Utrecht NAU237a6, 25-Nov-1776

Uijtgelevert op zegel van 6 stuij[vers]   451
192    No.1369

Op huijden den 25 november 1776
compareerde voor mij Jan de Clefaij, notaris
's hoofs van Utrecht etc.
Juffr. Neeltje Stam, meerderjarige dogter, wonende binnen
deeze stad, mij notaris bekend, in qualiteit als mede erfgenaame
en prelegatarisse van Meeus Verhoeven, gewoond hebbende
en overleden tot Sprangh, en uit dien hoofde het regt van
eijgendom bekomen hebbende tot nabeschreve landerijen.
Dewelke verklaarde te constitueeren ende magtig te maken
de heer Johan Hubert Rietvelt, notaris te Heusden, specialijk
om bij publicque veijlinge aan de meestbiedende te verkopen,
twee en een halve mergen weijland, gelegen onder Eeten
in den lande van Heusden, belent ten oosten de kinderen
van Pieter de Prins, ten westen mejuffrouw de weduwe Brender
a Brandis, ten zuijden de gemeene straat en ten noorden
..... [puntjes in originele akte]
Nog de geregte helfte van eenen waard, hooy oft weijland,
gelegen onder Suijdewijn in het geheel groot ses en twintig
honden en eenige roeden, belend ten oosten de heer Damisse,
ten westen A. de Bruijn, ten zuiden den Gantel en ten noorden
den Pekelharingh. En eijndelik nog de geregte helfte van een
parceel bouw- en weijland in het geheel groot een en twintig
honden, gelegen onder Andel in den Lande van Altena, belent
ten oosten en zuiden de gemeene weg, ten westen J. Coolhaas,
en ten noorden mevrouw Hanedoes. Van welke beide de
laatste parceelen de wederhelfte is toebehorende aan de constitu-
antes broeder Christiaen Stam. En dat op zodanige plaats en
conditien en voorwaarden als den geconstitueerden zal oordeelen
te behooren. Den koper ofte kopers 't verkogte voor zodanige
geregte als vereijst werd in eijgendom te transporteeren, de
kooppenningen onder zijn quitantie te ontfangen, en wijders
alles te doen en te verrigten 't geene na costume vereischt werd
en gedaan werden moet.
Aldus gedaan en gepasseert binnen Utrecht ten

[p.2]
presentie van Jan Bor en Jan van der Linden als
getuijgen.
-Neelke Stam
-J. Bos
-J. van der Linden
-J. de Clefaij, not[ari]s 1776.