Samenvattingen diakonierekeningen Andel 1655-1660
(Andel, accounts of the deacons 1655-1660)

Deze transcriptie is gepubliceerd in GTMWB 1999, p.211-218, en is ook beschikbaar op hogenda.nl.
(terug naar mijn bronnen pagina/back to my sources page)


1655
Rekeninge ende bewijs van wegen het arme gelt dat ick Jan Jansz. Naijen als diaken heb ontfangen tsedert den 1e januarij 1655 totten lesten decemb. des selven jaeren incluijs.

-[de wekelijkse ontvangsten uit de collecte in de kerk: januari 5-15-2 februari 10-2-0 maart 8-2-14 april 4-16-6 mei 7-19-4 juni 6-4-14 juli 8-7-10 augustus 7-17-6 september 9-12-10 oktober 10-15-4 november 9-15-2 december 11-6-6]
-den 2e dito [maart] ontf. van een torf schipper 0-2-0
-den 5e dito [juli] ontfangen van Dingen van Tiel den interest van een obl[igatie] die den armen op haer heeft, compt 6-0-0
-den 2e dito [september] ontf. van eenen torfschipper die alhier gelost heeft 0-6-0
-den 8e dito [september] ontf. van de wed. van Ds. Genius van het erfhuijs 0-13-0
-den 4e dito [oktober] ontf. van Jacop van Noert, den torfschipper, dat hij alhier een schip en een half schip gelost heeft 0-10-0
-den 25e dito [oktober] ontf. van Jan Maet, den torfschipper, 0-6-0
-den 29e dito [december] de bussen gelicht:
-eerst tot den schout en daer in bevonden 4-2-6
-tot Antonis Jansz. inde Ribbe, daer in bevonden 10-19-0
-tot Dirck Jan Looien daer in bevonden 0-3-10

Somma bedraecht den ontfanck van deses jaren 1655 de somme van een hondert vijffentwintich gulden acht penn.


1655

Volght den uijtgeeff tegen den voorss. ontfangh van Jan Jansz. Naijen als diaken, beginnende op den eersten januari 1655 tot den lesten december des selvenjaere, als volght.

-[verspreid over het jaar gegeven aan 68 passanten 8-2-0]
-[verspreid over het jaar aan 15 niet met name genoemde arme (en/of zieke) mannen en vrouwen gegeven 2-17-0]
-den 2e dito [maart] gegeven aen een vrou die hier in de kraem gelegen heeft gekoft twee tonne torf compt 0-16-0
-den 10e dito [maart] voor de voorss. kraem vrou bet. aen bier dat sij tot Drick Jan Looien heeft doen haelen 1-10-0
-nog voor d'selve vrou bet. aen Gijsbertje Tonis voor beschuijt en stroop 1-0-0
-den 27e dito [maart] betaelt aen broot en wijn dat gebruijckt is tot het avontmael des Heeren 1-1-8
-den 25e dito[juni] tot Gorcum int klashuijs ged[eel]t met kennisse van de ouderlingen 1-11-0
-den 8e dito [augustus] bet. aen broot en wijn dat gebruijckt is in het avontmael des Heren
1-3-0
-den 6e dito [september] gedeelt wege de arme verdreven Pandoijsen gebrocht tot Gorcum aen den ontfanger de somme van 10-0-0 als blijckt bij qui[tantie].
-den 12e dito [oktober] tot Gorcum bet. int klashuijs aende predicant van Arkel van Klassiael gelt voor de kercke tot Andel, als blijckt bij q[uitan]tie, de somme van 4-0-0
-dito tot Gorcum inde kerck aen de kamerbewaerder gegeven doen onse predikant geexamineert was voor een vereringh 1-11-8 met kennisse van de ouderlingen.
-den 2e dito [november] heeft Claes de Smit eene ijsere hoep om de torfton gemaeckt, daer voor betaelt 0-7-0
-den 19e dito [december] betaelt aen broet ende wijn dat int avontmael des Heeren gebruijckt is 1-1-0
-den 27e dito [december] aen een arm vrou tot Baertwijck uijt recommandatie van haeren predicant ende met kenisse van onsen predicant gedeelt 1-10-0

Somma bedraecht den uijtgeeff van den jare 1655 de somme van negen en dertich gulden thien stuijvers ende den ontfanck hier vooren bedraecht de somme van een hondert vijffentwintich gulden acht penn.

Dit tegens den anderen geliquideert blijckt meer ontfangen als uijtgegeven de somme van vijff endetachentich guldens thien stuijver acht penn.
Hierbij getogen een ende tseventich gulden negen stuij. ses penn. die den voornoemde diaken in sijn voor ghemelte reeckeminge van den jare 1654 schuldich is gebleven, maeckt te samen van beijde jaren de somme van een hondert ses en vijfftich gulden negenthien stuijver veerthien penn.

Welcke voorss. somme van een hondert ses ende vijftich gulden negenthien stuijver veerthien penn. met noch ses distinckte obligatien berustende blijven onder den voornoemde diaken Jan Jansz. Naeijen naedien hij alsnoch inde bedieninge blijft.

Gesloten in onse kerckelijcke vergadering tot Andel op den tweede februwarij 1656 in presentie deser onderteeckent hebbende:
-Antonius Scharp, predicant tot Andel
-Adriaen Michgielsz. Bel, als ouderlinck
-Jan Jacobsenss., ouderlingh
-Jan Jansz. Naijen, als diaken
-Jan Huijbertssen Versteech, diaken
-Arien Anthonissen, als litmat
-Bastiaen Abrahamsz., als litmaet

1656
Rekeninge ende bewijs vanwegen het arme gelt dat ick Jan Jansz. Naijen als diaken heb ontfangen tzedert den 1en januari 1656 totten lesten december des selven jaers incluijs.

-[de wekelijkse ontvangsten uit de collecte in de kerk: januari 11-14-6 februari 8-19-8 maart 7-3-2 april 16-2-14 mei 8-1-8 juni 9-0-10 juli 12-19-2 augustus 7-16-4 september 8-0-0 oktober 11-6-6 november 10-5-4 december 16-8-14]
-den 26e dito [juni] ontfangen tot Gorcum het armgelt vanwege de tienden van Op ende Neer Andel van den jaere 1655 als blijckt bij quit. de somme van 3-8-8
-den 29e dito [december] de bus gelicht tot den schout Helt, daer in bevonden 5-18-0
-de bus gelicht tot Anthonis Jansen, daer in bevonden 5-0-0
-de bus gelicht tot Pieter Bacx, daer in bevonden 0-19-0
-de bus gelicht tot Dirck Jansen Looien, daer in bevonden 0-6-0
Somma den ontfanck vant geheele jaers 1656 bedracht de somma van 143-3-0




1656
Volgt den uijtgeef tegen den voorsz. ontfanck van Jan Jansz. Naijen als diaken beginnende op den eersten januari 1656 totten lesten decemb. des selven jaers als volgt:

-[verspreid over het jaar gegeven aan 70 passanten 10-9-0]
-[verspreid over het jaar 24 maal een bedrag gegeven aan niet met name genoemde "arme mannen, vrouwen en kinderen" te Andel, in totaal: 4-16-0]
-den 24e [januari] aen Jan Jacobsz. ged[eel]t met kenisse vande predick[an]t 1-10-0
-den 31e [januari] tot Gorcum een pack kleet gekoft voor Jan Jacobsz. jongen soo aen laken ende voersel ende maken met kenisse van den predickant beloopt te samen de somme
van 9-19-4
-den 25e [februari] aen Jan Jacobsz. ged[eel]t 1-6-0
-den 9e [maart] aen Jan Jacobsz. ged[eel]t tot een schepel koren, daer voor 2-2-0
-den 1e [mei] aen een arm vrou tot Sleuwijck die haer huijs afgebrant was met kennisse van den predickant ged[eel]t 5-0-0
-dito [16 juli] nog gedeelt tot Gorcum tot onderhouding van de kercken noot hebbende armen inde sijnodien verordineert blijckt bij quit[antie] de somme van 5-0-0
-den 19e [augustus] aen een siecke vrou ged[eel]t met kenisse van den predikant 1-5-0
-den 25e [oktober] aen een arm huijsgesin tot Jan Jacobsz. ged[eel]t negendalf el linne laken tot twee slaeplakens. Ieder el voor elf stuivers en 8 penningen ende dat met kennis van Jan Huijbertsz. bedraeght te samen de somme van 4-17-12
-den 28e [november] aen een arm huijsgesin tot Jan Jacobsz. ged[eel]t met kennisse van de predickant 1-8-0
-den 30e [november] aen een predickant behandicht voor de kerk van Hoochvliet 5-0-0
-den 6e [december] aen Lijsken ged[eel]t 0-12-0
-den 20e [december] aen Lijsken ged[eel]t 0-12-0
-dito [23 december] aen Lijsken ged[eel]t anderhalf el geverft linnelaken daer voor betaelt
0-16-0
-den 30e [december] noch gecoft acht ellen pijen laken ende anderhalf el linne laken voor den armen ende daer voor bet. de somme van 5-11-0 ende dat met kennisse van de predickant ende Jan Huijbertsz.. Dit voorss. laken is voor Lijsken eenen rock van gemaeckt ende van het linnen laken eenen schort doeck ende aen den snijder van het maecken bet. 0-10-0

Den uijtgeef des jaers 1656 is int geheel de somma van 59-19-0 segge 59-19-0. Ende den ontfanck des selvige jaers bedracht de somma van 143-3-0.
Dit tegens den anderen geliquideert blijckt meer ontfangen als uijtgegeven te hebben de somma van 83-4-0

Hierbij getogen de somma van 156-19-14 die den voornoemde diacon in sijn laesten rekeningh was schuldich gebleven, soo dat te samen bedraecht de somma 240-3-14

Welcken somma van 240-3-14 den voornoemde Jan Janssen Naijen heeft overgetelt aen den naest volgende diacon met namen Jan Huijbertsen Verstegh, met noch ses distincten obligatien.

Aldus gesloten in onsen kerckelijcken vergaderinge tot Andel op den 1 mert anno 1657 in tegenwoordichh. van dese ondergeschrevenen:
-Antonius Scharp, Eccl. tot Andel
-Jan Jacobsensz., ouderling, 1657
-Jan Huijbertssen Versteech, als diaken
-Huijbert Willemsz. Blommert, als diaken
-Jan Jaspersen van Mil, als litmaet
-Gerit Janssen van Thiel, tot Andel.

1657

Rekening en bewijs van wegen hetarmgelt dat ick Jan Huijbertsz. Versteegh als diaken heb ontfangen 't zedert den 1en jabuari 1657 totten lesten december des selven jaers incluijs.

-[de wekelijkse ontvangsten uit de collecte in de kerk: januari 9-10-14 februari 7-18-12 maart 12-8-14 april 14-8-14 mei 8-16-2 juni 11-18-14 juli 10-4-8 augustus 5-10-10 september 10-3-14 oktober 5-1-8 november 10-3-4 december 15-3-6]
-nog ontfangen van Govert Heijmansz. 0-5-4 [kantlijn:] vande jaere 1656
-noch ontfangen van den rentmeester vande tienden van Op en Neer Andel 5-4-4
-noch ontfangen vande verpachtinge van eenige landen in Andelrebrouck 3-6-0
-den 28e augusti ontfangen uijtte Dortse schuijt 0-7-8
-dito ontfangen vande tofton 0-6-0
-noch ontfangen van de torfton 0-6-0
-noch ontfangen van de torfton 0-7-0
-den 12e november ontfangen van de torfton 0-6-0
-noch van de torfton ontfangen 0-6-0
-noch ontfangen van de torfton 0-3-0
-noch ontfangen vande rentmeester vande tienden vande jare 1657 7-17-12
-noch uijt de bussen gelicht op den 1 januari1657 13-2-0
-noch ontfangen van Govert Hijmans den Roos van intrest op sijn obligatie 16-11-0
-noch ontfangen uijt handen van Jan Naijen als voorgaenden diacon de somma van 240-3-14
-noch ontfangen van Dingen van Thiel 50 gulden die sij heeft afgelijt van haer obligatie die sij heeft. Afgelijt 50-0-0
-noch van haar ontfangen van intrest 18-15-0

Summa den geheelen ontfanck van de jaere 1657 bedraecht 478-16-2

Volght den uijtgeeff tegen de voorschreven ontfanck van Jan Huijbertsz. Veersteegh, als diaken, beginnende den 1e januari 1657 totten lesten december des selven jaers incluijs.

-[De volgende persoon ontvangt regelmatig geld voor haar onderhoud:
-Lijsken Lauwerens, 6 maal 1-0-0, 3 maal 1-10-0, 1 maal 2-0-0]
-[verspreid over het jaar gegeven aan 126 passanten 13-0-0]
-[verspreid over het jaar aan 3 niet met name genoemde arme vrouwen gegeven 0-10-0]
-den 10e dito [april] aen een arm huijs gesin een paer hoosen gekoft voor 1-6-0
-den 11e dito [april] aen den predicant gegeven dat hij op een plaets droech 1-10-0
-den 1e dito [mei] aen Jan Jacobsz. tot OpAndel gedeelt 2-0-0
-den 7e dito [mei] aen eenen proponent gedeelt 0-5-0
-den 2e dito [juni] heeft den predikant voor twee vrouwen gehaelt 2-0-0
-den 19e dito [juni] aen twee vrouwen gedeelt, die haeren man van Turck gevangen waeren
0-12-0
-dito [20 augustus] aen den predickant gegeven dat hij eenen passant gaf 0-12-0
-dito [20 augustus] aen den predickant gegeven dat hij een reijsent predickant gaf 1-0-0
-dito [20 augustus] den predickant gegeven dat hij eenen huijs armen gegeven heeft 2-10-0
-den 18e dito [november] aen een arm huijsgesin gegeven daer sij de kinder hemden voor gecoft heeft 4-0-0
-dito [29 december] aen eenen jongen gegeven 0-6-0
-noch tot Gorcum in de lombert van een silveren ijser te lossen gegeven 4-2-4
-noch den meester die Lijsbeth Toenis gemeestert heeft 22-10-0
-noch heeft Maeij Ariens gehaelt voor Lijsbeth Toenis van Haerlem 0-6-0
-noch hebben Huijbert Willemsz. en Jan Huijbertsz. voor drie gulden vijff stuivers hout gecoft voor Lijsbeth Toenis dus alhier 3-5-0
-en het hout gehaelt 0-6-0
-noch aen meester Jan betaalt over het luijen van Lijsbeth Toenis 0-12-0
-noch aen Claes Ariensz. betaelt voor het graf te maecken voor LijsbethToenis 0-16-0
-noch aen Do. Scherp gegeven tien gulden die hij tot Gorcum gebracht heeft, dus alhier d'selve 10-0-0
-den 27e augusti aen de kerkmeesters Govert Heijmans en Cornelis Tonis aen haer aengetelt twee hondert gulden, dus alhier deselve 200-0-0
welcke voorschreven 200 gulden sijn gegeven tot betalingh van 't kerckenhuijs.
-noch eenendertich gulden aen duijts omgeset en daer afgegeven ses gulden vijff stuivers in presentie van Govert Heijmansz. ende twee stuivers verteert, daermee het gelt overtelden ende daerom te Heusden geweest, dus alhier 6-7-0
-den 6e december voor Lijsbeth van Haerlem betaalt negen gulden aen den schout, dus alhier 9-0-0
-noch aen Maeij Ariens gegeven voor Lijsbeth Toenis 2-0-0
-Den 3e januari 1658 aen Maeij Ariens van wegen Lijsbeth van Haerlem 1-0-0
-aen Anna van As gegeven 1-5-0
-noch Maeij Ariens gehaelt voor Lijsbeth van Haerlem 0-10-0
-noch den 17e dito [januari 1658?] Maeij Ariens gehaelt voor Lijsbeth Toenis 0-10-0
-noch Maeij Ariens gehaelt voor Lijsbeth van Haerlem 0-16-0
daer sij niet ten bos[?] ginge
-noch gekocht vijf en een half vierendeel swart laken tot een borsrock voor een huijsarmen, daer voor betaelt 5-4-0
-noch gekocht voor elf gulden elf stuivers laken metnoch 8 stuivers aen knoop en gaeren, endeaende kleermaeker eenen gulden 10 stuivers, dit alles voor een arm huijsgesin, komt tsaemen 13-9-0

Den uijtgeef deses selven jaers bedraecht int geheel de somma van 324-10-4. En den ontfanck deses selven jaers bedracht 478-16-2. Dit tegens den andere geliquideert blijckt meer ontfangen als uijtgegeven de sum van 154-5-14. Welcke summa van 154-5-14 den voornoemde Jan Huijbertsz. Versteegh heeft overgetelt aen den naest volgende diacon Huijbert Willemse Blommert, met noch ses distincten obligaties.

Aldus geslooten in onsen kerckenlijcken vergaderinge tot Andel op den 23 appril 1658 in tegenwoordichheid van ons ondergeschrevenen:
-Ant. Scharp, eccl. ibid. [.....?]
-Govert Heijmanssen Roosa, 1658
-Jan Janssen Naijen
-Huijbert Willemsz. Blommert

[1658]
Rekeningh bewijs van wegen het arme gelt dat Huijbert Wilhelmse Blommert als diacon heeft ontfangen zedert den 1 janu[ari] 1658 tot den lesten dece[m]b[er] der selve jare.

-[de wekelijkse ontvangsten uit de collecte in de kerk: januari 27-14-14 februari 8-2-6 maart 11-2-8 april 10-17-10 mei 8-9-10 juni 11-1-2 juli 3-18-10 augustus 8-10-14 september 9-14-6 oktober 9-0-10 november 7-9-4 december 11-3-0]
-[een opmerkelijke vermelding uit deze lijst van wekelijkse inkomsten:]
den sesten [maart], sijnde een dach in waternood 1-3-0
-den 30e [september] van 2 turfschepen ontfangen 0-14-0
-den 23e appril ontfangen van den voorgaende diacon Jan Huijberse Voorsteeg den somma van hondert vier en vijftigh gl.vijf stui. 14 penn. .... [?] tegens in sijn rekeningh goeth g­ed[aan], seggen 154-5-14.
-den 21e octob[er] ontfangen van de thienden 6-4-0
-den bussen gelicht en in de Rib gevonden 0-15-0
-tot de schout 2-5-0
-tot Baxxen 0-4-8
-tot Dirck Jan Loijen 0-8-0
-noch ontfangen van het gelt van Lijsbeth van Haerlem 46-4-0

Volcht den uijtgeef tegen de voorschreven ontfanck van Huijbert Willemse Blommaert als diacon, beginnende den 1e januari tot de lesten december des selven jaers 1658.

-[verspreid over het jaar gegeven aan 166 passanten 28-14-0]
-den 12 [januari] aen een afgebr.[?] 1-5-0
-den 10e [februari] een huijsges[in] 2-3-0
-den 12 [maart] huijsarmen 3-10-0
-den 25 [april] een arm huys[gesin] 1-10-0
-den 5e [juli] aen een craemvrouw 2-12-0
-den 7e [juli] aen deselfde 3-5-0
-den 10e [juli] aen Jan Aertsen, schipper, van vracht 0-10-0
-den 16e [september] huijsarm[en] 7-5-0
-den 20e [oktober] een arme vrouw 0-10-0
-den 7e [november] een arm man 0-10-0
-noch uijtgegeven aen Meester Jurien en Maij Ariens 40-0-0
-noch uijtgegeven met kennis van de predic[ant] 3-15-0

Den ontfanck deses selven jaers bedraecht int geheel [tweehondert sevenentwintigh gl. negen st. 6 p., 227-9-6](doorgehaald)
driehondert vier en veertigh gl. veerthien st. 12 p., seggen 344-14-12
en den uijtgeef bedraecht ses en negentich gl. negen stuij. seggen 96-9-0
Dat tegens den andere geliquideert blijkt meer ontfangen als uijtgegeven de somma van
[hondert een en dertigh gl. ses penningen, segge 131-0-6] (doorgehaald)
twee hondert 8 en veertigh gl. 19 st. 4 penn. 248-19-4, welcke voorschreven 248-19-4 is berustende in de arme kist.

Aldus geslooten in onse vergaderinge tot Andel op den 20 feb. 1659, in tegenwoordichheid van ons ondergeschrevenen:
-Antonius Scharp, Ecclib.
-Govert Heijmanssen Roosa
-Jan Janssen Naijen
-Jan Jacobsenss, 1659

[1659]
Rekeningh en bewijs van uetgeef dat Herman Sebastiaensz. de Helt als diacon heeft o­nt-f[angen] sedert den eerste jan. 1659 tot den lesten december des selven jare.

-[de wekelijkse ontvangsten uit de collecte in de kerk: januari 10-12-14 februari 7-9-10 maart 11-4-12 april 12-11-6 mei 8-15-10 juni 7-4-6 juli 8-10-2 augustus 10-4-6 september 6-8-10 oktober 9-17-8 november 11-15-0 december 12-12-8 ]

-den 27 dito [januari] van Jan Huijbersz. voor den armen ontf. 0-4-0
-den 13 dito [februari] van Pauls Dircksz. ontf. voor den armen 0-4-0
-den 24 dito [juli] ontfangen van een turfschipper 0-7-0
-[op 10 augustus ontvangen] van Jan Maet 0-7-0
-den 9 [september] van Jan Maet 0-7-0
-den 24 [oktober] van een turfschipper voor de ton 0-7-0
-[op 7 december ontvangen] van een turfschip[per] 0-7-0
-ontfangen van den thienden des selven jare 7-4-8
-ontfangen van de voorgaenden diacon Hybert Willemse Blommert 248-19-0
-noch ontfangen van Dingen van Thiel 50 gl. waermede zij haer obligatie heeft afgelijt, segge 50-0-0
-ontfangen uijt de bussen 10-3-0
-noch ontfangen op den schoutsrekeningh van meester Jan 5-0-0

Summa den geheelen ontfanck deses jaers bedraeght den summa vierhondert een enveertigh car[olus] gulden twaelf stuijvers acht penninghen, seg. 441-12-8

Volcht den uijtgeefftegens den voorschreven ontfanck beginnende den 1e januari des jaers 1658 [schrijffout voor 1659!, JK] tot den laesten december.

-[De volgende persoon ontvangt regelmatig geld voor zijn onderhoud:
-Jan Cuijp, 1 maal 0-6-0, 2 maal 1-0-0, 1 maal 1-3-10, 2 maal 1-5-0, 1 maal 2-10-0]
-[verspreid over het jaar gegeven aan 71 passanten 20-1-0, en nog 1 maal aan "enige" passanten 0-10-0, en nog 1 maal aen veele verschijdene passanten 3-7-0]
-[verspreid over het jaar aan 16 niet met name genoemde arme mannen, vrouwen en kinderen gegeven 4-23-0]
-[op 7 februari] ten versoecke en presentie van Ds. Scharp een man gegeven 2-0-0
-[op 6 mei] aen 1 student 2-10-0
-den 19 dito [mei] aen Jan Cuijp tot twee schepel rogge 1-10-0
-den 6 augusto aen die vrouw de welcke Anna Bax had aengenomen 0-15-0
-[op 8 augustus] gegeven voor de Kerce van Lestla als blijckt bij quitan[tie] 4-0-0
-[op 8 augustus ]Aen Anna Bax voor het houden van een arme vrouw 3-12-0
-[op 18 oktober] aen een huijsarme 1-10-0
-den 24 [oktober] aen de cuijper van de turfton te cuijpen en den bodem te maken 0-14-0
-[op 20 november] aen Maey Cuep 0-6-0
-den 12 [december] aen een swangere vrouw 0-18-0
-[op 28 december] aen meester Jan den ouden gegeven 2-10-0
-noch aen hem ge[geven] 2-10-0
-noch quam mij van de voornoemde Beverloo van het opmaken onderstaen van den brief van 50 gl. die hij heeft gepasseert op de diaconie tot Andel met den 40e penningh hier mede gestelt voor uijtgeef 5-0-0
-uijtgegeven ten snoeck 28 gl. waer voor een vee gecoft is voor Jan Cuep, segge 28-0-0
-Aen Govert Hijmansse Roosa 100 gl. op een obligatie voor den oppersten polder,
segge 100-0-0
-Aen meester Jan Beverlo op een obligatie 50 gl. waer van Willem Lenerts heeft gegeven 10 gl. 5 st. soo dat van mij hiertoe gegeven is 39-15-0
-gegeven van omsetten van duijten eens aen Jan Jasperss. van 18 gl., 3 gl. seggen 3-0-0
-noch van verschijden perseelen 2-15-0
-noch aen den ouden Meerten Jansz. laeten genieten 0-12-0

Somma den geheelen uijtgeef deses jaers bedraecht tweehondert acht en dertigh car. gul[den] seven stuijvers thien penningen, segge 238-7-10
ende de ontfanck bedraecht vierhondert een en veertigh gl. twaelf st. acht penn. 441-12-8

Dit tegens den anderen geliquedeert blijckt meer ontfangen als uijtgegeven den somma van tweehondert en drie car. gul[den] vijf stuij[vers], seggen 203-5-0
Van welcken voorschreven overige penningen sijn berustende in den armen kist den summa van een hondert ses en dertigh car. gul[den] derthien stuij[vers] 2 penninghen, 136-13-2
Ende de resterende ses en sestig car. gl. elf stuijvers tien penn. blijft den diacon Herman de Helt schuldigh bij [sluiten?] van sijn rekeningh.

Aldus gedaen en geslooten in onse kerkelijken vergadering tot Andel desen 27e januari 1661.
[getekend door:]
-Anthoni Scharp, Eccl. ibd.
-Jan Huijbertsen Versteech, ouderling
-Jan Jaspersen van Mil, ouderling
-Willem Lenertsenss., diaken
-Arien Anthonissen, diaken
-Jan Jacobssen, litmaet 1661,
-Cornelis Cornelisse.

( Transcriptie door: Jos de Kloe. )
ga naar/go to 1660-1664
(terug naar mijn bronnen pagina/back to my sources page)