Gorinchem NA3995, 10-Dec-1674

     Den 10 decemb. 1674
     
     Compareerde etc. Trijntjen Adriaens Bel, wed.
     van Jan Verzijll za., wonende tot Eijl, geassisteert met Cornelis
     Bel, haren broeder, wonende tot Rijswijck inden
     lande van Althena, ter eenre, ende Gijsbert
     Verzijll, rentmr. van't Munckelandt als grootvader
     ende voocht van Jan jansz. Verzijll, onmondig
     naergelaten kindt vande voorn. Jan Verzijll, geprocreert
     bijde voorn. Trijntjen Bel, ter andere zijde.
     Dewelcke verclaerden metten anderen in minne
     ende vriendschap veraccordeert te sijn, nopende
     d'erffenisse 't voorss. kindt door overlijden van
     sijnen vader voornt. aengekomen, alvooren hebbende
     gehadt pertinente openinge vande nalatenschap
     van de voorss. Jan Verzijll, ende dat in voeghe
     naervolgende: als ten eerste dat de voornoemde
     Trijntje Adriaens Bel 't voorss. haer kindt
     eerlick op voeden ende van alle kommer[?] houden sal,
     soo  van eet[?], dranck, clederen, als alle andere
     behoefticheden, tot den ouderdom van seventien jaeren toe,
     ende middelerwijl 't zekve te doen leeren leesen ende schrijven
     ende een goet ambacht , ende ten voorss. ouderdom
     gekomen sijnde, uyt te reijcken ende tetalen de somme
     van seven hondert en vijftich car. gt. guld. ende dat in volle
     voldoeninge van't verss. kindts voorverhaelde
     erfenisse ende besterffenisse, waer tegens den voorss.
     wed.[?] hebben ende behouden sal, den geheelen boedel
     ende naergelaten goederen vanden voornoemden haren man
     za., sulcx zij den selven boedel met hem int gemeijn beseten
     ende hij metter door geruijmpt ende naergelaten heeft,
     [marge: als die anderssins tot desen dage 't verss.
             kindt souden mogen aengekomen sijn.]
     meer
     
     [page 2]
     
     geen uytgesondert, mits lastende alle de schulden
     die wegen den voorss. boedel te betalen staen, den
     dootschult daerinne begrepen, ende alsmen oock geene
     uijtgesondert. Ende vertegen hiermede vanden
     anderen, ende d' een tot des anders behoef, soo 't behoort
     ende recht is. Gelovende hier tegens nimmermeer te
     sullen doen ofte laten schieden, in geenderhande manieren,
     onder verbant als naer recht. Aldus gedaen ende gepass[eert]
     ten contoire mijns not[ari]s ter presentie ende overstaen
     van Pauwels de Sai, coordewercker ende Abraham
     vander Elburch, schoenmacker, burgers alhier, 
     als getuijgen van gelove hier toe versovht
     die dese neffens den comp[aran]ten ende mijn not[ari]s mede
     hebben geteeckent, ten dage ende jaere als vooren.
     -Catrijna Adrijaens Bel
     -Ghijsbert Verzijl
     -Cornelis Adriaensse Bell
     -Paules du Sai
     -Abram van der Elbu[rch]
     Ten oircondt
         Marcelis van Osch, nots. publ.