Almkerk RA24, 11-Apr-1676

Almkerk, RA24, fol. 428 11-4-1676
gehad in email van Dave Pol, 24-3-2006

428
[marge: Solvit hier van den XLe pen[ning] tot vier guldens]
Wij Mr. Hendrick van Nispen, schout, Willem Marcusz.
Lievaert, ende Adriaen van Herwijnen, heemraden
van Waerthuysen, doen cond dat voor ons gecomen
ende gecompareert sijn, Huybert Willemsz. Blommert,
weduwenaer van Dingentgen Willems van Waerthuysen,
woonende tot Andel, mitsgaders Tijs van Emmichoven,
woonende tot Giessen, als oom ende bloetvoocht
maternel, over Willem Huybertsz. Blommert,
minderjarigen soone van Huybert Willemsz. Blommert
voornt., d'welcke bekende vercocht te hebben ende
sulcx mits desen in vollen ende vrijen eijgendom
wettelijck op te dragen, cederen ende transpor-
teren aen ende ten behoeve van Cornelis Cornelisz.
Biesheuvel, woonende tot Waerthuysen voorss.
seecker huysken met een kennipwerffken ende
griendeken, t'samen groot vier hont lants, ofte soo groot
ende kleijn als 't selve huysken ende vier
hont lants gelegen is onder waerthuysen voornt.
Belent ten oosten d' wed. van Jacob Jacobsz., ten
zuyden de Waerthuysense voorsteech, ten westen
d' Graeffelijckheijt, ende ten noorden d' Alm, ofte
wie alomme met recht daer naest gelant mocht
sijn, ende droech hij comparant 't voorss. huysken
ende vier hont lants, belent ende gelegen als vooren,
op met hant, halm ende mondt, sonder eenich recht
ofte actie daer meer aen te behouden, soo heem-
raden wijsden dat recht was, volgens costuyme
van [den] lande van Altena alhier gebruyckelijck.
Ende beloofde hij comparant alle voorcommer
aff te doen tot des voorleden jaers XVIc. vijf
ende tseventich incluys, soo van dijck, molegelden,
ende verpondingh, ofte andersints, sulcx ende
gelijck die mochten werden omgeslagen, soo
ordinaris als extraordinaris, achtervolgens de

[p.428v]
conditien van [de] vercoopinge daer van sijnde, onder
verbant als naer rechten. Ende laestelijck bekende
hij comparant van dese overdracht ten vollen
vernoucht, voldoen ende betaelt te sijn, eerst met
een som[ma] van een hondert car. guldens, ende noch
d'som[ma] van 't sestich car. guldens heden over een
jaer, waer mede hij comparant verclaerde
contentement te nemen, alles sonder arch ofte
list. Ten oirconde soo hebben wij schout ende
heemraden voornt. nevens de signatuyre van
S?t secretaris, elcx onse zegelen hier onder aen-
gehangen op den elfden april van[den] jare XVIc.
ses ende tseventich.
-A.Herwijnen, 1676
-Willem Mercusz. Livart