Heusden RA358, 12-Mar-1624

[f.17]
Compareerde voor schepenen ondergeschr. Adriaen Jansz. de Voocht
woonende tot Veen, dewelcke mits desen bekende wel ende
deuchdelick schuldich te wesen Aerdt Dircxsz. Veenaert ende Jan
Cornelisz. Spierinck, gewesene kerck- ende heijlighe geest m[eeste]rs
tot Veen voor s?, de somme van hondert sesse ent negentich gul[den]
veerthien st[uivers] uuijt sake ende als rest van de huer van eenige
partijen kerklanden aldaer, mitsgaders 't verloop van ene
schepenenschultbrieff, bij de voorss. comp[aran]t opten sestienden aprilus
XVIc negenthien ten behoeve van de voorss. Aerdt Dircxsz. Veenaert als
kerckmr. gepasseert. Belovende d[aar]omme de voorn. Adriaen
Jansz. de voorss. somme van Ic. XCVI gl. XIIII st. te betaelen
Bamisse eerstcomende, sonder interest, welverstaende
zoo hij preciselicken ten selven dage niet en voldeed, dat hij
gehouden sal sijn, gel[ijk] den selven belooft bij desen, d[aar]van te
betaelen interreste tegen den penninck sestien, cour?? te
?s?nemen van Bamisse voorss., totte volle ende effectuele
betalinge toe, sonder dat hij comp[aran]t nochtans sal vermogen
onder 't f? prete?tm de penn. langer onder te houden dan met
believen van de voorss. kerken mrs Verbindende voorde
voldoeninge van desen speciael[ijk] eerst ontrent elff hondt
lants leggende inden banne van Veen inde slage. Belent ten
oosten Dirck Willemss. Poorter n[omin]e uxoris, ten westen
Govert Pauwelsz. van Veen, streckende voor van den
[f.17v]
molen west aff, totten mostartdijck toe. Noch ontrent
vierdalff hondt lants leggende inden voorss. banne van
Veen inden kijvenssen, belendt ten oosten Dirck Willemsz.
Poorter voorss., ten westen Jan Petersz.Franen, streckende
vanden weisloot aff, totter Veense stege toe
[marge:] hier vooren gemention[eer]t [einde marge]
ende general[ijk] zijn persoon ende alle zijne andere goederen egeene
uijtgesondert, ende dit onvermindert ende sonder prejuditie
van zeecker anderen schepenen geloofte in date den XVIen aprilis
XVIc negenthien, ter somme van hondert vijftich gul]den\
[marge:]
buijten ende binnendijcx
metter timmeringe d[aar]op staen[de]
Jan Peters. Franz oistw[aar]t
die?? westw[aar]t, streckende
van kerckenlandt totter
gemeent tpe.
[einde marge]
die de voorss. comp[aran]t bekende in sijn geheel ende .... blijven.
Actum den 12 en martij 1624.

-L. Elshout
-Sijmoen Aertss. 1624
-B. Vermuelen, 1624

[marge f.17]
Afgelost ende gequeten
in hooftsomme ende verloop
bij Jan Goderts, woonen[de]
tot Andel, als van Adriaen
Jansz. de Hooch in coope
vercregen hebbende de
veertien hondt landts mede
in desen geaffecteert
ende dese hooftsomme
ende verloop aende belooffde
cooppenn. geproffiteert
hebbende gelijck per?tijen?
bekende dat d[aar]mee
neffens overlevering
vanden originele brijeve
gecancelleert sijnde
alhier doorslagen ten
bijwesen van schepen[en]
Walewijne en vanden
Broeck opten ?30? maij
1640,

[marge f.17v]
noch veertien hondt lants gelegen tot
Veen voorss., belendt ten oosten
Jacob Jansen, ten westen ?Jr.
Adriaen van[de] Merwede,
streckende van[den] Veensche
stege totten zoutendijck
toe. Noch zeecker stuck
?hoplant ende boomgaert
gelegen tot Veen voorss.

Dese veranderinge is gedaen bijden weten van
partijen ende de voorss. schepenen.