Veen RA738, 23-May-1765

[Veen RA738]
[p.1 marge]
overgebragt bij de rendanten in persoon aan  Joost, en Gerardus
Spieringh, Jacobus Oostbaan als in huwelijk hebbende Josina Spieringh,
Adriaan Biesheuvel, als in huwelijk hebbende Johanna Spieringh en 
Hardenbergh de Kloe als in huwelijk hebbende Geertruij Spieringh, 
ten overstaan en ter presentie van ons ondergeschreven geregten van den
dorpe van Veen op heden den 23 meij 1765.
[einde marge]

[p.1]
?Tromer

Reeckening, bewijs en reliqua die doende sijn Cornelis Bel, schout,
en secretaris van Giessen en Uijtwijk, als last en procuratie hebbende van
Joost en Gerardus Spiering, alsmede van Jacobus Oostbaan als in
huwelijk hebbende Josina Spiering, en van Adriaan Biesheuvel als in
huwelijk hebbende Johanna Spiering, alle meerderjarige kinderen,
en Philippus Verhagen, nevens Teunis Coolhaas, als testamentaire voogden
over Geertruij en Jan Spieringh, bijden minderjarige kinderen van
wijlen Jan Spieringh gewoont en overleden alhier tot Veen,
en nog den voorn. Philippus Verhagen als geauthoriseert sijnde van de
Ed. Achtbaren Heeren weesmeesteren der stad Dordregt als voogden over het
minderjarigh kindt van Pieternella Spiering, dogter van gemelte 
Jan Spiering in egte verweckt bij Philippus Hardij en nog alsmede den 
voorgenoemde Philippus Verhagen als geauthoriseert sijnde van voorsz.
Philippus Hardij voor soo verre

[p.2]
sijn intrest in desen streckt, en dat van sodanigen ontfang en uijtgaaf
als deselve dien aangaande hebben gehadt en gedaan, gestelt in guldens van
twintig stuijvers het stuck, stuijvers en penningen naar advenant.

Eerstelijk den ontfangh:

[marge: bij vendu cedulle als in den text]
Ontfangen de cooppenningen van de meubilaire goederen ter s[omm]a
van vijff en vijfftigh guldens sestien stuijvers als blijkt bij
vendu cedulle, dus alhier f.55-16-0

[marge: blijkt bij de coopconditie dese en aangehaalde posten]
Ontfangen van Jillis van Hees de cooppenningen van een huijs
met drie hond land gelegen op de verwijde onder Veen, volgens
coopconditie de s[omm]a van f.540-0-0

Ontfangen van Joost Joosten Coolhaas de cooppenningen van
drie mergen weij off hooijlandt, gelegen in de peelen onder Veen
volgens de conditie van verkopingh, de s[omm]a van f.540-0-0

Ontfangen van Jan de Graaff de cooppenningen van eenen

[p.3]
mergen bouwlandt gelegen in den hanewaart onder Veen, volgens
conditie van verkoping de s[omm]a van f.92-0-0

Ontfangen van Peeter den Decker
de cooppenningen van eenen mergen drie
hond wijlandt onder Veen genaamt
de kortehoeven, volgens de coop-
conditie de s[omm]a van f.330-0-0

Ontfangen van Peeter van Rijs-
wijck de cooppenningen van
een en een halff hond boomgaart
en bosch gelegen onder Andel
volgens de conditie van verkoping
de s[omm]a van f.8-0-0

[marge: blijckt bij den inventaris]
Ontfangen van Marcus Levie
Hijmans wegens de cooppenningen
van 80 schepen haver a 16 stuijvers
het schepel en 2 vimmen strooij
a 3 gulden de vim bij den overle-
denen aan sijn verkogt volgens
den inventaris is te samen de
s[omm]a van f.70-0-0

Somma totalis van de gehelen ont-
fangh deser reeckening bedraagt eene
somma van een duijsent ses hondert
vijff en dartigh gulden sestien stuij-
vers.   Segge f.1635-16-0

[p.4]
Uijtgaeff jegens den vooren-
staande ontfangh

[marge: bij quitantie dese en aangehaalde posten]
Eerstelijk betaalt aan de heer
Ewoudt Bosvelt 't cappitaal
van een schepen schultbriev ter
s[omm]a van ses hondert gulden bij
quitantie dus alhier f.600-0-0

Betaalt aan den selven ses jaaren
intrest van voorsz. cappitaal
verscheenen den 15 july 1764 's
jaars a f.24 gulden, is in de
ses jaaren een hondert vier en
veertigh gulden bij quitantie f.144-0-0

Betaalt aan Gijsbert Sluijmers
de ordinaire verponding, onraad, dijk
en molengelt 1761 en extra ordin[aire]
verpoinding 1762 van een huijs en
ses mergen land onder Veen vol-
gens reeckening en q[uitan]tie f.26-16-12

Betaalt aan Gijsbert Sluijmers
en Gijsbert van Leeuwen de
ordinaire verponding, onraad,
dijk en molengelt 1762 en extra
ordinaire verponding 1763 van het
selve huijs en land volgens reeke-
ning en q[uitan]tie f.26-14-4

[p.5]
Betaalt aan Philippus Hardij
de s[omm]a van vijfftigh gulden wegens
een obligatie tot lasten van den
overledene als blijkt bij obligatie
en q[uitan]tie dus f.50-0-0

Betaalt aan Arien Camerman
het restant van 't jaar pagt
1762 van 't fruijt in seeckere
boomgaart die den overledene in
pagte heeft gehadt volgens q[uitan]tie
de s[omm]a van f.37-5-0
Betaalt aan Arnoldus Bax
wegens leverantie van winkel-
waaren in den jaare 1763 aan
den overledenen gedaan bij q[uitan]tie f.3-15-0

Betaalt aan Aart Duijser
wegens leverantie van broodt
in den jaare 1762 en op de begraaf-
fenis van den overledenen ge-
daan volgens q[uitan]tie f.15-11-0

Betaalt aan Naria Vos voor
leverantie van winkelwaaren
in den jaare 1761 volgens
q[uitan]tie f.1-4-0

Betaalt aan Jan Vos voor
geleent gelt aan den overledenen
gedaan en sulx met kennisse
van verschijde meerderjarige kin-
deren volgens q[uitan]tie de s[omm]a van f.5-5-0

[p.6]
Betaalt aan Godefridus van
Bockhoven voor huur van
25 rouwmantels op de begravenis
gebruijkt bij quitantie f.2-10-0

Betaalt aan Arien Schreuders
voor het maken van schoenen
etz[eter]a volgens reekening en
q[uitan]tie f.2-2-0

Betaalt Willem van Rijswijk
wegens leverantie van Brand-
hout aan den overledenen ge-
daan bij quitantie f.1-19-0

Betaalt aan Jan Valentijn
voor leverantie van kousen
en winckelwaaren aan den
overledenen gedaan bij quit[antie] f.4-0-0

Betaalt aan Jan Blankers
wegens geleverde winckelwaren
in den jaare 1759 volgens q[uitan]tie f.3-3-0

Betaalt Hardenberg, kleer-
maker, voor het maken
van kleeren volgens reeke-
ning en q[uitan]tie f.3-0-0

Betaalt de wed. Govert Cool-
haas voor leverantie van bier,
genever, etz[eter]a aan 't sterffhuijs

[p.7]
gebruikt bij quitantie den
s[omm]a van f.3-5-0

Betaalt aan Marcus Levie
Hijmans wegens gelevert
vleijs en gelt 't geene den sel-
ven op reekening heeft gege[ven]
op de haver die denselve van
den overledenen hadt gekogt
volgens reeckening en q[uitan]tie f.29-13-0

Betaalt aan Jacobus van
Lier, smit, voor leverantie
van ijser en verdient arbijts-
loon volgens reeckeningh
en q[uitan]tie f.1-13-0

Betaalt aan Benjamin Allart
voor verdiende scheepsvragten
met fruijt gedaan voor den
overledenen bij quitantie f.6-5-0

Betaalt aan Maarten van
Son wegens verkogte boonen
etz[etera] volgens reeckening en
q[uitan]tie f.6-15-0

Betaalt aan Gijsbert du Pon
voor leverantie van winkel-
waaren tot klederen volgens
reeckening en q[uitan]tie f.39-12-0

[p.8]
Betaalt aan Cornelis Spieringh,
broedere van den overledenen,
't geene den selven is competerende
volgens een liquidatie en q[uitan]tie
de s[omm]a van f.38-0-0

Betaalt aan Geertruij Spiering
wegens verschotten gedaan tot
de begravenisse etz[eter]a volgens
reekening en q[uitan]tie f.14-15-12

[marge: bij notitie]
Betaalt aan den secretaris tot
heusden voor het roijeren van
den scheepen schultbriev ten
protocollen f.1-4-0

[marge: bij quitantie]
Betaalt aan Arien van Bom-
mel voor het maken van de
doodkist bij q[uitan]tie f.5-5-0

[marge: bij quitantie]
Betaalt aan den coster Pieter
Fortuijn voor 't luijden, begraaf-
nis, versoeken, etz[etera] volgens
reeckenn[ing] en q[uitan]tie f.10-3-0

[marge: bij notitie]
Betaalt aan den secretaris van
Veen voor 's lands regt met het
zegel wegens het begraven van
den overledenen de s[omm]a van f.3-4-8

[marge: bij quitantie]
Betaalt aan den kerkmeester

[p.9]
van Veen wegens het regt van
het begraven in de kerk de s[omm]a
van f.5-0-0

[marge: bij quitantie]
Betaalt aan denselven vier jaaren
rente verschuldigt aan de kerk
's jaarlijcx a eenen gulden drie
penn[ingen] staande op het huijs alwaar
den overledenen heeft gewoont ver-
vallen de jaaren 1760, 61, 62 en
1763, bij q[uitan]tie f.4-0-12

[marge: bij 't slot van reekening als in den text]
Betaalt aan de kinderen van
Joost Dirkz. Coolhaas het slot
van reeckening wegens de
voogdijschap die den overledenen
heeft gehadt en gedaan als
blijkt bij 't selve slot en q[uitan]tien
de s[omm]a van f.135-13-6

[marge: bij reekeningh en q[uitan]tie]
Betaalt aan den secretaris van
Veen wegens verdient salaris en
verschot soo wegens het inventa-
riseeren der goederen als anders
volgens gespecificeerde reecke-
ning en q[uitan]tie de s[omm]a van f.14-8-0

[marge: volgens notitie]
De rendanten hebben betaalt
aan verteeringen in't doen van
de transporten van het huijs en
landerijnen tot Heusden als bij het

[p.10]
betalen van de crediteuren als anders
de s[omm]a van f.6-6-0

Comt de rendanten voor vacatien
in 't maken van den inventaris,
het houden van erffhuijs, in het
verkoopen van de meubilaire en
haefflijke goederen, alsmede van
't huijs en landerijen, het doen
van de transporten tot Heusden,
het betalen der crediteuren, als in
het ontfangen en uijtgeven van
de gelden bij moderatie de s[omm]a 
van f.25-0-0

Betaalt aan den secretaris tot
Veen voor het opstellen en schrij-
ven deser reeckening de s[omm]a
van f.5-0-0

Nog voor het appostilleeren deser
reeckeningh f.1-16-0

Nog voor 't schrijven van een
duplicaat uijt deselve reecke-
ningh f.3-12-0

Schout en geregten van Veen
coomen voor het overstaan, hooren,
en sluijten deser reeckening f.2-8-0

[p.11]
Betaalt voor de zegels tot dese
reeckening gebruijkt als mede
tot het duplicaat f.3-13-10

Betaalt wegens verteeringen
op het doen van dese reeckening
de s[omm]a van f.5-18-0

Somma totalis van de geheelen uijt0
gaeff deser reeckeningh bedraagt
de s[omm]a van twaalff hondert negen en
tnegentigh gulden sestien stuijvers.
Segge f.1299-16-0

Welken voorsz. uijtgaeff van den hiervoren
staande ontfang aff getrocken sijnde, komt
te blijken de rendanten alhier schuldigh
schuldig blijven als hebbende meerder ontfan-
gen dan uijtgegeven de s[omm]a van drie hondert
ses en dartigh gulden.
Segge 336-0-0

Aldus gedaan, gereekent en geslooten
ter presentie van Willem van Rijswijk en
Aart Duijsers, geregten tot Veem, op heden den
23 meij 1765.

-Joost Spieringh
-Hardenburg de Kloe
-Gerardus Spieringh
-Aart Duijser
-dit merk X is gestelt door Jacobus Oostbaan
-mij present Otto Verhagen, v23:16:1:25
-mijn present als secretaris C. Verhagen
-dit merk > is gestelt bij Adriaan Biesheuvel,
mij present Otto Verhagen.

[p.12]
[omslagblad]
Veen 738
Reeckeningh
wegens den boedel
wijlen Jan Spieringh
in dato 23 meij 1765.
------------------------
[einde]