Heusden RA321, 15-Mar-1587

Dat Adriana Merttens dochter van Gendt
wed. van Lodewijck Aertsz., met haeren gecoren voocht
ende momboir Mertten Janssen van Gendt, verteech
op elftalff hont landts alsoe groot ende cleijn
deselve gelegen sijn inden banne van Babilonien-
brouck buyten den mosterdijck. De Carthuijsers
erve van Gertrudenberg gelegen oostwaert, de abt
van St. Truyden erve gelegen westw[aar]t, streckende van Helmich
Jansz. erve aff noortwaert op totten banne van
Andel toe. Met dijck, sloot, mase ende wetering
dier metten recht toebehooren. Ende op alle brieven ende
voirwaerden als d[aer] aff zijn, tot behoef van Jan Buys
Joostenz. als haer geen recht daer meer aen te
behouden. Ende gelooffden de voirss. erffenisse
vrij te waeren ten eeuwigen daegen als een vrij eygen
erve ende een ?vosboden? ende alle voercommer aff te
doen dier op is off harentwegen op comen mach,
dien zij met recht schuldich is aff te doen.
Onder verbant van alle haeren goederen, hebbende
ende vercrijgende, waer die gelegen sijn, ende
zij inne gerecht soude mogen wesen, ghene
uuytgesondert. Datum den elffden meert LXXXVII ?tich?
Schepenen Jacob Gerbrantsz. ende Denis Jansz.

[volgt nog een akte met dezelfde personen, echter
 niet gerelateerd aan Andel.]