Geffen,
erfg. voor 1/9 deel van Steven + 1/4 deel van Philip
[kinderloos overleden in 1778. Zie Taxandria 1919, p.100]
x
Lodewijk Cramer, schepen te Den Bosch, +voor 1749
IIIb. Magdalena de Groulard
erfg. voor 1/9 deel van Steven + 1/4 deel van Philip
x
Otto de Suarts, majoor
[hadden een dochter P.M. de Suarz, zie: De Navorscher, 1867, p.292]
IIIc. Maria Wilhelmina Scott
x (1e)
Stephen Harpert de Groulart, Mr., heere van Surister, +voor 1749
erft fictief alle leengoederen te Andel en Enspijk
[hij was schepen en secretaris te Den Bosch, en overl. 29-3-1745. Zie
Taxandria 1903, p.174]
x (2e)
Francois Christiaan Chombach, oud-schepen (te Den Bosch?)
kind bij Stephen Harpert:
1. Jacoba Adriana de Groulard, minderjarig 1749
erfg. voor 1/9 deel van Steven + 1/4 deel van Philip
erft alle leengoederen te Andel en Enspijk
moet alleen het proces voor de hoge raad voeren over
deze leengoederen (tegen de heer van Poederoijen)
[zij was gehuwd met Frederik Scheijdt, en had bij hem
een zoon Frederik Harpert Scheijdt de Groulard, geb.1-6-1769 te Den
Bosch. Zie Ned. Adelsboek, 1906, p.235, en De Navorscher 1876, p.325.
Zie ook De Ned. Leeuw, 1907, kolom 23. Van deze zoon is een portret
bewaard.]
---
Gevonden op deze Website
terug naar mijn homepage,
Andel pagina,
bronnen pagina, of
bronnenlijst RA/NA