Samenvattingen diakonierekeningen Andel 1711-1721
(Andel, accounts of the deacons 1711-1721)

Deze transcriptie is gepubliceerd in GTMWB 2004, p.278-283, en 2005, p.41-51, en is ook beschikbaar op hogenda.nl.
(terug naar mijn bronnen pagina/back to my sources page)


Reeckening, bewijs et reliqua, die Corst Jacobse de Groot als diaken heeft ontfangen en uijtgegeven, t'zedert den 1 jan[uari] 1711 tot den laatsten december des selven jaars, als volgt:
-[collecte in de kerk: januari 8-10-0, februari 5-10-0, maart 10-8-0, april 18-4-0, mei 13-11-0, juni 7-2-0, juli 20-15-0, augustus 12-4-0, september 8-1-0, oktober 15-9-0, november 11-0-0, december 18-17-0]
Ontfang uijt de bussen:
-uijt de busse in de Rib 9-16-0 -uijt de busse bij Michiel 4-4-0
-uijt de busse in de kerk 1-0-0 -uijt de busse in de Swaan 4-3-8
Nog anderen ontfangh:
-den 31 december van de erfgenamen van Johannes van Druenen ontfangen van den verloopen intrest van 't capitaal 38-0-0
-den 10 maart van juffer van der Graaf ontfangen het oortjesgeld 3-0-0
-van de turfton 1-10-0
Soo dat den geheelen ontfang in de kerk, en van andere dingen bedraagt de somma van 211-4-8.

Nu volgt den uijtgift van den voorsz. ontfang tzedert den 1 januarij 1711:
-aan de passanten in't geheele jaar 10-9-8
-[de volgende "huijsarmen" kregen een aantal maal geld voor hun onderhoud:
-Maaijken Snijers, 26 maal 2-0-0,
-Jacob de Wever, 26 maal 1-10-0]
-[12 maart] aan Maaijken Snijers een mijt hout 3-5-0
-[12 maart] aan de kinderen van Peter van der Plas een roksken 1-12-0
-[7 mei] voor de kinderen van Peter van der Plas 2 paar klompen 0-5-0
-[28 mei] voor het kind van Peter van der Plas, bij Jacob van Helden, een vierendeel jaars kostgeld 7-10-0
-[4 juni] voor het kind van Peter van der Plas, bij Gerrit van der Plas, een vierendeel jaars kostgeld, met quitantie 9-5-0
-[8 juli] voor de kinderen van Peter van der Plas, aan de kleermaker gegeven 0-4-0
-[20 augustus] voor Peter van der Plas, doe hij siek was, gegeven 1-10-0, een linne laken aan deselven 2-10-0
-[10 september] voor Peter van der Plas, tien tonnen turf 3-2-0
-[10 september] voor Maaijken Snijers, tien tonnen turf 3-2-0
-[10 september] voor Pieternelle, tien tonnen turf 3-2-0
-[22 oktober] voor Anneken Dirks, 2 hembden gekogt en laten maken 4-0-0, voor Judiken Maaij ook 2 hembden 4-0-0, voor Anneken Dirks gegeven 2-2-0
-[5 november] voor Peter van der Plas gekogt een paar laersen 3-0-0
-den 19 [november] aan Pieternelle 1-10-0
-den 23 [december] aan Pieternelle 2-17-0
-den 24 [december] aan Anneken Dirks voor de geneesmeester gegeven 2-0-0
-aan Peter van der Plas voor de geneesmeester gegeven 1-0-0
Nog anderen uijtgift:
-aan Jan de Smit voor het maken van de busse 0-3-0
-aan Jan Naijen het molegeld van 't huijsken 0-7-2
-aan Gerrit de Timmerman voor de 2 doodkisten van Aart Rosa en sijn kind 7-0-0 met quitantie
-aan Bastiaan Criellaart voor brood en kaas voor Judiken Maaij 3-11-10
-aan den backer Slingeland voor 't brood in de kerk 3-0-0
-aan D. Magachen gegeven het verschot van de wijn in de kerk, het verschot voor de noodlijdende kerke in de Paltz, etc., en voor eenige passanten met attestatien 16-12-0
-den 10 maart betaalt de dijkgelden van 't huijsken 0-16-0
-den 28 julij 1712 aan Gijsbert Verseijl betaalt de verpondinge van 't armenhuijsken, daar Feijter in woont 3-9-0
-aan mr. de Ruijter gegeven voor 't leeren van de arme kinderen 10-0-0
Soo dat den geheelen uijtgift bedraagt de somma van 202-4-4. Ende den geheelen ontfank deser rek[ening] bedraagt een somma 211-4-8. Dus bij den rendant meer ontf[angen] als uijtgegeven de somma 9-0-4. Dit gelegt bij het voorgaande slot van de rek[ening] dat in de armekist is berusten[de] een somma van 636-5-14, blijkt datter nu in de armenkist is berustende een somma van 645-6-2.
Aldus gerekent den 24, 9ber 1712 ondertekent:
-A. Magachen
-Anthonij Hendr. Bouman
-Joost Sweeren
-Joost Cornelissen

Reekening, bewijs et reliqua, die Joost Cornelisse van Triest als diaken heeft ontfangen en uijtgegeven, t'zedert den 1 januarij 1712, tot den laatsten december des selven jaars.
Ontfang als volgt:
[collecte in de kerk: januari 10-6-0, februari 7-7-0, maart 17-15-0, april 9-0-0, mei 12-8-0, juni 12-15-0, juli 18-18-0, augustus 9-7-0, september 8-8-0, oktober 18-18-0, november 8-6-0, december 16-14-0]
Anderen ontfangh:
-uijt de busse in de Swaan 3-9-0 -uijt de busse bij van Pelt 1-8-0
-uijt de busse bij Michiel 7-10-0 -uijt de busse in de Ribbe 9-11-0
-uijt de busse in de kerke 3-1-0
-29 maart ontfangen van 't erfhuijs van Huijbert Verhoeven 2-17-8
-1 meij ontfangen van de voogden van de weeskinderen van Huijbert Verhoeven, van de intrest 24-4-0
-ontfangen uijt de armekist 28-0-0
-van twee turfschippers 1-0-0 -4 august[us] van een turfschipper 0-10-0
-1 octob[er] van een turfschipper 0-10-0 -8 octob[er] van een turfschipper 0-10-0
-24 novemb[er] van den voorgaande armmeester 2-3-0
-uijt de busse in de appelschuijt 4-5-0
-van juffr. van der Graaf van [de] tienden 3-17-0
-van 't wisselen van [de] duijten 2-17-0
Soo dat den geheelen ontfang, in de kerk en van de andere dingen te samen, bedraagt de somma van 245-14-8

Nu volgt den uijtgeef van den voorsz. ontfang, t'zedert den 1 januarij 1712 als volgt:
-aan passanten in't geheele jaar 8-10-10
-[de volgende "huijsarmen" kregen een aantal maal geld voor hun onderhoud:
-Maaijken Snijers, 26 maal 2-0-0,
-Maaij van Milt, 9 maal 0-10-0 (laatste maal op 10 maart),
-Jacob de Wever, 26 maal 1-10-0]
-[in januari] voor het trijp en maken van de armbuijl 0-17-0
-den selfde dito [29 december] aan Anneken Dirks 1-0-0
-den 5 julij aan Pieter Warbout voor 21 tonnen turf betaalt 7-2-0
-den 22 august[us] voor Anneke Dirks voor 11 ellen linnen en garen betaalt 5-8-0
-voor het maken van 2 hembden en een laken voor Anneken betaalt 0-10-0
-voor het maken van een turfton aan Jan van Drongelen betaalt 3-3-0
-aan Do. Magachen het verschot van de wijn tot het H. avondm[aal], en het verschot voor de noodlijdende kerken, en voor eenige passanten met attest gegeven 13-9-0
-aan Corstiaan Slingeland voor 't brood tot het H. avondm[aal] betaalt 3-0-0
-aan den advocaat Scharp voor een jaar huijshuijer betaalt 14 gulden, dog daer tegen van huijr van Willem van der Plas ontfangen 8 gulden, soo dat maar uijtgegeven is 6-0-0
-aan de penningmeester voor dijkgeld van 180 roeden land 0-14-0
-aan mr. de Ruijter voor 't leeren van de arme kinderen betaalt 10-0-0
Soo dat den geheelen uijtgeef bedraagt de somma van 183-3-10. Ende den ontfanck deser rek[ening] een somma van 245-14-8. Blijkt datter meer is ontf[angen] als uijtgegeven een somma van 62-10-14. Dit gelegt bij't slot van de voorgaande rek[ening], dat in de arme kist is berusten[de] een somma van 645-6-2, nu met dese 62-10-14, in de armekist is berusten[de] een somma van 707-17-0
En alsoo er een obligatie tot lasten van Huijb[er]t Verhoeven is afgelegt en inde rek[ening] voor ontf[angst] niet ingebragt, mitsg[ade]rs vijftigh capp[i]t[aal] van Wolfert Anthonisz., competerende den voorn. Verhoeve. Daarom werd dit slot met den ontfank van de voorsz. obligatie en brief en anderen intrest van ordonnantie, vergroot met een somma van 259-3-0, soo datter nu inde armekis[t] is berustende een somma van 1029-10-14.
Aldus gerekent in de kerk van Op-Andel, den 28 9ber [november] 1713.
-A. Magachen
-Anthonij van Dijck
-Anthonij Bouman
-Corst van Werthuijsen
-Jan Goverse van Andel

Reekening, bewijs et reliqua van dat Anthonij Bouman als diaken heeft ontfangen en uijtgegeven t'zedert den 1 jan[uari] 1713 tot den laatsten december des selven jaars.
Ontvang als volgt:
-[collecte in de kerk: januari 9-13-0, februari 7-17-0, maart 7-0-0, april 20-13-0, mei 8-13-0, juni 11-19-0, juli 17-10-0, augustus 5-19-0, september 6-17-0, oktober 17-1-0, november 7-14-0, december 21-19-0]
-uijt de bos [=bus] in de Swaan 7-2-0 -uijt de bos bij Michiel 2-8-0
-uijt de bos in de Rib 4-15-0 -uijt de bos in de schuijt 0-18-0
Nog van anderen ontfangh:
-den 20 april tot lossinge van Lambert Bastiaanse van Ameijde, uijt de armenkist 15-0-0
-den 20 novemb[er] van Juffrouw van der Graaf, van 't oortjesgelt 4-5-8
-van 't wisselen van de duijten 1-18-0
-den 14 decemb[er] van 200 gl. capit[aal] van Govert Ariense van Andel, den intrest van de jaren 1710, 1711, 1712 en 1713, ontfangen 40-0-0
-op deselve tijd nog uijt de armenkist ontfangen 60-0-0
-den 11 october van de turfton 1-1-0 -den 10 decemb[er] van de turfton 0-11-0
Soo dat den geheelen ontfang, in de kerk en van het andere, bedraagt te samen de somma van 280-13-8

Uijtgift van den voorsz. ontfangh t'zedert den 1 jan[uari] 1713 als volgt:
-aan de passanten in't geheele jaar te samen 5-8-0
-[de volgende "huijsarmen" kregen een aantal maal geld voor hun onderhoud:
-Maaijken Snijers, 1 maal 1-10-0, 25 maal 2-0-0,
-Jacob de Wever, 26 maal 1-10-0]
-den selfden dito [12 januari] aan moolegeld 0-8-6
-den 10 dito [maart] aan den huijsarmen 1-0-0
-den 20 dito [april] voor lossinge van Lambert Bastiaanse van Ameijde 15-0-0
-den 1 meij voor een rock, 6 ellen en 1/2, voor garen en galon voor den huijsarmen gekocht 4-17-8
-den 11 dito [juni] voor het maken van een rok voor den huijsarme, aan Govert Ariense gegeven 0-6-0
-den 25 dito [juni] aan den huijsarmen 1-2-0
-den 21 dito [juli] aan den huijsarmen 1-2-0
-den selfden dito [5 oktober] voor den huijsarmen gekocht 8 ellen linnen tot laakens 3-12-0
-den 17 dito [oktober] voor het maken van een paar slaaplakens gegeven 0-4-0
-den 22 dito [oktober] voor moolegeld aan Cornelis Pus gegeven 0-6-0
-den 3 dito [november] aan turf voor den armen 8-3-8
-den selven dito [9 november] voor 't haalen van twee voeder turf voor den armen aan Govert Roosa gegeven 0-12-0
-den 25 dito [november] aan den huijsarmen 1-0-0
-den 6 decemb[er] voor het armenhuijske daar de wed. van Aart Rosa in woont van kerkerenten betaalt de jaren 1701, 1702, 1703, 1704, te samen 2-0-0
-den 29 dito [december] aan den huijsarmen 0-6-0
-nog voor garen en galon voor den armen 0-6-0
-aan mijn heer van der Kolf voor dijkgeld gegeven 0-16-0
-den 14 decemb[er] 1713 aan Govert Ariense van den Andel op een obligatie op intrest geschooten een somma van 100-0-0
-voor het brood in't H. avondmaal aan Corstiaan Slingerland gegeven 3-0-0
-aan Meester de Ruijter voor het leeren van de armen kinderen 10-0-0
-aan Do. Magachen voor verschot van de wijn in 't H. avondmaal, en voor de noodlijdende kerken, en een passant 10-5-8
-aan den advocaat Scharp voor een jaar huijshuijr gegeven 14-0-0
Soo dat den geheelen uijtgift bedraagt de somma van 274-14-14. Den geheelen ontfank deser rek[ening] bedraagt een somma van 280-13-8, ende den geheelen uijtgeeff van de voorss. ontf[angst] een somma 274-14-14. Blijkt datter meer is ontfangen als uijtgegeven een somma van 6-0-0. En alsoo bij slot van de voorgaande rekeningh inde armekist is berustende geweest een somma van 1029-10-14, ende daar aff geligt eens 15 gl. tot lossingh van Lambert van Ameijden, ende nogh een somma van 60 gl. die den diaken te kort quam om op een obligatie te schieten tot lasten van Govert Ariense van Andel, maakt same een somma van 75 gulden. Dit van 't voorgaande slot afgenomen blijkt datter niet meer in de armekist is berustende als 954-10-14. Ende nu het slot van dese rekeningh daar bij gelegt, blijkt datter nu in de armekist is berustende een somma van 960-10-14.
Aldus gereken[t] en gesloten in de kerk van Op-Andel den 12 decemb[er] 1714.
-A. Magachen
-Corst van Werthuijsen
-D. Bell, 1714
-Steven van Vuren
-Jan Goversen van Andel

Reekening, bewijs et reliqua van dat Jan Govertse van den Andel als diaken heeft ontfangen en uijtgegeven, t'zedert den 1 jan[uari] 1714, tot den laatsten decemb[er] des selven jaars. Ontfangh:
-[collecte in de kerk: januari 14-5-0, februari 12-13-0, maart 12-0-0, april 23-4-0, mei 12-19-0, juni 8-9-0, juli 18-2-0, augustus 6-19-0, september 11-3-0, oktober 19-4-0, november 12-2-0, december 23-5-0]
Ontfangh:
-uijt de busse in de Swaan 2-10-8 -uijt de busse in de kerk 1-3-10
-uijt de busse bij Michiel 4-5-8 -uijt de busse in de Rib 7-11-8
Anderen ontfangh:
-van wisselgeld 1-19-0
-van oortjesgeld van juffer van de Graaf ontfangen 3-4-0
-den 31 meij van Cornelis Hoogland van de boomen uijt het boomgaartje van den armen ontfangen 8-10-0, nog van 't fruijt uijt dat boogaartje 2-0-0
-den 6 octob[er] van de turfton 1-0-0
-den 4 novemb[er] van de turfton 1-0-0
-den 10 octob[er] ontfangen van Anthonij van Dijck van den intrest van't capitaal op het goed van Joannes van Druenen 18-0-0
-op den selfden dito [10 oktober] dies aangaande van Jan van Thiel ontfangen 6-0-0
[kantlijn:] dese 2 onderstaande posten van 12 gl. is voor huijshuur versch[enen] primo meij 1715
-hetgene Heindrik de Feijter heeft betaalt, gelevert en verdient,ten dienste van 't huijs van den armen, met quitantien, tesamen 8-4-0
-en nog gegeven aan Jan Govertse van den Andel 3-16-0
Soo dat den geheelen ontfang, in de kerke, en van het andere, tesamen bedraagt de somme van 243-10-2

Uijtgiften van de voorsz. ontfang t'zedert den 1 jan[uari] 1714 als volgt:
-aan passanten sonder attestatien en metattestatien, tesamen 12-13-8
-[de volgende "huijsarmen" kregen een aantal maal geld voor hun onderhoud:
-Maaijken Mulders, 17 maal 2-0-0 [laatste maal op 16 augustus],
-Anneken Dirks, 1 maal 0-18-0, 8 maal 1-0-0, 10 maal 1-4-0,
-Jacob de Wever, 2 maal 0-15-0, 24 maal 1-10-0]
-den 8 [januari] voor de kaerssen in de kerk 0-9-0
-den 15 [januari] voor de kaerssen in de kerk 0-8-0
-den 8 [februari] aan de kaarsen in de kerk 0-10-0
-den 19 [februari] aan de kaarsen in de kerk 0-9-0
-den 23 [oktober] voor de kaerssen in de kerk 1-8-0
-den 18 [december] aan de kaersen in de kerk 0-11-0
-den 23 [december] aan den huijsarmen 0-12-0
-den 30 [december] aan den huijsarmen 0-12-0
-den 4 novemb[er] aan de turfschipper voor de turf van den armen gegeven 6-7-8
-den 4 dito [november] nog voor den turf 0-14-0
-den 26 august[us] den armen jongen besteet aan Jacob van Helden voor de somma van dertig gulden.
-den 3 septemb[er] voor dien jongen gekogt eenen hoed, een paar kousen, 2 hemden, en voor 't maken, zijnde tesamen 2-6-6
-den 18 sept[ember] een paar klompen 0-2-0
-den 26 octob[er] een paar socken en wanten 0-5-8
-den 9 decemb[er] aan Jacob van Helden een vierendeel jaars [kostgeld] voor die jongen gegeven 7-10-0
-nog voor een boek gegeven 0-1-0
-den 8 aug[ustus] voor linnen voor Anneke Dirks 3-1-6
-nog voor garen en het maken van[de] hembden 0-9-0
-den 28 jan[uari] aan Dirk Janse van Andel, voor tackebossen voor Maaijke gegeven 3-0-0
-den 21 meij gegeven aan Cornelis de Smit, voor 4 jaar kerkerenten, met quitantie 2-0-0
-aan Do. Velthuijsen gegeven voor de noodlijdende kerken etc. 5-0-0
-aan Do.Magachen gegeven voor de wijn tot 't H. avondmaal 7-19-0
-aan Corstiaan Slingeland voor 't brood tot 't H. avondmaal 3-0-0
-aan Bastiaan Crielaart gegeven voor brood en winkelwaare voor Maaij 3-18-10
-aan Cornelis Pus voor moolegeld 0-7-0
-aan Govert Ariense gegeven voor het naeijen voor het arme kind 1-8-0
-den 24 maart aan dijkgeld gegeven 0-16-0
-aan de Hr. Scharp voor huijshuijr gegeven 14-0-0
-aan de Hr.Pus van verponding gegeven 3-9-6
-aan Jan van As voor verponding gegeven 3-8-4
-aan meester de Ruijter gegeven voor 't leeren van de arme kinderen 10-0-0
-bet[aald] aan Hendrik de Feijter over verschot en arbeijtsloon, volgens drie distincte quitantien, de somma 8-4-0
Den geheelen uijtgeeff deser rekeningh bedraagt een somma van 197-8-0. En den ontfank hier voren bedraagt een somma van 243-10-2. Blijkt datter meer is ontf[angen] als uijtgegeven een somma van 46-2-2. En alsoo blijkt bij het voorgaande slot datter in de arme kist berustende [is], een somma van 960-10-14. Ende het slot van dese rekeningh daar bij gelegt blijkt datter nu in de armekist is berustende een somma van 1006-13-0.
Aldus in de kerk van OpAndel gerekent en gesloten, den 15 januarie 1716.
-A. Magachen
-D. Bell, 1716 -Jan van Tiel
-Steven van Vuren -Dirck van Wijck

Reekening, bewijs et reliqua, van dat Steven Janse van Vueren als diaken heeft ontfangen en uijtgegeven t'zedert den 1 januarij 1715 tot den laatsten december des selven jaars.
Ontfang in de kerk: [januari 11-13-0, februari 11-10-0, maart 14-7-0, april 19-1-0, mei 7-10-0, juni 10-7-0, juli 15-6-0, augustus 6-1-0, september 10-1-0, oktober 15-15-0, november 7-14-0, december 18-17-0]
Soo dat den geheelen ontfangh in de kerk bedraagt de somme van 148-2-0.
Anderen ontfangh:
-uijt de busse in de Swaan 5-10-0
-uijt de busse in den Eijkenboom 4-12-0
-uijt de busse in de Rib 16-3-0
-ontfang van Anneken Dirks, na haar dood bij haar gevonden 14-0-0
-van het erfhuijs nog ontfangen 23-17-8
-nog van twee en een half hont terw 24-0-0
-een jaar huijshuijr van het armenhuijsken 17-0-0
-van't fruijt gewasch van 't boomgaartje van de armen 20-0-0
-nog van een erfhuijs ontfangen voor den armen 1-13-8
-nog ontfangen van de turfton 1-14-8
-van 't wisselgeld ontfangen 1-12-0
Soo dat den geheelen ontfang, in de kerk, met den anderen te samen, bedraagt de somme 278-4-8

Nu volgt den uijtgift van den voorsz. ontfang, t'zedert den 1 jan[uari] 1715 als volgt:
-aan passanten in't geheele jaar 4-7-0
-[de volgende "huijsarmen" kregen een aantal maal geld voor hun onderhoud:
-Anneken Dirks, 45 maal 1-0-0 (laatste maal 8 november),
-Jacob de Wever, 3 maal 0-15-0, 25 maal 1-10-0]
-[aan niet met name genoemde huisarmen: 20 maal 0-6-0, 3 maal 0-12-0]
-aan de noodlijdende huijsarmen 3-0-0
-den 13 [december] aan Joosje van der Plas 3-0-0
-den 30 [december] aan Joosje van der Plas 2-0-0
Nog anderen uijtgift:
-17 jan[uari] aan keersen tot het gebed 0-12-0 [7 feb, 28 feb. en 14 maart nogmaals]
-17 decemb[er] aan turf voor den armen 9-1-8, aan wagenvragt van den turf 0-16-0
-voor de doodkist van Anneken Dirks aan Cornelis van Tiel gegeven 5-0-0
-aan Anne van der Plas en Marij Keijsers voor het uijttrecken, wassen en kisten gegeven 3-0-0
-aan Cornelis Cuijp voor't maken van't graft en begraavenis bidden 1-13-0
-aan Jenneken Cornelis van haar plegen 1-8-0
-op de begravenis aan drank 0-9-0
-aan Jan Goverse van den Andel betaalt 1-10-8
-aan dijkgeld voor den armen 1-0-0
-18 jan[uari] voor het arme kind van Maijke Snijders gegeven voor klompen 0-2-0
-23 maart aan een paar koussen 0-7-0
-6 april voor een A. B. boeck 0-1-0
-10 julius voor een paar gespen 0-1-0
-23 juli voor een paar klompen 0-2-0
-21 octob[er] voor een A. B. boeck 0-1-0
-26 [oktober] voor een paar koussen 0-7-0
-10 decemb[er] voor een paar klompen 0-2-0
-voor het maken van vier hembden voor dat kind 0-12-0
-30 [december] voor een paar klompen 0-2-0
Den uijtgift met quitantien:
-aan Jacob van Helden voor een vierendeel jaars kostgeld van het arme kind 7-10-0
-nog voor een half jaar kostgeld 15-0-0
-aan Geertruij van Pelt op reekening van het kostgeld van dat kind 4-0-0
-voor 't maken van[de] glasen aan het huijsken van den armen 1-0-0
-aan Jan Verseijl van't molegeld van't land van Anneke Dirks 0-10-6
-aan Dirk pus van verponding van dat selve land 4-3-8
-aan Anthonij Pus de verponding van 't boogaartje van den armen 1-3-2
-aan Jan van As de verponding van't land van Anneken Dirks 1-14-0
-aan Jan van As het molegeld van 't boogaartje van den armen 0-8-8
-aan linnen tot hembden en het maken van de selven voor den armen 3-11-6
-aan Dirck van Wijck overgegeven 14-0-0
-aan een broek en het maken van deselve voor 't armekind 1-19-0
-aan Do. Veldhuijsen voor de noodlijdende kerken etc., 3-0-0
-aan Jan van Tiel voor ploegen en saijen van 't land van Anneken Dirks 7-15-8
-voor het brood tot 't H. avondmaal 3-0-0
-aan Do. Magachen het verschot van de wijn tot 't H. avontmaal en van eenige passanten met attestatie 9-16-0
-aan meester de Ruijter voor het leeren van de arme kinderen 10-0-0
Den geheelen uijtgift van dese reekening bedraagt de somme van 221-11-6 en den geheelen ontfang bedraagt een somme van 278-4-8. Dus blijkt datter meer is ontfangen als uijtgegeven een somma 56-13-2. Ende alsoo blijkt bij het voorgaande slot van de rek[ening] datter in de armen­kist is berustende een somma 1006-13-0, ende het slot van dese rekeningh daar bij gelegt 56-13-2, blijkt datter nu in de armekist is berusten[de] een somma van 1063-6-2.
Aldus gerekent in de kerk tot OpAndel den 30 decemb[er] 1716.
-A. Magachen -Jan van Tiel
-Anthoni van Andel -Dirck van Wijck
-Jeronimus Borgh

Reekening, bewijs et reliqua van dat Dirck van Wijck als diaken heeft ontfangen en uijtgegeven t'zedert den 1 januarij 1716 tot den laatsten december des selven jaars. Ontfang in de kerk:
-[januari 7-5-0, februari 8-14-0, maart 9-19-0, april 16-11-0, mei 12-19-0, juni 7-12-0, juli 15-16-0, augustus 11-3-0, september 7-9-0, oktober 6-15-0, november 17-10-0, december 19-3-0]
Soo dat den geheelen ontfang in de kerk bedraagt de somme van 140-16-0
Anderen ontfang:
-uijt de busse in de Rib 5-2-0 -uijt de busse in den Eijkenboom 3-12-0
-uijt de busse in de Swaan 3-19-8 -uijt de busse in de schuijt 4-19-0
-uijt de busse in de kerk 0-4-2
-voor 't quaad stukje uijt de busse in de kerk 0-2-8
-voor de turfton in 5 maalen 2-13-0
-van Jan Govertse van 't fruijt uijt het boogaartje van den armen ontfangen 1-0-0
-van Steven van Vueren als gewesene diaken a[nn]o 1715, 't gene in sijn rekening voor uijtgeef is gevalideert, ontfange 14-0-0
-van Jan van Andel, van 't land van Anneken Dirkse voor de helft, ontfange 19-0-0
-van meester de Ruijter, wegens 5 appelboomen gekogt in't hofken van den armen, a[nn]o 1716 ontfangen 14-0-0
-van Capiteijn van Vueren, over koop van 5 boomen in 't selve hofken ontfangen 11-10-0
-van Heindrik van Vueren over huijshuijr verscheenen den laatsten april 1717, ontfangen 11-0-0
-van de weduwe van Arijen Anthonisse van Andel op reekening van de verscheenen intreste van de erfgenamen van Johannis van Druenen, ontfangen 24-0-0
-van wisselgeld ontfangen 1-7-12
-oortjes geld van de tiende van de jare 1715 en 1716, 2-5-0
Soo dat den ontfang in de kerk en den anderen ontfang t'samen bedraagt de somme van 259-10-14

Nu volgt den uijtgift van den voorsz. ontfangh t'zedert den 1 januarij 1716 etc. als volgt:
-[de volgende "huijsarmen" kregen een aantal maal geld voor hun onderhoud:
-Ariaantje Wevers, 1 maal 1-10-0, 2 maal 2-0-0 (laatste maal 14 februari),
-de wed. van Willem van der Plas, 15 maal 2-0-0,
-Jacob de Wever, 6 maal 1-10-0]
-3 [december] voor een huijsarmen 1-10-0
-28 [december] aan een huijsarmen 2-0-0
Nog anderen uijtgift:
-den 10 meij voor 't decken van 't armenhuijs, daar Hendrik van Vueren in woont, aan Jan van Tiel betaalt 3-10-0
-aan sparren en spreij-riet t'samen 0-12-0
-den 5 august[us] aan Theunis Nieuwenhuijsen over koop van 2 1/2 vum sluijk, met wagevragt, betaalt 5-10-0
-den 28 decemb[er] aan Geertruijd van Pelt op rekening van 't kostgeld van den armen jongen betaalt 12-0-0
-aan Corstiaan Slingeland voor 't gelevert brood tot het H. avondmaal gegeven 3-0-0
-den 4 jan[uari 1717] aan Jan van As, de molegelde van een hond 80 roeden, van 't armenhofken als voren, den jare 1714 betaalt 0-6-0
-den 5 dito [januari 1717] aan Do. Magachen het verschot van [de] wijn tot het H. avondmaal en aan een passant gegeven, betaalt 7-15-8
-den 15 [januari 1717] aan meester de Ruijter voor 't leeren van de armenkinderen, betaalt 10-0-0
-anno 1716 aan dijckgeld betaalt 0-16-0
-den 6 febr[uari] aan Dirck Bell de extra-ordinare verponding [van] den jare 1716 betaalt 1-3-0
-den 26 junij aan de Hr. Dirck Pus de ordinare verpond[ing] [van] den jare 1715 van de voorsz. 180 roeden betaalt 1-3-2
-aan Heindrik van Vueren over geleverde dekband en het oud dak om de boomen te kruijen, betaalt 1-0-0
-den 14 octob[er] voor 24 tonnen turf voor den armen opgedaan,betaalt 8-14-0
-voor wagenvragt gegeven 0-12-0
-voor een inctkoker in de kerk gegeven 0-4-0
-voor 't schrijfboekje en den inct gegeven 0-1-8
-den 10 maart voor den armen jongen gekogt een rock, voor 2-14-14, nog voorder gekogt een paar klompen, een paar schoenen, een paar koussen, nog een paar klompen, en nog een paar klompen, t'samen gegeven 4-5-2
-den 12 novemb[er] gekogt 2 hembden, gegeven 1-15-0
-nog pije tot een rock, gegeven 1-17-4
-corsaaij tot een hembtrok en broek, gegeven 2-9-0
-voor het maken van deselve gegeven 1-2-0
-voor een hembt voor Jacob de Wever gegeven 1-18-0
-den 2 maart aan Leendert de Groot gegeven 1-10-0
-den 4 april voor een arme kraamvrouw en huijsvestinge gegeven 7-14-0
-aan de visitatores der kerke, voor de noodlijdende kerken, etc., gegeven 3-0-0
-aan de passanten in't geheele jaar gegeven 5-13-0
Den geheelen uijtgift van dese reekening bedraagt de somma van 135-1-6, ende den geheelen ontfank hiervoren bedraagt een somma van 259-10-14. Blijkt datter meer is ontfangen als uijtgegeven een somma van 124-9-8.
Ende alsoo blijkt bij 't voorgaa[nde] slot dat in de armekist is berustende een somma van 1063-6-0, ende het slot van dese rekeningh daar bij gelegt een somma van 124-9-10. Blijckt datter nu inde armekist is berustende, soo aan geld in specie en in obligatien, een somma van 1187-15-10.
Aldus gerekent en gesloten in de kerke van OpAndel, den 21ste octob[e]r 1717:
-A. Magachen -Jeronimus Borgh
-Jan Tijsen Najen -Anthonij Bouman

Reekening, bewijs et reliqua van dat Jeronijmus Borgh als diaken heeft ontfangen en uijtgegeven, t'zedert den 1 januarius 1717 tot den laatstendecember des selven jaars.
Ontfang in de kerck als volgt:
-[januari 11-8-0, februari 7-8-0, maart 19-16-0, april 7-13-0, mei 15-10-0, juni 8-3-0, juli 15-0-0, augustus 8-14-0, september 8-2-0, oktober 18-10-0, november 9-0-0, december 18-9-0]
Soo dat den geheelen ontfang in de kerk bedraagt de somma van 147-13-0
Ontfang uijt de bussen:
-uijt de busse in de Rib 5-2-8 -uijt de busse in den Eijkenboom 2-1-0
-uijt de busse in de Swaan 3-8-12 -uijt de busse in de schuijt 0-4-8
Anderen ontfang:
-den 11 meij van't capitaal een jaar intrest van Sweer Jooste Bouman ontfangen 8-0-0
-van appelboomen verkogt aan Michiel van Besoijen ontfangen 12-0-0
-van de turfton ontfangen 0-11-0
-van appelboomen verkogt aan Capiteijn van Vueren ontfangen 10-10-0
-van 't wisselgeld van de duijten 1-13-12
-van het oortjesgeld 1-1-4
-van een jaar intrest van 't capitaal van Johannis van Druenen ontfangen 12-0-0
Soo dat den geheelen ontfang, soo in de kerk, als van andere dingen, t'samen bedraagt de somma van 204-5-12

Nu volgt den uijtgift van den voorsz. ontfang, t'zedert den 1 januarij 1717 tot den laatsten december etc., als volgt:
-aan passanten in't geheele jaar 4-13-8
-[de volgende "huijsarmen" kregen een aantal maal geld voor hun onderhoud:
-Joosje, 11 maal 2-0-0 (laatste maal 3 juni)
-Marij van Aalst, 33 maal 0-8-0, 3 maal 0-11-0, 1 maal 1-10-0 (1e maal 12 april)]
-voor de noodlijdende kerken gegeven (tussen 3 en 16 juni) 3-0-0
-voor vragt aan Jan Gijsen van de 17 appelboomen gegeven (tussen 3 en 16 juni) 0-9-0
-den 16 junij aan een kraamvrouw, die hier in de kraam quam, gegeven 1-10-0
-voor het decken aan't huijs van den armen gegeven 0-11-0
-voor 12 tonnen turf, etc.,gegeven 4-5-12, voor het rijden van die turf gegeven 0-11-0
-voor 't sluijk tot het huijs van den armen aan Willem de Veerman gegeven 0-18-0
-voor het arme kind bij van Pelt, voor 4 paar klompen, gegeven 0-8-6
-nog voor een paar schoen en paar koussen 1-12-0
-nog voor een paar hembden gegeven 2-2-0
-nog voor schoenlappen 0-2-0
-aan Jacob de Wever den 13 febr[uari] gegeven 0-6-0
-voor Jacob de Wever den 20 novemb[er], voor pije en baartschrappen en klompen gegeven 1-10-0
-aan de Wevers wijf gegeven 0-5-8
-20 decemb[er] voor een paar schoen voor Jacob de Wever 2-0-0
-voor het voorsz. armekind een paar koussen, en eenen hoed, en schoenlappen, gegeven 1-2-8
-aan Pieter den Dubbelden gegeven 2-0-0, voor een paar hembden voor deselve 4-4-0
-aan dijckgeld gegeven 0-16-0
-voor een nieuw deur kosijn, dorpel, balkdeelen, 3 vensters en meer andere nodige dingen tot het huijs van den armen, en voor den arbeijd gegeven aan Jan Stravers, met quitantie 8-8-4
-op den 7 junij voor 17 appelboomen en hondert elsen aan Jan Govertse Paeuw gegeven met quitantie 7-16-0
-een half jaar kostgeld van het armekind, verscheenen den 20 februarij, aan Geertruij van Pelt, met quitantie gegeven 18-0-0
-den 6 novemb[er] voor het kostgeld van dat selve kind, aan Geertruij van Pelt, met quitantie gegeven 10-0-0
-den 7 julij van het kostgeld voor Jacob de Wever, aan Gijsbertje Govertse van Andel, met quitantie gegeven 14-0-0
-voor de ordinaire en extra-ordinaire verponding van den jare 1716 en 1717 van 180 roeden land, aan de Hr. Dirck Pus met quitantie gegeven 2-6-4
-jaar 1715 voor molegeld van 1 hond 80 roeden lands aan Cornelis Pus met quitantie gegeven 0-6-0
-voor 200 kriesbossen, voor het boomgaartje van[de] armen, aan Jan van Vuren, met quitantie gegeven 9-0-0
-voor het brood tot het H. Avondmaal aan Cornelia Wildemans gegeven 3-0-0
-voor de wijn gelevert tot het H. avondmaal, voor een passant met attestatie, en voor een man wiens vrouw op 't uijterste swanger was, en voor die op de galeijen sitten, het verschot aan Do. Magachen met quitantie gegeven 9-4-0
-voor het leeren van arme kinderen aan meester de Ruijter gegeven 10-0-0
Soo dat den geheelen uijtgift bedraagt de somme van 162-14-2. Den geheelen ontfang deser rekening bedraagteen somma van 204-5-12. Ende den uijtgeeff hier tegens 162-14-2. Blijkt datter meer is ontfangen als uijtgegeven een somma van 41-11-10. Blijkt bij het voorgaande slot dat in de armekist is berusten[de] een somma van 1187-15-10, ende het slot van dese rekeningh daar bij gelegt een somma 41-11-10. Blijkt datter nu in de armekist, soo in specie als aan obligatien, is berustende een somma van 1229-7-4.
Aldus gerekent en gesloten in de kerk van OpAndel den 20ste octob[er] 1718.
-A. Magachen -Anthonij Bouman
-Willem de Veerman -Jan Tijsen Najen
-Jan Cornelis Smidt

Reekening, bewijs et reliqua, van dat Jan Tijsen Naje als diaken heeft ontfangen en uijtgegeven, t'zedert den 1 januarij 1718 tot den laatsten december des selven jaars.
Ontfang in de kerk als volgt:
-[januari 13-1-0, februari 7-12-0, maart 7-15-0, april 17-5-0, mei 20-5-0, juni 7-10-0, juli 18-11-0, augustus 6-11-0, september 8-15-0, oktober 16-10-0, november 6-19-0, december 19-1-0]
Den geheelen ontfang in de kerk bedraagt te samen de somme 149-15-0
Nog anderen ontfangh:
-uijt de busse in de Rib 8-0-0 -uijt de busse in de Swaan 4-0-0
-uijt de busse in de kerk 0-11-4 -uijt de busse in den Eijkenboom 2-10-0
-ontfang van Sweer Bouman van intrest 8-0-0
-ontfange van Joost van Triest 0-10-0
-ontfangen van een turfschipper 0-10-8, nog ontfange van een turfschipper 0-6-0
-nog ontfange van een turfschipper 0-10-8
-ontfange van Anthonij Bouman 0-5-0
-ontfange uijt hande van Jan Verzeijl van een jaar intrest van 700 gl. capitaal, 28-0-0
-ontfange van wisselgeld 1-7-0
-ontfange van Anthonij Najen 1-0-0
-ontfange van Heijndrik van Vueren 3-10-0
Soo dat den geheelen ontfang in de kerk en van anderen, te samen bedraagt de somma van 208-15-4
Nota bene: omdat den diaken, op de tijd van de reekening, tot ons seijde, dat hij dat papier daar den ontfang uijt elke busse opgeschreven stond, niet had konnen vinden, maar dat hij de geheele somme,zijnde 15-1-4 op sijn boekje had geschreven en vertoonde, soo hebben wij na onse gissing, daar bij geset uijt elke busse soo veel,dat het net die bovenges[chreven] somme uijtmaakt, om de gewoone ordre in de reekening te houden, en het niemant verdagt mogte voorkomen, een laterus sonder de specificatie van den ontfang uijt elke busse, etc.

Nu volgt de uijtgave van dit geheele jaar:
-aan passanten met attestatien, en sondr attestatien, in't geheele jaar te samen gegeven 5-1-0
-aan Marij van Aalst in't geheele jaar 26 maal gegeven 16 stuijvers, te samen 20-16-0
-den 7 julij aan Ariaantie Wevers, voor het houden van Jacob de Wever gegeven 4-0-0
-[aan dezelfde gegeven op 27 september 2-0-0, 11 oktober 5-0-0, 12 november 5-0-0, 14 december 4-0-0, 8 februari 1719 4-0-0, 25 april 1719 6-0-0, 13 mei 1719 10-0-0]
-den 4 februarij aan den huijsarme gegeven 1-0-0
-den 16 meij, van brood voor Ariaantje Wevers betaald, gegeven 3-16-8
-den 23 meij, voor de noodlijdende kerken aan de visitatores der k[er]ke gegeven 3-0-0
-den 21 junij voor een paar schoenen voor het arme kind gegeven 0-18-0
-den 9 julij van't kostgeld voor het armekind, aan Geertruij van Pelt gegeven 18-0-0
-den 2 octob[er] voor 22 tonne turf voor den armen, en voor wagenvragt, tesamen gegeven 7-11-0
-den 9 novemb[er] voor een rok, broek, hembtrok en 2 nieuwe hembden voor 't armkind gegeven 8-17-0
-den 12 dito [november] voor 't maken van die rok, broek en hembrok, aan Cornelis van Dam, gegeven 1-5-0
-den 16 decemb[er] van molegeld van den hof van de armen, aan Cornelis Pus gegeven 0-6-12
-den 18 dito [december] voor een half jaar kostgeld van het armkind, aan Geertruij van Pelt gegeven 16-10-0
-den 27 dito [december] voor ?vier? [inktvlek] paar klompen gegeven 0-9-0
-den 3 jan[uari 1719] aan Do. Magachen voor 't verschot van de wijn tot het H.avondmaal gegeven 6-15-8
-den 13 jan[uari 1719] aan Corstiaan Slingeland, voor 't brood tot 't H. avondm[aal] gegeven 3-0-0
-voor een jaar huijshuijr voor de wed. van Cornelis van den Andel aan de wed. van Cornelis Pauwelse gegeven 11-0-0
-aan meester de Ruijter voor 't leeren van arme kinderen gegeven 10-0-0
-van verpondinge aan Jan van As betaalt, gegeven 2-5-8
-van dijkgeld gegeven 0-16-0
De geheele uijtgave bedraagt de somme van 161-7-4. Ende den geheelen ontfangh deser rekeningh bedraagt een somma van 208-15-4. Blijkt dat den rendant meer heeft ontfangen als uijtgegeven een somma van 47-8-0. Ende alsoo blijkt bij het voorgaande slot in de armekist is berustende een somma van 1229-7-4, ende het slot van dese rekeningh hier bij gelegt een somma van 47-8-0. Blijkt nu datter in de armekist is berustende een somma van 1276-15-4.
Alsoo uijt de armekist eenighgelt is geligt en op intrest geschoten, sal in de volgende rekeningh voor ontfangh en uijtgeef werde gebragt, en het slot daar mede vermindert in specie berustende.
Aldus gesloten en gerekent in de kerk van OpAndel den 8 novemb[er] 1719.
-A. Magachen
-Willem de Veerman
-Steven van Vuren
-Jan Cornelis Smidt
-Chiel van Besoijen

Reekeninge, bewijs et reliqua van dat Jan Cornelisse Smidt als diaken heeft ontfangen, en uijtgegeven t'zedert den 1 jan[uari] 1719 tot den laatsten december des selven jaars.
Ontvang in de kerk als volgd:
-[januari 10-3-0, februari 8-15-0, maart 7-5-0, april 18-4-0, mei 12-14-0, juni 9-1-0, juli 18-8-0, augustus 9-4-0, september 8-0-0, oktober 16-8-0, november 7-15-0, december 21-8-0]
Soo dat den geheelen ontfangh in de kerk bedraagt de somme van 146-5-0
Nog anderen ontfangh:
-den 8 maart van den intrest ontfangen van Gerrit Bastiaanse Hollander 11-13-0
-den 21 meij van Sweer Jooste Bouman van intrest 6-0-0
-den 20 junij van de wed.van Cornelis van den Andel, over koop van de krieken ontfangen 2-0-0
-den 5 septemb[er] van 2 turfboeren ontfangen 0-12-0
-den 8 septemb[er] van een turfboer ontfangen 0-9-0
-den 27 septemb[er] van een turfboer ontfangen 0-10-0
-den 27 octob[er] van een turfboer ontfangen 0-10-0
-den 29 octob[er] over koop van 't bed met een deeken van Jacob de Wever, van Arijen Govertse van den Andel ontfangen 11-6-0
-den 8 novemb[er] door Jan Tijssen Najen van Heindrik van Vueren ontfangen 3-0-0
-den 13 decemb[er] van den intrest van 't geld dat op den Opperste polder heeft gestaan,van Jan Verzeijl ontfangen 13-4-0
-1720, den 10 feb[ruari] van den intrest van Anthonij van Pelt, door sijn vrouw ontfangen 10-0-0
-over koop van een broek van Jacob de Wever,van Ariaantje de Wever ontfangen 1-10-0
-nog ontfangen uijt de busse in de groote schuijt 1-2-0
-uijt de busse in de Rib 12-15-0 -uijt de busse in den Eijkenboom 4-3-8
-uijt de busse in de Swaan 7-16-8 -uijt de busse in de kerk 0-14-8
Soo dat den geheelen ontfangh bedraagd de somma van 234-10-8

Nu volgd den uijtgave van dit geheele jaar:
-aan passanten in't geheele jaar gegeven 1-13-0
-[de volgende "huijsarmen" kregen een aantal maal geld voor hun onderhoud:
-Marie van Aalst, 1 maal 0-10-0, 1 maal 0-11-0, 24 maal 0-16-0, 1 maal 1-12-0
-de wed. van Cornelis van Andel, 2 maal 1-0-0, 4 maal 1-10-0, 1 maal 1-5-0
-Peter Janse, 3 maal 0-15-0, 1 maal 0-18-0, 5 maal 1-0-0, (eerste maal 8 september)]
-den 9 [februari] voor een paar klompen voor haar [=Marie van Aalst] jonge 0-2-0
-den 18 [februari] aan een kraamvrouw gegeven 0-10-0, den 19 [februari] aan deselve kraamvrouw gegeven 0-8-0 [22 en 26 februari en 2 maart nogmaals 0-8-0]
-den 5 [maart] aan Aart, daar de kraamvrouw heeft gelegen 2-0-0
-aan Michiel van Besoijen, voor 't bier voor de kraamvrouw gegeven 0-10-0
-den 23 [april] voor een paar klompen voor de jonge 0-2-0
-den 22 [meij] tot Gorkom gekogt linne en kousen en knoopen voor de jonge, met quitantie 3-0-0
-den 5 [juni] tot Gorkom gekogt wit linne en knoopen, volgens quitantie gegeven 5-11-0
-den 7 [junij] voor de noodlijdende kerken aan Do. Pus gegeven 3-0-0
-den 12 [juni] aan Gerrit van Tiel, voor het decken van het armenhuijs gegeven 0-8-0
-den 24 [juni] voor het maken van 4 hembden gegeven 0-19-0
-den 25 [juni] voor het maken van een kleed voor de jonge,aan Philip gegeven 0-10-0
-den 2 [juli] voor een afgebrand huijs gegeven 2-0-0
-den 22 [juli] van kostgeld van Jacob de Wever aan Ariaantje de Wever gegeven 4-0-0 [nogmaals op 21 september 6-0-0, en op 7 en 21 oktober 2-0-0]
-den 8 [augustus] aan Geertruij van Pelt voor een halfjaar kostgeld voor de jonge gegeven 16-10-0
-den 18 [augustus] voor een paar klompen voor de jonge gegeven 0-2-8
-den 28 [september] voor 28 tonnen turf voor den armen betaald 8-8-0
-nog betaald aan Govert Rosa voor het rijden van den turf met de wagen 1-8-0
-den 3 [oktober] aan een man die sijn schip had verloren gegeven 1-10-0
-den 22 [oktober] voor het afleggen van Jacob de Wever aan Peter Janse gegeven 1-0-0
-nog aan Cornelis Kuijp voor het graft maken voor Jacob de Wever en het versoeken ter begravenis, gegeven 1-0-0
-den 4 [november] voor het laatste halfjaar kostgeld voor Jacob de Wever aan Ariaantje gegeven 4-10-0
-den 12 [november] voor de doodkist van Jacob de Wever aan Jan Straver gegeven 3-10-0
-den 2 [december] voor een paar klompen voor de jonge 0-2-0
-den 5 [december] voor molegeld van't armenhuijs van't jaar 1718, aan Jan van As gegeven 0-11-0
-den 12 [december] voor verponding ordinair 1718 en extra-ordinair 1719, aan Jan Verzeijl gegeven 2-6-0
-den 16 [december] voor een nieuwe hoed en een paar wanten voor de jonge gegeven 0-18-0
-den 3 jan[uari 1720] voor het leveren van de wijn tot 't H.avondm[aal] aan Do. Magachen, etc. 4-16-0
-voor't brood tot 't H. avondmaal aan Cornelia Wildemans gegeven 3-0-0
-van't leeren van de arme kinderen aan meester de Ruijter gegeven 10-0-0
-den 10 febr[uari 1720] voor kostgeld voor de jonge, aan Geertruij van Pelt betaald 15-0-0
-den 15 [februari 1720] voor 2 nieuwe glasen met nieuwe spijlen en spijkers aan het armenhuijs aan Bartel Schroder gegeven 1-14-0
-den 20 [februari 1720] voor een nieu kosijn aan het armenhuijs, aan Gerrit van den Andel gegeven 1-5-0
-van dijkgeld van't jaar 1719 gegeven 0-16-0
-voor een paar nieuwe schoenen en een paar gelapt, aan Jeronimus gegeven 1-5-0
De geheele uijtgave bedraagd de somme van 155-13-6, en den geheele ontfang bedraagd de somme van 234-10-8. Soo blijkt dat den diaken meer heeft ontfangen als uijtgegeven, namelijk een somme van 78-13-2. En alsoo blijkt bij het voorgaande slot in de armenkist te zijn berustende, een somme van 1276-15-4, en het overschot van dese rekening hier bij gelegt, namelijk de somme van 78-13-2, is te samen een somme van 1355-8-6.
En alsoo op den 28 febr[uari] 1719 uijt de armenkist is geschooten 300 gl. voor Anthonij van Dijck, op intrest, en op den 8 maart des selven jaars 250 gl. voor Jenneken de Swart, en daar van twee schepenbrieven gemaakt zijn, zijnde tesamen de somme van 550-0-0.
Blijkt nu dat er in de armenkist is berustende een somme van 805-8-6 [kantlijn: soo in obligatien als in specien]
Aldus gereekent en geslooten in de kerk van Op-Andel, den 4 decemb[er] 1720.
-A. Magachen
-Steven van Vure
-Govert Janse van Ande[l]
-Sweer Joosten Bouman
---
[los briefje in de rekening van 1710]
Op den 26 april 1719 zijn in de kist gelegt 2 schepen brieven, van Anthonij van Dijk en van Jenneken de Swart, etc.
[verder alleen enkele klad optelsommetjes van de totalen over het jaar 1717]
---
[2e los briefje in de rekening van 1710]
-den 28 febr[uari] 1719 voor Anthonij van Dijk uijt de armenkist geschooten 300 gl., tot een schepenbrief gemaakt.
-den 8 maart voor Jenneken de Swart uijt de armenkist geschooten 250 gl., tot een schepenbrief gemaakt.
---

Rekening, bewijs et reliqua van dat Michiel van Besoijen als diaken heeft ontfangen en uijtgegeven t'zedert den 1 januarij 1720, tot den laatsten december des selven jaars.
Ontfang in de kerk als volgd:
-[januari 11-6-0, februari 9-16-0, maart 18-14-0, april 11-5-0, mei 10-4-0, juni 7-9-0, juli 16-5-0, augustus 7-8-0, september 8-16-0, oktober 16-5-0, november 11-13-0, december 24-8-0, ]
Soo dat desen geheelen ontfang in de kerk bedraagd de somma van 153-9-0
Nog anderen ontfangh:
-[uit de bus] in den Eijkenboom 3-17-0 -[uit de bus] in de Swaan 2-10-0
-[uit de bus] in de kerk 0-13-0 -[uit de bus] in de Rib 14-1-0
-[uit de bus] bij van Pelt 0-3-0 -[uit de bus] in de schuijt 1-2-0
-den 7 julij van de krieken ontfangen 4-16-0
-den 18 augus[tus] van de appelen ontfangen 2-10-0
-den 23 augus[tus] van den turfboer 6 st., den 28 sep[tember] 0-10-8, den 15 novemb[er] 9 st. en den 27 decemb[er] 4 st. ontfangen, tesamen 1-9-8
-den 28 april 1720 van intrest van Sweer Bouman 6-0-0
-den 26 decemb[er] 1720 van intrest van [tussengevoegd: de erfgenamen van] Johannes van Drunen 24-0-0
-van het wisselgeld ontfangen 1-11-0
-den 25 feb[ruari] 1721 van de intrest van Anthonij van Pelt 5-0-0
-uijt de armenkist gehaald 30-0-0
Tesamen boven, laterus 97-12-8

Nu volgd de uijtgave van het selve jaar etc.
-[de volgende "huijsarmen" kregen een aantal maal geld voor hun onderhoud:
-Marie van Aalst, 27 maal 0-16-0
-Peeter, 52 maal 0-18-0
-Marie van den Andel, 1 maal 1-10-0, 7 maal 2-0-0]
-aan 8 passanten gegeven 1-5-0
-aan een sieken gegeven 1-10-0
-aan Jan Donkers voor 't wegbrengen 0-11-0
-den 13 meij aan Arijen voor den Dag 2-10-0
-voor de noodlijdende kerken aan de visitator gegeven 4-0-0
-den 6 meij voor Dircken aan linnen tot een broek en hembtrok, 2 hembden en kousen gegeven 3-11-0, voor den selfden een paar kousen 0-6-8. Voor het maken van het goed voor deselve 0-9-0. Voor de hembden te maken voor deselve 0-6-0.
-voor klompen voor Dirke en voor Peeter 0-11-8
-voor een paar schoen en lappen voor Dirken 1-6-0
-den 28 julij voor 4000 steenen en het insetten ten dienste van het armenhuijs 7-6-0
-voor de vragt van de steen 46 st., voor een briefken 12 penn., [totaal] 2-6-12
-voor het rijden van de steen 12 st., en voor de kalk 23 st., [totaal] 1-15-0
-voor het sand en leem rijden 1-16-0
-aan den metselaar gegeven 19-16-0
-aan den timmerman gegeven 25-5-0
-aan den smidt gegeven 4-10-0
-voor het schragelen en de rijs en staken 3 gl., voor het sluijk 3 st., aan 2 slooij 11 st., aan deckers 5 st., [totaal] 3-19-0
-voor den appelboom en de vragt 3-16-8
-den 20 maart aan Dirk van Wijk voor het pooten van de ?seruesen? en de boom 25 st., voor messing rijden 12 st., [totaal] 1-17-0
-28 sept[ember] van de turf voor den armen 5-8-0, van het rijden 18 st., [totaal] 6-6-0
-13 dec[ember] aan Gerit van den Andel van het hout rijden voor Peeter 0-8-0
-28 mei aan Gijsbertje van den Andel gegeven 4-0-0 [19 november nog eens 4-0-0]
-den 6 maart aan dijckgelde 0-12-0
-den 22 maart aan deselve Gijsbertje gegeven 16-0-0
-den 4 aug[ustus] aan Geertruij van Pelt voor 't armkind 15-0-0
-voor moolegelde en verponding 1-19-8
-aan Do. Magachen voor de wijn tot 't H[eilig] avondm[aal] 4-18-0
-aan Slingeland voor 't brood tot 't H[eilig] avondm[aal] 3-0-0
-aan meester de Ruijter voor 't leeren van arme kinderen 10-0-0
-den 25 febr[uari] aan Antonij van Pelt voor 't armkind 14-0-0
De geheele uijtgave bedraagd de somma van 252-12-12 en den geheelen ontfang bedraagd de somma van 251-1-8. Soo blijkt dat den diaken heeft meer uijtgegeven dan ontfangen, te weten 1-11-4. Blijkt nu dat er in de armenkist is berustende een somma van 805-8-6, soo in obligatien als in specien. Zijnde hiervan 30 gl. uijt de kist gehaald op den 18 febr. 1720 en niet weder in gelegt.
Aldus gereekent en geslooten in de kerk tot OpAndel op den 3 decemb[er] 1721:
-A. Magachen -Govert Janse van Andel
-J. Versijll -J. v. Vuren
-Swer Joosten Bouman

Reekening, bewijs et reliqua van dat Sweer Joosten Bouman als diaken heeft ontfangen, en uijtgegeven t'zederd den 1 januarij 1721, tot den laatsten december des selven jaars.
-Ontfang in de kerk, als volgd: [januari 10-10-0, februari 9-10-0, maart 10-1-0, april 19-12-0, mei 10-9-0, juni 13-4-0, juli 8-8-0, augustus 19-9-0, september 7-13-0, oktober 16-4-0, november 10-11-0, december 20-15-0]
Soo dat den geheelen ontfang in de kerk bedraagd de somme van 156-10-0.
Nog anderen ontfangh:
-uijt de busse in de Rib 9-10-8
-uijt de busse in den Eijk 4-3-8
-uijt de busse in de Swaan 14-7-8
-van het erfhuijs van Peter Jansen 18-17-0
-29 meij van 3 appelboomen 3-15-0
-1 junij van de kriesen 2-3-0
-25 aug[ustus] en 13 novemb[er] van de turfton, tesamen 1-4-0
-den 3 decemb[er] van Jan Govertse 4 jaren intrest verscheenen 1717, 1718, 1719 en 1720 ontfangen 8-0-0
-van den boogaart ontfangen 0-8-0
-Geertruijd van Pelt den intrest van 1721 betaalt 5-0-0
-van het wisselgeld 0-8-0
-van Willem van Brakel over kooppenn[ingen] van 't huijs van Philip van[den] Berg en Peter Janse [van] Ameijden 38-0-0
Den geheelen ontfang bedraagd de somme van 262-5-0

Nu volgd de uijtgave van het selve jaar, etc.
-[de volgende "huijsarmen" kregen een aantal maal geld voor hun onderhoud:
-Peter Janse, 20 maal 0-18-0,
-Marij van Aalst, 26 maal 0-16-0]
-[in januari] aan een kraamvrouw 4-4-0
-den 26 [januari] aan de jongen bij van Pelt voor een hemtrock en broek, kousen 4-15-0
-een voeder sant 0-4-0
-den 27 [januari] drie ellen linnen 0-16-0
-den 1 [februari] aan Philip voor kleermaken, garen en knoopen 1-7-0
-den 2 [februari] Marij van Andel 2-0-0
-den 28 [februari] aan de weefster 0-8-8
-den 3 [maart] aan de weefster 0-11-0
-den 5 [maart] [voor] Aart Pauwelse 2 hemtrocken 2-18-8, [voor] hembden maken 0-12-0
-den 12 [maart] Marij van Andel 1-2-0
-den 1 [april] aan een afgebrande van Almkerk 2-4-0
-den 12 [april] aan een verdrevene 0-12-0
-den 6 [mei] aan een afgebrande 0-5-8
-[9 mei] aan van Vueren voor rijs en palen tot een tuijn 1-4-0
-19 [mei] voor Jan Philipse een broeck 0-11-0
-28 [mei] voor de armen 16 elle linnen tot hembden 7-0-8
-29 [mei] aan de visitatores der kerken 6-0-0
-een jonge nooteboom 1-2-0
-30 [mei] voor de jongen Dirk een paar schoen 0-11-0
-20 [juni] voor de kist van Philip 3-10-0
-28 [juni] aan vrouw van Pelt op reeckening gegeven 5-0-0
-1 [juli] voor het naaijen van hembden 1-3-0, voor knoopen 0-3-0
-4 [juli] voor Jan Philipse, linnen 0-6-0
-voor Peter Janse, pije 0-6-8
-29 [juli] schoenlappen voor Jan 0-8-0
-13 [augustus] aan vrou van Pelt 9-0-0, daar mede een half jaar voldaan
-21 [augustus] [aan] Gijsbertje voor Aart Paulus op rekeninge gegeven 8-0-0
-den 7 [september] voor het maken van 't graf van Philip 1-0-0
-21 [september] voor 't maken van broek en hembrok voor Jan Philipse 0-10-0
-voor knoopen en garen 0-4-0
-den 8 [oktober] een voeder sand 0-?-?
-15 [oktober] voor Aart Paulus 3 1/2 ellen swart linnen 1-8-0, voor een broek 1-2-0
-20 [oktober] voor Dirk een hoed 0-18-0
-den 11 [november] Peter van[der] Plas 0-6-0
-13 [november] aan Gijsbertje voor Aart op rekening 5-0-0
-voor 27 tonnen turf voor den armen 10-16-0, voor het rijden 1-7-0
-2 [december] aan Jan Philipse 0-5-0
-aan de voorgaende reekeninge 1-11-0
-voor een mijt hout voor Peter Janse int jaar 1720 aan Jan Govertse gegeven 5-10-0
-10 [december] aan Jan Philipse 0-1-0
-voor 't maken van een keel en broek 0-15-0
-18 [december] aan moolengeld 0-5-0
-23 [december] voor Jan Philipse, papier, broek, hembrok, wambis, 4 1/2 elle corsaij 3-5-0
-voor 1 1/4 el pije 0-17-0
-aan passanten in't geheele jaar gegeven 5-18-0
-den 1 jan[uari 1722] aan Corn[elis] van Dam voor arbeijtsloon 1-11-0
-den 6 [januari 1722] aan Do. Magachen voor de wijn tot 't H[eilig] avondm[aal] 4-17-8
-den 10 [januari 1722] aan vrouw van Pelt gegeven 13-0-0
-den 13 [januari 1722] aan Slingeland voor brood tot 't H[eilig] avondm[aal] 3-0-0
-aan Mr. de Ruijter voor 't leeren van de arme kinderen 10-0-0
-aan klompen betaalt 1-11-8
-den 5 maart, aan dijckgeld 0-12-0
-aan Willem van Brakel voor een jaar kostgeld voor Jan Philipse, verscheenen in julij 1722, 28-0-0
-aan Willem van Brakel voor 't maken van den dijk, en verscheene verponding, volgens accoord betaald 14-11-0
De geheelen uijtgaaf bedraagd de somma van 222-10-8. Den geheelen ontfang bedraagd de somma van 262-5-0. Soo dat den diaken meer als den uijtgave heeft ontfangen de somme van 39-14-8. Blijkt nu dat er in de armenkist is berustende een somme van 805-8-6, soo in obligatien als in specien, en zijnde hiervan 30 gl. uijt de kist gehaald op de 18 febr[uari] 1720, en niet weder ingeleijd. Dog het voorgaande slot blijft met ditselve, alsoo de overgeschooten penn[ingen] zijn overgegeven aan de volgenden diaken, om deselve in sijne rekening te brengen.
Aldus gerekent en geslooten in de kerk tot OpAndel, den 29 decemb[er] 1722.
-A. Magachen
-J. v. Vuren -J. Versijll
-Jan Straver -D. Bell, 1722

[de keerzijde van dit boekje bevat een lijstje van obligaties in het bezit van de diakonie (bij de ingebruikname van dit boek en later toegevoegd), met aantekeningen over rente betalingen en aflossing]

-[doorgehaald] 200 gl. tot laste van 't weeskint van Corn. van Amersfoort van dato den 24 novemb[er] 1678 à 5 percent

-[doorgehaald] 112 gl. 12 stuij[vers] tot laste van 't kint van Corn. van Amersfoort [van] dato den 14 feb[ruari] 1681

Schepen brieven en obligatien de diakonij concernerende:

-[doorgehaald] 50 gl. capp[itaal] tot laste van Wolf Anthonisse van dato den 15 maart 1672, 5 per cent.
-den intrest bet[aald] tot den 15 merti 1699
-dit bovenstaande capitaal met den verloopen intrest is afgelost en betaalt door Huijbert Melse van Veen in den jare 1712

-200 gl. capp[itaal] tot laste van Johannis van Drunen van dato den 19 julij 1681, 5 per cent
-bet[aald] tot den 19 julij 1697,bij Jan Coolh[aas]
-1698, 1699 en 1700 voldaan tot den verschijndag toe, aan Anthonij van Dijk, ter somma van 30-0-0
-1703, bij Jan Verzijl ontf[angen] een jaar intrest versch[enen] den 19 julij 1701, 10-0-0
-1705, bij Geerit Govertse ontf[angen] twee jaren intrest versch[enen] den 19 julij 1702 en 1703, 20-0-0
-bij mij Cornelis Cuijp ontfangen, de verloopen intrest van twee jaaren 1704 en 1705, 20 gl.
-den 30 decemb[er] 1710 bij mij Willem de Veerman, uijt handen van Jan van Thiel, ontfangen van den verloopen intrest 30-0-0
-1710, den 4 meij hebben wij kerkenraaden aangaande dit bovenstaande capitaal, tot laste van den overleden Johannis van Druenen, geaccordeert met de erfgenaam het selve capitaal te laten staan voor 4 per cent.
-den intrest voldaen tot den 19 julij 1710 incluijs.
-den intrest verschenen den 19 julij 1711 en 19 julij 1712 voldaen
-door Jannetje van Thiel, wed. van Arijen Anthonisse van den Andel, aan den diaken Dirk van Wijck betaalt de verloopen intreste van drie jaren, verscheenen den 19 julij 1713, 1714, 1715, namelijk de somme van 24 gulden.
-nog ontfangen 24 gl. zijnde daarmede den intrest van de jaren 1716, 1717, 1718 voldaen.
-nog ontfangen 40 gl. zijnde daarmede voldaan den intrest van vijff jaren, verscheenen den 19 julij 1719, 1720, 1721, 1722, 1723.

-100 gl. capp[itaal] tot laste van Johannis van Drunen,van dato den 27 januarie 1683, 5 per cent
-betaald tot den 27 januarie 1698 bij Jan Coolhaas
-1699 en 1700 voldaan aan Anthonij van Dijk, ter somma van 10-0-0
-1703 bij Jan Verzijl ontfange twee jaren intres[t] versch[enen] den 27 janua[ri] 1701 en 1702, 10-0-0
-bij mij Cornelis Cuijp ontfangen de verloopen intrest van twee jaren, verscheenen 1703 en 1704, op rekening 9 gulden gegeven, resteert nog een gulden van die 2 jaren intrest etc.
-1710, den 4 meij hebben wij kerkenraaden aangaande dit bovenstaande capitaal, tot laste van den overleden Johannis van Druenen, geaccordeert met de erfgenaam het selve capitaal te laten staan voor 4 per cent
-den intrest verschenen 27 janu[ari] 1705 voldaen
-den intrest verschenen 27 janu[ari] 1706 voldaen
-27 janu[ari] 1707 en 27 janu[ari] 1708 en 27 janu[ari] 1709 voldaen
-intrest versch[enen] 27 janua[ri] 1710, 1711 en 1712 voldaen
-op den 10 octob[er] 1714 ontfangen 24-0-0 zijnde den jare 1713, 1714, 1715, 1716, 1717, 1718 voldaen
-nog ontfangen 12 gl. zijnde daar mede den jare 1719, 1729, 1721 voldaan.
-nog ontfangen 8 gl. zijnde daar mede voldaan den intrest van 2 jaren verscheenen den 27 januarij 1722 en 1723.

-125 gl. capp[itaal] tot laste van Anthonij van Pelt van dato den 3 augustus 1681, 5 per cent
-bet[aald] tot den 3 augustus 1698 bij Jan Coolhaas den intrest van den jare 1698 tot den jare 1710, betaalt aan Willem de Veerman, diaken, met een quitantie te geven aan Anthonij van Pelt aangaande het kostgeld van anderhalf jaar voor Jacob de Wever. Dog resteert nog 4 guld[en] die Anthonij van Pelt van die reekening moet geven.
-den intrest van den jare 1710 tot den jare 1717 is door Geertruijd van Pelt betaalt aan de diaconije op den 4 novemb[er] 1717.

-50 gl. capp[itaal] tot laste van Willem van Donselaar van dato den 2 feb[ruari] 1686, 5 per cent
-in de rek[ening] van 1688 bet[aald] 5-0-0, versch[enen] den 2 feb[ruari] 1687 en 1688
-in de rek[ening] van 1691 bet[aald] tot feb[ruari] 1689 en 1690, 5-0-0
-den 12 feb[ruari] 1703 ontf[angen] bij Anthonij vant Dijk, ses jaren intrest sijnde de jaren 1691, 92, 93, 94, 95 en 1696, ter som[m]a van 15-0-0
-ontfangen bij mij Cornelis Cuijp de verloopen intrest van 1697, 98, 99, 1700, 10 gl.
-het capitaal en intrest is afgedaan in den jaare 1709.

-[doorgehaald] 200 gl. capp[itaal] tot laste van 't weeskint van Huijbert Blommert, van dato den 1 junius 1697, 4 1/2 gl. per cent
-betaa[ld] een jaar intrest versch[enen] den 1 junij 1699
-[in de marge:] den 1 junij 1702, 100 guld[en] afgelost
-bet[aald] bij Jan Verzijl 4 jaren intrest, versch[enen] den 1 junij 1703
-nog betaalt den intrest van den jare 1704 en 1705 aan Jan van Thiel
-dit capitaal van 200 guld[en] met den verloopen intrest is afgelost door Jeronimus Borgh, aan Willem de Veerman, op den 16 decemb[er] 1710.

-200 gl. capp[itaal] tot laste van Govert Ariense van den Andel, van dato den 5 meij 1701, à 5 per cent
-den 14 feb[ruari] 1703 is aan Johan[nes] Versijl bet[aald] een jaar intrest, versch[enen] den 5 meij 1702, 10-0-0
-bij mij Gerrit Govertse van den Andel ontfangen de verscheene intrest van twee jaaren 1703 en 1704, 20 gulden
-bij mij Cornelis Cuijp ontfangen de verloopen intrest van een jaar, 1705, 10 guld[en]
-bij mij Willem de Veerman ontfangen de verloopen intrest van dit bovenstaande capitaal, van den jare 1706, 1707, 1708, 1709, somma 40 guld[en]
-bij mij Anthonij Bouman ontfangen den intrest van het bovenstaande capitaal, van de jare 1710, 1711, 1712, 1713
-dit bovenstaande cap[itaal] tot laste van Govert Ariese van [den] Andel [doorgehaald: den verloopen intrest betaald] van dato den 5 meij 1713, à 4 per cent.

-5 gl. capp[itaa]l tot laste van [het] weeskint van Corn. van Amersfoort, van dato den 6 novemb[er] 1682, à 5 per cent

-300 gl. capitaal tot laste van Anthonij van Dijk van dato den 28 januarij 1719, à 4 per cent
-dese conditie daar bij, indien de voorsz. met den intrest van't bovenstaande capitaal jaarlijks te betaalen, langer wagt als een half jaar, dat hij dan 4 en een half per cent zal moeten geven.

-250 gl. capitaal tot laste van Gerrit Bastiaanse Hollander van dato den 8 maart 1719, à 4 per cent
-op den 8 maart 1720 van intrest ontfangen 11-13-0

-150 [gulden] capitaal tot laste van Grietje Tijsse Rijsenborg, wed. van Gerrit Govertse van den Andel, van dato den 9 decemb[er] 1721, à 4 per cent
-afgelost in den jare 1723.

[einde van dit boek, JK]


( Transcriptie door: Jos de Kloe. )
ga naar/go to 1722-1730
(terug naar mijn bronnen pagina/back to my sources page)